Adrian Crowley - Magisch realisme

Ancienne Belgique, Brussel, 6 februari 2015

Op Wikipedia wordt beweerd dat magisch realisme een stroming in de kunst en de literatuur is. In de Ancienne Belgique zette Adrian Crowley dat om in muziek. 

Adrian Crowley - Magisch realisme



Voor zijn looks moet je het zeker niet doen. Want de kalende Ier met de priemende ogen heeft zijn smoeltje niet echt mee, ook al merk je wel dat er iets charismatisch in hem zit. Maar als hij zijn mond opendoet, vormen zich de vreemdste beelden in je brein. Beelden, die je dan naar eigen believen kan invullen. De bedwelmende muziek – niet meer dan een gitaar en/of wat piano – doet de rest.

Naar gewoonte wist hij de droomsfeer van zijn liedjes als een luchtbel te doorprikken met grappige verhaaltjes over agressieve eksters (hetgeen uiteraard de aan- en inleiding was tot The Magpie Song), over de rare gewoontes, die ze er in Deventer (Nederland) op nahouden of over de cd’s, die hij op de luchthaven in zijn broek moest stoppen opdat zijn bagage het maximale gewicht niet zou overtreffen. Het is een manier om de spanning, die met zijn muziek gecreëerd wordt, te ontladen, een manier ook die wonderwel werkt.

Maar zo gauw hij zijn gitaar aansloeg, was het een en al ernst. De muziek kreeg een bijna spookachtige sfeer door de overdaad aan delay, die hij met zijn effectpedalen uit de boxen deed galmen. In combinatie met zijn brommende stem was het de ideale soundtrack bij de poëtische beelden, die hij met zijn teksten tevoorschijn toverde.

En dat was al zo vanaf Fortune Teller Song, waarmee het optreden werd ingezet. Als luisteraar was je meteen gevangen in het net dat Crowley schijnbaar achteloos uitwierp. Het was de voorloper van hoogtepunten als The Hatchet Song, waarbij hij tijdens de solo heel even niet zijn publiek één voor één uitzocht en zichzelf met de ogen gesloten verloor. Trouble, waarvoor hij voorprograma Katie Kim optrommelde, en eerder Alice Among The Pines sleurden je nog meer zijn droomwereld in.

Uiteindelijk werd de set afgesloten met een groots Some Blue Morning, waarvan de magnifieke gitaar zeker nog even zal bijblijven evenals het atypische, en eindeloos herhaalde “Wild and amazing”, waarmee de song werd afgesloten. Zo atypisch als dit op het eerste gezicht lijkt, zo passend was het bij de droombeelden, die langs alle kanten opdoemden.

Met Golden Palominos kwam hij nog één keer terug om zijn publiek daarna alleen te laten verder mijmeren. De set was niet erg lang geweest, maar geen ziel, die je daarover hoorde klagen. Iedereen was weer klaar om de bijtende kou, die buiten de zaal wachtte, aan te kunnen. Want Adrian Crowley had gezorgd voor een vuurtje dat van binnenuit je lijf wist op te warmen.

6 februari 2015
Patrick Van Gestel