Amanda Palmer And The Grand Theft Orchestra - Ups en downs

Muziekcentrum Trix, Borgerhout, 2 november 2012

Haar plaat had ons dan misschien niet helemaal overtuigd, maar dat ze een dot van een show kan neerzetten, daarvan waren we wel overtuigd. Reden genoeg dus om ons van het kerkhof rechtstreeks richting Trix te begeven. Het aantal zwarthemden dat in de buurt rondzwierf leek erop te wijzen dat wij niet de enigen waren. Het overgrote deel daarvan begaf zich dan wel richting grote zaal, terwijl wij voor Amanda Palmer & The Grand Theft Orchestra genoegen namen met de kleine.

Amanda Palmer And The Grand Theft Orchestra - Ups en downs



Om de avond te kunnen vullen had Amanda Palmer twee voorprogramma's bij zich. Wel zo handig als je die dan meteen in je band hebt ingelijfd. Dat was bijvoorbeeld het geval met Jherek Bischoff, multi-instrumentalist van vele markten thuis. Over zijn debuut had hij een paar jaar gedaan met een volledig orkest, maar hier moest hij het zo goed als in zijn eentje rooien.

En dat deed hij met verve. Of het nu op bas dan wel op ukelele was, zijn nummers, waaronder een cover van Konono N° 1, waren spannend en onverwacht. Getooid in smoking leefde hij zich als de beste hardrocker volledig uit op zijn muziek, begeleidde hij zichzelf met percussie op de klankkast van een ukelele en zong hij ook nog eens behoorlijk. Geen wonder dat hij David Byrne zo ver kreeg om het prachtige Eyes, waarvoor hij hier de hulp van enkele leden van The Grand Theft Orchestra kreeg, in te zingen.

Dit stond allemaal in behoorlijk contrast met wat volgde. The Simple Pleasure paste de disco van een band als Scissor Sisters in bij het exhibitionisme van de vroege Prince. Frontman Chad Raines wreef zijn kruis met plezier in het aangezicht van de meisjes op de eerste rijen, schrok niet terug voor een split en bespeelde met zichtbaar plezier het publiek dat graag en in de maat het hoofd in de nek gooide. Leuk maar niet meer dan dat, tenminste niet als het slechts vier nummers lang mag duren.

Ook Amanda Palmer liet het publiek uit haar hand eten. Drie kwart van de band mocht dan nog lijden aan de gevolgen van een uit de hand gelopen feestje op de tourbus, daarvan was weinig te merken en de spots camoufleerden het gebrek aan kleur in sommige van de gezichten.

Vanaf de intro was het duidelijk dat Palmer en haar Grand Theft Orchestra (Bischoff op bas, Raines op gitaar, Michael McQuilken op drums en een violiste) voor de hoofdvogel gingen. De intro kondigde al meteen aan dat er slachtoffers zouden kunnen vallen en ging naadloos over in een topzware versie van Smile, die toch nergens uit de bocht ging.

De eerste vijf nummers (de intro meegerekend) kwamen als torpedo’s op je af en lieten je nooit de kans om te hergroeperen. Vooral de wat klungelige, maar ook bijzonder grappige choreografie bij Missed Me, waarbij elk van de leden na ieder couplet en na in de actie bevrozen te zijn van instrument wisselden, was schitterend om zien.

Dit tempo kon helaas niet aangehouden worden en de show leek onder zijn eigen gewicht te gaan inzakken. Middelmatige versies van Grown Man Cry en het duet met drummer Mc Quilken, een track van het album dat die laatste binnenkort onder de naam The Few Moments zou uitbrengen, leken de poten onder de stevig opgebouwde tafel te gaan wegzagen. Ook het reclamemoment – kunstboek, tekeningen, … - deed de show geen goed. Bovendien moest Palmer het door haar solo gebrachte The Bed Song onderbreken omdat enkele onverlaten hun mond niet konden houden.

Het leek er dan ook even op dat het optreden op een anticlimax zou eindigen. Maar de band herpakte zich knap, ook al omdat The Grand Theft Orchestra wel degelijk uitstekende muzikanten zijn. Bovendien kon het feit dat Palmer zich niet al te best voelde haar er niet van weerhouden om tijdens Bottomfeeder de zaal in te duiken en, inclusief het voor de gelegenheid aangetrokken kleed met enorme sleep, over de hoofden te gaan surfen.

Logisch dat je dan het publiek terug in je eigen kamp krijgt. De band nam afscheid van het podium met een luid meegebruld Leeds United. Even later dook Palmer in haar eentje terug op, bracht ze vanop een tafel achter de bar haar versie van Radioheads Creep en rondde de band in stijl af met een akoestische reprise van Want It Back, waarbij drummer McQuilken het publiek dirigeerde.

Al bij al een geslaagd optreden van een band, die zelfs op halve kracht voldoende klasse heeft om zijn publiek geboeid te houden. 

2 november 2012
Patrick Van Gestel