AC/DC - Stomende rock-'n-roll trein

Sportpaleis, Merksem, 3 maart 2009

Al op de stoep voor het Sportpaleis wordt de massahysterie aangewakkerd door de prominent aanwezig merchandisestandjes. Hebbedingetjes van de avond zijn ongetwijfeld de rood opflikkerende duivelshoorntjes, die later de donkere pauzes tussen de nummers een demonisch karakter moeten aanmeten.

AC/DC - Stomende rock-'n-roll trein

Het over "spectaculaire waanzin" hebben, is misschien wat overdreven, maar we moeten het de Australiërs meegeven dat ze van meet af aan het vuur aan de lont weten te steken. Het enthousiasme van de ruim vijftienduizend toeschouwers kan dan ook niet op wanneer er na een helse introtape zowaar een stoomtrein het podium oprijdt. Als Angus Young met de gezapige riff van Rock And Roll Train de feestelijkheden officieel opent, ontploft de heksenketel een eerste maal.

Enkele ogenblikken later stuift zanger Brian Johnson met een brede grijns de tot diep in het publiek lopende catwalk op. "We came here for rock and roll!" Eenenzestig of niet, deze oud-strijder kent het klappen van de zweep en weet nog steeds hoe een massa te bespelen. Hell Ain’t A Bad Place To Be wordt luidkeels meegebruld. Her en der vallen vaders en zonen elkaar spontaan in de armen, doorkruist een eerste geut bier het luchtruim en worden t-shirts van het lijf gerukt. Taferelen waarvan later op de avond niemand nog opkijkt.

De immense lichtshow, een schuimbekkende Angus en de zwanendansjes van Johnson vormen een constante door de hele show. Uiteraard zijn het vooral de klassiekers die zorgen voor euforische momenten. Een scheurend Thunderstruck en de lang uitgesponnen bluesrocker The Jack lanceren Hell’s Bells (met obligatiore klok die uit de nok van de arena neerdaalt). Waarna Anything Goes, You Shook Me All Night Long en T.N.T. een onvervalst festivalgevoel uitlokken.

Whole Lotta Rosie mag dan wel een voorspelbaar hoogtepunt zijn. De reusachtige, opblaasbare versie van de dame in kwestie die wulps over de locomotief meedeint op de achtergrond, blijft op zijn zachtst uitgedrukt indrukwekkend. Tijdens het slotnummer van de reguliere set, Let There Be Rock, mag Angus Young dan eindelijk zijn eigen duivel uitdrijven. Tot groot jolijt van de opgejutte massa tovert het vierenvijftigjarig icoon wild om zich heen schoppend, vallend en rollend de ene gitaarsalvo na de andere door de muur van versterkers.

Na een stomend Highway To Hell en de bulderende kanonschoten tijdens For Those About To Rock (We Salute You) valt het doek definitief. De oorsuizingen nemen we er graag bij. Benieuwd of de heren hier ooit nog een vervolg aan breien.

3 maart 2009
Kevin Vergauwen