An Evening With Greg Dulli - Duivelse magie
Trix, Borgerhout (Antwerpen), 15 november 2010
Negenentwintig unieke akoestische shows onder de noemer ‘An Evening With Greg Dulli’, waarvan vier in Europa en dus eentje bij ons. Dat is wat de vijfenveertigjarige songsmid scherp houdt in de aanloop naar de release van een nieuwe plaat met zijn Twilight Singers. Dulli houdt van België en die liefde is wederzijds. Dat werd andermaal bewezen in een lang op voorhand uitverkochte, grote zaal van Muziekcentrum Trix.

Het concert werd aangekondigd als een verstilde, akoestische set. Wie dus had gehoopt om met een stevige portie gitaargeweld rond de oren te worden geslagen, was er aan voor de moeite. In de plaats daarvan werd de echte fan verwend met een bont allegaartje van old time Afghan Whigs-klassiekers, enkele songs van The Gutter Twins én het beste van wat The Twilight Singers te bieden hebben. Dit alles afgewisseld met enkele welgemikte, nieuwe nummers. Ons hoor je niet klagen.
Als een moderne Johnny Cash, met het onmiskenbare zwarte hemd en de onafscheidelijke duivelse glimlach, betrad Dulli het sober aangeklede podium. Bijgestaan door gitarist Dave Rosser en multi-instrumentalist Rick Nelson - beiden partners in crime bij The Twilight Singers - opende hij de set aarzelend met St. Gregory. Die vertwijfeling sloeg echter snel over in volle overgave. God's Children en later ook The Stations uit het bezwerende ‘Saturnalia’ van The Gutter Twins bleken ook zonder de grafstem van Mark Lanegan niet aan kwaliteit te moeten inboeten, integendeel.
De gastheer van vanavond had er duidelijk zin in en maande het publiek aan tot enthousiasme: “Come on, it’s Saturday night: clap, dance … I don’t give a fuck". Het intense Bonnie Brae (met één van de vele voortreffelijke vioolpartijen die Rick Nelson aan de man wist te brengen) en andermaal een beklijvende versie van John Coltranes A Love Supreme vormden de voorzet voor hetgeen waar het grootste deel van de zaal op zat te wachten: een handvol vurige Afghan Whigs-nummers, die voor de gelegenheid vakkundig uit de verschillende albums werden geplukt.
Na Crazy kreeg What Jail Is Like een intieme uitvoering met Dulli op de piano. Tijdens Step Into The Light en If I Were Going werd weer duidelijk dat ’s mans stem doorheen de jaren nog krachtiger en onheilspellender is geworden dan ze al was. 66 uit ‘1965’, het laatste studioalbum van de legendarische band, werd geheel nieuw leven ingeblazen en groeide uit tot een van de hoogtepunten van deze avond, net als het voorspelbare Forty Dollars (met dat aanstekelijke Beatlesque refrein), Let Me Lie To You, The Killer en een verschroeiend Summer’s Kiss.
Wanneer het doek na bijna twee uur viel met Teenage Wristband (doorspekt met een flard Pinball Wizard van The Who) en Twilite Kid konden wij enkel besluiten dat dit naar meer smaakte. Meer in de vorm van een nieuwe Twilight Singersplaat met, zo beloofde Dulli achteraf plechtig, een Europese tournee gewapend met een batterij distortionpedalen. En meer in de vorm van een reünietournee van The Afghan Whigs, die er wellicht nooit komt. We zullen dus maar genoegen nemen met de herinnering aan deze magische avond, zeker?