Absolutely Free Festival 2015 - Van onderkoeld tot oververhit en alle stadia daartussen

C-Mine, Genk, 9 augustus 2015

"Respect voor de organisatie! Coole, fucking bands! GRATIS!", beter dan Bed Rugs zouden wij het ook niet kunnen omschrijven. Welkom bij Absolutely Free Festival. 

Absolutely Free Festival 2015 - Van onderkoeld tot oververhit en alle stadia daartussen



Beginnen moet je ergens. Waarom dan niet met Bed Rugs. De gouden pakjes, die ze droegen toen we hen de vorige keer aan het werk zagen, hebben ze afgelegd, maar de muziek blinkt nog even fel. En daar konden geen (min of meer) tropische temperaturen iets aan veranderen.

De psychedelische poppareltjes, die dit kwintet uit zijn hoge hoed schudde, deden de zon ook in de grote tent schijnen. En de humor van de bende ("'t Is waaaarm") deed de rest. Het was dan ook met een brede glimlach dat het publiek naar het schouwspel stond te kijken. Of het allemaal niet wat routineus en nonchalant was? Aanvankelijk misschien, maar naarmate de band op stoom kwam, gingen de gitaren al eens uit de bocht en wipten de bandleden het podium over. Dat zit dus nog steeds goed met deze jongens. Tijd dat we die laatste plaat nog eens bovenhalen.

Voor El Yunque lagen de kaarten anders. Zij zijn nog jong en onbezoedeld, vegen overal hun kont aan en laten gitaren en - vooral - een ongezonde overdosis percussie (een drumstel en een elektronisch drumpad) de weg wijzen naar een vulkaan van emoties en noise. Meer is daar overigens niet voor nodig.

De percussie is soms poppy, maar veel vaker chaotisch en repetitief, soms tot net voorbij de grens. Bovendien herhalen ook de gitaren zich veelvuldig. Het resultaat is als de tovenaar van Oz, die Dorothy hardhandig wijst op het feit dat er in de echte wereld, zelfs in Kansas, zelden happy endings zijn. Maar het stak wel af tegen de andere bands waar het op power aankwam. En de opvallende zangpartijen (gedeeltelijk in het Nederlands, gedeeltelijk in het Engels) waren dan misschien niet altijd even verstaanbaar, ze zorgden wel voor de nodige blauwe plekken op onze ziel.

Dat Iceage die naam niet gestolen hebben, mochten wij eind vorig jaar nog ondervinden. Het was dan ook niet echt een verrassing dat ook dit optreden behoorlijk onderkoeld was. En de bijhorende slordigheid ontbrak evenmin. Zanger Elias Bender Rønnenfelt was beter bij stem, maar ook dan murmelde hij meer dan dat hij zong, kwam hij soms in de buurt van een Nick Cave en had hij het charisma van Jim Morrison over zich hangen.

Om nu te zeggen dat dit een slecht optreden was, zou de waarheid bij de oren trekken zijn. Maar echt memorabel was het evenmin. Desondanks waren wij behoorlijk in de wolken van de versie van Forever, die de band uit de boxen knalde. Drummer Dan Kjær Nielsen haalde het onderste uit de kan en liet je alle kanten van de tent zien in een song die steeds weer werd opgebouwd naar een hoogtepunt om dan stil te vallen.

Ze zijn nog bitter jong, deze Denen en hebben nu al een aantal puike platen op de teller staan. De performance kan ongetwijfeld nog beter, maar ook dat komt er vast ooit aan.

Niet iedereen kan zeggen dat Nils Frahm een nummer aan hem heeft opgedragen. Peter Broderick kan dat wel. In Genk stond hij in zijn eentje op het podium zelfs al had je soms de indruk dat er een volledige band inclusief koor vooraan stond. Het was nochtans enkel een synth, een viool, een elektrische gitaar en een sampler, waarmee hij dat deed.

Ook de beats ontbraken niet. Broderick schrok er immers niet voor terug om te gaan beatboxen tijdens I've Tried, één van de twee nummers waarvoor hij de steun kreeg van een extra muzikant, die hier bas speelde en in Below It zijn stem leende. Verder imiteerde hij een trompet met zijn stem of sprong hij het publiek in om hen aan te zetten om mee te zingen.

Tussen de nummers door nam hij trouwens rustig de tijd om uitleg te geven of achtergrond te schetsen bij zijn songs, iets wat perfect paste in het plaatje van dit festival, dat toch een zeker laidbackgevoel over zich heeft. De ondergaande zon maakte dat plaatje compleet.

We waren even van de kaart toen we Archie Bronson Outfit zagen aantreden. Want vaste bassist Dorian Hobday bleek vervangen te zijn door een toetseniste, die de bassen uit een synth haalde (en veelvuldig haar notaboekje nakeek). Later vertrouwde zanger-gitarist Sam Windett ons toe dat dit slechts een noodoplossing was omdat Hobday aan een ander project werkte.

Maar geen nood: Archie Bronson Outfit was ook zo best te genieten. Alleen was de band al vier nummers ver vooraleer wij van de verrassing bekomen waren. Maar met We Are Floating werd de pil definitief doorgeslikt en waren we klaar om verder te worden ondergedompeld in de krautrockende psychedelica van dit drietal, waarvan Mark "Arp" Cleveland naar goede gewoonte overkwam als een octopus onder stroom.

Vanaf discopastiche Dead Funny tot aan afsluiter Cherry Lips was het dan zorgeloos wegzinken in een zee van nauwelijks verstaanbare, in reverb gedrenkte teksten, drammende gitaren en een toetseniste, die haar streng trok en zelfs vocale steun leverde.

Aan een nieuw album is de band voorlopig nog niet toe, zo zei Windett ons nog, maar ook met de oude songs valt nog wel een en ander aan te vangen, zo bleek.

Na een lange week besloten wij het hierbij te laten en keerden huiswaarts van wat zonder de minste twijfel het meest sympathieke festival van België is, alwaar de temperatuur in een oogwenk van onderkoeld naar oververhit loopt en weer terug.

9 augustus 2015
Patrick Van Gestel