Alex Cameron - Concert wordt performance
Het Bos, Antwerpen, 25 augustus 2017
The Beegees’ ’Tragedy’ als opwarmer van een avondje retro; de keuze was helemaal raak. Want Dieter Von Deurne & The Politics en Alex Cameron delen een zekere zucht naar het verleden, zij het misschien niet naar hetzelfde tijdperk.
Er zit nogal wat ironie in dat nieuwe project van Dieter Sermeus – wat wil je met een bandnaam als Dieter Von Deurne & The Politics - die na The Go Find opnieuw helemaal voor de gitaar heeft gekozen; de gitaren van Teenage Fanclub, jazeker, maar ook het gevoel van Wilco, zoals de krachtige opener Nuclear Love al meteen duidelijk maakte. Een gierende gitaar zocht zijn weg langs een altcountrypaadje op weg naar een eerste prachtsong. En er zouden er nog volgen.
Intussen droop de good clean fun van het lijf van de volkomen fout besnorde - ironie, ziet u? - frontman samen met het zweet dat zijn rondhossen, ter plaatse trappelen en smoelen trekken met zich mee bracht.
En passant bracht hij met Heart Shaped Stone nog een ode aan zijn vader, die net negenzeventig jaar was geworden. Maar naast sympathiek was het ook raak in nummers als het exuberante Reckless Kids en afsluiter Channel. Wat hiervan zal bijblijven? Vooral het pure enthousiasme van een kind dat de rock-‘n-roll (her)ontdekt; zo van het soort om jaloers op te zijn.
Diezelfde ironie zit ook in het personage dat Alex Cameron neerzet. Maar waar Dieter Von Deurne in zijn muziek terug overschakelt naar ernst, trekt de man van down under de lijn in zijn muziek gewoon door. Voortdurend wordt er sexueel - zij het nooit expliciet – beladen taal in de songs gestopt, maar met zoveel tongue in cheek dat je er geen enkele aanstoot aan kan nemen. The Chihuahua was zo’n nummer waarin “The pussy leaves town”, en je niet anders kan dan erom te glimlachen.
Dat alles werd dan ondersteund met zijn typische, hoekige dansen waarbij hij zijn achterwerk prominent achteruit stak en/of toonde aan zijn publiek; tenminste als hij niet gitaar speelde. Want de band werd beperkt tot drummer, gitarist-bassist en saxofonist annex vaste kompaan Roy Malloy, terwijl een tape (jammer genoeg) – “We can’t afford a synth player” – de elektronica persifleerde op de achtergrond. Maar dan nog boeide dit wel, al moeten we ook toegeven dat soms de eentonigheid wat deukjes in het al krakkemikkige geheel sloeg. Het bisnummer werd trouwens – een beetje onvoorzien want de microfoon was al weggestopt – zonder tape gebracht en had hierdoor meer authenticiteit. Maar de eighties-synths horen er nu eenmaal bij.
Ook tussen de songs door speelde Cameron de schlemiel, die voor het ongeluk geboren was. Met lange verhalen leidde hij de songs in, die daardoor allemaal op unieke wijze gekaderd werden. We hoorden verhalen over reizen met een oude Cadillac, over gsm’s en het verschil tussen “looking good” en “good looking”; ook het glutenvrije bier, dat Het Bos serveert, werd naadloos geïntegreerd. Hierdoor oversteeg de show een beetje het muziekgegeven, maar werd het meer een performance.
Schitterend om zien was hoe het publiek steevast bijzonder enthousiast reageerde op de oudere nummers (Cameron brengt op 8 september een nieuwe plaat uit) en dat de dames in onze buurt steevast in trance leken te gaan bij songs als Take Care Of Business. Ook de nieuwe songs werden warm – in de zaal was het smeltpunt nabij – onthaald, maar zijn nu eenmaal (nog) niet zo bekend als de oudere.
Alex Cameron is een geval apart, maar wel eentje dat, als de eighties je dierbaar zijn, absoluut de moeite loont om mee te maken, in de Botanique bijvoorbeeld op 27 november in het kader van Autumn Falls.