Alborosie - Rock on
De Casino, Sint-Niklaas, 29 november 2022
Het was u natuurlijk compleet ontglipt, maar Alborosie is de rasta van het Europese vasteland die de meeste populariteit en connectie heeft met de hedendaagse reggaecultuur en bijhorende legenden. Nu ja, voor zover je Sicilië tot het vasteland mag rekenen dan. De zanger, songwriter en producer woont sinds 2000 in Jamaïca en heeft platen opgenomen met onder meer Thee Wailers, Roots Radics, Gentleman en King Jammy en is kind aan huis bij het befaamde Greensleeves-label. Kortom, een zaalconcert van Alborosie bleek een ideale muzikale remedie om een mistige lentedag met veel fileleed in de buitenwereld weg te cijferen.
Naast de tot op de grond reikende dreadlocks en de imposante verschijning, typeert een concert van deze Italiaan-Jamaîcaan zich door een pittige dosis energie. Alborosie is een voorvechter van de rastacultuur en steekt dat niet onder stoelen of banken. Het is trouwens het centrale thema van de net verschenen nieuwe plaat ‘For The Culture’. Old meets new, daar gaat het om. Dat betekent zoveel als traditionele rootssongs en klassieke riddims, maar ook een stevige portie uptempo dancehall en vurige raps tussendoor.
En die werden al ingezet door warming-up-dj Soulshakers, die een mooi verhaal bracht vanuit rootsreggae (Abysinnians) richting dub en dancehall met enkele Barrington Levy-knallers (Murderer, Under Mi Sensi): goede stampers om erin te komen. Al was de overgang naar het optreden zelf magertjes. Na een dik uur kwam de achtkoppige en nogal dicht op elkaar gepakte Shengen Clan aarzelend op met meer dan twee minuten pijnlijke stilte. Allicht de naweeën van een nachtje stappen in Amsterdam de avond voordien om “margarita pizza’s” te eten, zoals Pupa Albo graag de liefde voor ganja verbloemde. Groene pizza’s.
Gelukkig was de meester wel in vorm en verpletterde hij het ietwat aarzelende publiek na een rockende, bluesy, psychedelische intro (geen lange instrumentals vooraf of een voor reggae-artiesten gebruikelijke aankondiging van twintig seconden riddim-mash-up van de komende songs voor Alborosie). Met dwarse rode pet en John Lennon-bril ging de rasta voor een energieke set met veel singalongs en fijah – Jamaïcaans voor vuur, passie, spirit. Naadloos in elkaar overvloeiende stampers uit de nieuwe plaat als For The Culture en Challawa gingen moeiteloos doorheen classics als Waan The Herb en Rastafari Anthem of zelfs een heerlijke Wailing Souls-traditional Shark Attack. Wel telkens met een vrij stevige, uptempo bas en drum-dancehall-drive.
Na een uur vol spirit en profetische meezingteksten was de bruistablet een beetje uitgewerkt, wat het optreden iets meer zuurstof gaf. Dixit: meer interactie. Alborosie die de bijna onophoudelijk hakkende en hoppende chants even achterwege liet om bassist, backing-singerduo of zelfs het publiek even in de spotlight te zetten (al hoefden die Black Uhuru-achtige “wojooo, wojoo joo joo”-voor- en nazingpartijen niet echt voor ons), meer dub instrumentals en dus ook meer vuurwerk, wanneer enkele rub-a-dub-intermezzo’s met samen stampende instrumenten aanbraken.
Veel reggaeculture en dancehallfijah dus voor een menigte met opvallend groot leeftijdverschil. Met een stukje Marley of Police In Helicopter (John Holt) als extra olie op het red-gold-green-spektakel. Wij zinderden vooral met een brede glimlach nadien de nacht in met gevleugelde woorden “I and I born the living dread. Inna these ya town of the living dead.” Rock on, Alborosie!