Wannes Cappelle en Nicolas Callot - Benevelen als een soort dronkenschap

Benevelen als een soort dronkenschap

De Belgische pianist Nicolas Callot begon spontaan aan Franz Schubert te denken, toen hij Wannes Cappelle enkele jaren geleden bezig hoorde. De Oostenrijkse componist speelde zelden voor grote zalen, maar musiceerde in de huiskamer met vrienden. En dat zit ook in de muziek. Zowel in die van Schubert als in die van Wannes. Hij stelde dan ook aan Cappelle voor om samen in de ruim zeshonderd liederen van Schubert te duiken. Callot selecteerde er enkele en Cappelle leverde daarvan de vertalingen in het West-Vlaams. Het resultaat is de unieke plaat ‘Kom, Benevelt Mie!’, een plaat vol kwetsbare en breekbare liedjes onder een zacht bedje van pianoklanken. Ook het gesprek met beide muzikanten verliep in die sfeer.

Jullie samenwerking is niet alledaags. Hoe zien jullie dat zelf?

Nicolas: Het is alleszins een unieke combinatie. We brengen twee werelden bij elkaar, die van pop en klassiek. Voor Wannes was het de uitdaging om Schubert te leren kennen, voor mij was het leuk om eens met een niet-klassiek geschoolde zanger te werken. Het moment dat we het project hebben aangepakt, verliep alles heel naturel. We zijn erin gegroeid en hebben boeiende wegen bewandeld.

Kende je het werk van Schubert eigenlijk?

Wannes: Het was toch een grote ontdekkingstocht. Ik kende de naam van Schubert uit de partituren uit de muzieklesjes in de muziekschool. Veel verder ging dat niet. Mijn eerste contact met de klassieke liederen was toen ik naar een concert van Nicolas in De Singel ging kijken. Ik leerde Schubert kennen als een singer-songwriter avant la lettre. Ik had toen al zin om in het repertoire te duiken om er ook inspiratie uit te halen. Ook in de thematieken zitten fundamentele verschillen. De manier van zingen en de melodieën zijn vaak interessanter dan wat je soms in de hedendaagse popmuziek tegenkomt. Het was dus vooral een leerrijk proces, maar tegelijk heb ik er een grote liefde voor Schubert door gekregen. Die vonk is zeker overgesprongen.

Was het een moeilijke zoektocht om muziek en de vertalingen van de tekst te laten harmoniëren?

Wannes: Ik kende de liederen niet en heb ook niet naar opnames geluisterd met bestaande interpretaties. Ik ben begonnen vanuit de tekst, maar het was soms nuttig om de partituur erbij te nemen om te weten welke woorden de klemtonen kregen. Er is trouwens weinig wat ik liever doe dan dat soort van teksten zoeken en vinden. Als ik bij het schrijven van nieuwe muziek vastzit, dan vertaal ik soms gewoon bestaande popnummers die ik mooi vind. Dat is voor mij een soort van sudoko. Ik vind werkelijk niets leukers dan in het West-Vlaams woorden zitten zoeken en verdraaien om ze te doen passen in een bepaald metrum. 

Heb jij muzikale toegevingen moeten doen om de teksten in te passen?

Nicolas: Ik ben redelijk trouw gebleven aan de partituur. Wat het verschil maakte, was dat ik kon spelen op een instrument dat een kopie was van dat van Schubert: een piano forte en geen moderne piano. Die is volledig uit hout gemaakt waardoor het volume veel kleiner was. Er werd in de tijd van Schubert meer gespeeld voor huiskamers, niet voor grote zalen. De mensen zaten rond de piano. De klank en de sfeer werden zo intiemer, wat we ook nu hebben overgenomen omdat zoiets meer harmonieerde met de stem van Wannes. Die viel mooi samen met het timbre van het instrument. Veel kleurrijker, intiemer en retorischer allemaal. We zijn zo ook losgekomen van het Hoog-Duits van Schubert, wat een barrière vormt voor mensen die niet in de klassieke wereld zitten. Je voelt zo toch wel een beetje minder afstand. Wie weinig voeling heeft met klassiek, krijgt zo gemakkelijker toegang. De teksten bieden de essentie van wat Schubert bedoelde naast de herkenbaarheid van de stem van Wannes.

Was het voor jou aanpassen nu het aantal decibels beperkt was?

Wannes: Neen, ik heb genoeg huiskamerconcerten gespeeld met onversterkte gitaar. Het voelde op die manier vertrouwd aan. Het grootste verschil zat hem in het feit dat het ging om het vertolken van liederen van Schubert. Het zijn vertalingen van Schubert en dus ging het veel minder over mezelf. Je vertolkt iets dat een ander ooit heeft gezegd. Dat is een totaal andere positie dan degene die ik inneem bij Het Zesde Metaal. Het leuke aan dat systeem is dat je voortdurend cadeaus krijgt. Terwijl je zoekt naar de juiste vertaling ver weg van de letterlijke transcriptie, vind je vaak een ander beeld waar je anders nooit zou opgebotst zijn. Dat vond ik onwaarschijnlijk fijn. De voldoening was dan ook des te groter bij een goede vondst. De volgende stap was dan om het gevondene te leren zingen, wat best uitdagend was. Als je zelf een song schrijft, ga je meestal in de richting van wat het beste in je stem ligt. Nu moet je je de uitdagingen van de partituur eigen maken, de juiste toonaarden ontdekken. Bepaalde noten worden aangehouden, andere worden dan weer heel snel gezongen.

Voelde je je vrij in de vertaling die je maakte?

Wannes: Het is altijd leuk als je enigszins beperkt bent, want zoiets werkt bevrijdend in een creatief proces. Er lag al een tekst. Als die al archaïsch klonk, zat de uitdaging in het feit dat ik het moest vertalen naar een beeld dat wel binnenkomt bij de luisteraar. Het was soms wroeten en dagen aan een stuk met stukjes zinnen in je hoofd rondlopen tot ik het plots een andere wending gaf en toch de juiste opening in de tekst vond. Het was als een puzzle, die ik moest oplossen (lacht).

Hoe was het voor jou om Schubert in het West-Vlaams te horen?

Nicolas: Ik ken Wannes al een tijdje en vind zijn songs ook goed. De verwondering, die ik voor Schubert heb, koester ik ook voor Wannes’ teksten. Dat zorgt voor een zekere vertrouwdheid met zijn taal. Bovendien is Wannes altijd honderd procent zichzelf, als hij zijn teksten schrijft en ze brengt. Tekst en muziek kwamen als het ware vanzelfsprekend samen.

Als je met zijn tweeën een plaat maakt, wie kiest dan de albumtitel?

Wannes: We hebben die gekozen met een glas whisky in de zetel (glimlacht). We waren het vrij snel eens. De titel verklapt ook wat we hopen dat er met het publiek gebeurt. We willen hem en haar benevelen met die liederen. Er was geen West-Vlaams woord voor dat gevoel. "Benevel mij", gebruiken we niet in ons dialect. Ik zag benevelen als water geven aan planten en tegelijk het bedwelmende, een soort dronkenschap. Ik vond het heel goed passen bij de plaat.

Nicolas: De titel vinden en vastleggen was een heel fijn moment We waren op zoek naar wat we gingen doen met de hoes en de titel. Plots was die er omdat die ene zin eruit sprong. Het is een regel die verschillende lagen en betekenissen heeft. We vonden het schitterend passen bij de muziek maar ook bij de persoon van Schubert en de negentiendeëeuwse, romantische suggestieve sfeer. Het is een heel uitnodigende titel. We openen er ook onze voorstelling mee.

Met ‘Kom, Benevelt Mie!’ gaan Wannes Cappelle en Nicolas Callot deze winter in principe ook op tournee, maar corona kan daar een stokje voor steken. Hou de websites van www.wannescappelle.be en www.nicolascallot.be in de gaten. De plaat is beschikbaar via de websites van beide muzikanten.

4 november 2020
Steven Verhamme