Venus In Flames - Ik denk dat mijn moeder er stiekem trots op zou geweest zijn
Venus In Flames, het alter ego van singer-songwriter Jan De Campenaere, bestaat twintig jaar en dat wordt gevierd! Met een gloednieuw album 'Vanishing Act' en met een best-of-tournee van veertig concerten langsheen culturele centra en clubs. In 2020 lag de wereld stil door corona en in het midden van de pandemie kwam er voor De Campenaere nog een extra harde slag. Jans moeder overleed totaal onverwacht aan een hartaanval. Ze liet hem en zijn vader in shock achter. Het is onvermijdelijk dat haar dood in de nieuwe liedjes gekropen is, zowel impliciet als expliciet. Het is dan ook een intieme plaat geworden. Dat hoor je ook in de breekbaarheid en kwetsbaarheid van de songs. Een plaat vol schoonheid en troost, van de duisternis naar het licht en terug.
Waarom heb je het abum ‘Vanishing act’ genoemd?
Jan De Campenaere: Het kleine verhaal van mijn moeder, die de grote verdwijntruc doet, net zoals ieder mens die in zijn leven onderneemt, dat zit zeker in de plaat. Bij een echte goochelverdwijntruc weet je dat het niet echt is. Dat zit er ook in. Mijn moeder is dan wel verdwenen, maar echt weg is ze nooit. Ze blijft aanwezig.
Is zo’n plaat maken therapeutisch?
Er zijn toch een aantal songs die over mijn mama gaan. Denk maar aan Letter To My Mother, Stronger Love en River Blides. Het zijn songs die ik moest maken, die uit mijn systeem moesten. Er is een rouwperiode over gegaan vooraleer ik die muziek en teksten op papier kreeg. Die nummers waren inderdaad best wel een hulp om te verwerken.
Welk beeld van je moeder, die drieënzeventig werd, krijgt de luisteraar, als hij luistert naar de plaat?
Als iemand die heel geliefd was, iemand die aanwezig was, iemand met wie ik een goede relatie had. Een moeder zoals een moeder moet zijn, in mijn ogen. Vandaar dat de nummers, die over haar gaan, toch wel een eerbetoon zijn. Ik denk dat ze er stiekem trots op zou geweest zijn. Niet dat ze dat zei, maar ik hoorde het wel in mijn omgeving.
Breekbare, intieme liedjes. Hoort die muziek bij de gebeurtenissen?
De basis voor de plaat was er al in de coronatijd. We waren gedwongen om veel vanop afstand te doen en daar is de idee gekomen om alleen te beginnen. Met de songs die ik had, wist ik toen al dat het opnieuw een intieme plaat zou zijn, niet echt een pop- of rockplaat. Je hoort echt wel het huiselijke dat erin zit. Oorzaak en gevolg dus. De songs lenen zich tot de meer intieme aanpak. Doordat ik alleen bezig was, werd dat aspect alleen maar versterkt.
Vloeien de teksten vlot uit je pen in zo’n moeilijke periode?
Ik had in die moeilijke periode van verwerking iets om me in vast te bijten. Net na haar overlijden was het verdriet te groot en nam ik tijd om te rouwen. Dan was er geen tijd en zin om muziek te maken. Bovendien konden we ons niet voorbereiden op het overlijden. Er was geen vuiltje aan de lucht en plots was ze er niet meer. De plaat is een uiting van mijn gevoel en dan hoop ik in tweede instantie dat ik daarmee andere mensen kan troosten die in een gelijkaardige situatie terechtkwamen.
Eén van je bandleden, Regine Mosuse, is er helaas ook niet meer. Je schreef met Mystery ook een nummer voor haar. Hoe belangrijk was ze voor jou en Venus in Flames?
De song was al ongeveer af voordat we het tragische nieuws hoorden. Achteraf vond ik dat het liedje echt bij haar paste, als een mooi eerbetoon. Iedereen van de band stond perplex, toen we het nieuws vernamen. Dat verwerkingsproces is nog volop bezig. Ik draag het nummer aan haar op omdat het heel toepasbaar is op Régine. Ze was amper negenenveertig met een zoon van zeventien. Dat is toch moeilijker te aanvaarden dan als je op een zekere ouderdom sterft. Ze was er altijd bij als we live speelden. De komende tournee is er eentje zonder bas en drum. Haar snel, snel vervangen was niet aan de orde.
Je hebt samengewerkt met onder meer Tom Vanstiphout en Gert Bettens. Hoe was het om met zo’n grote namen te spelen op je plaat?
Fantastisch! Het zijn allemaal mensen, die betere muzikanten zijn dan ikzelf. Ik ben gewoon een songwriter, maar zij beheersen die instrumenten als geen ander. Het is een eer en een plezier om met hen te werken. Het zijn klasbakken: je moet maar iets uitleggen en ze weten meteen wat je bedoelt. Ze geven ook ideeën aan over hoe het eventueel anders kan.
Je speelt veertig concerten de komende maanden. Hoeveel zin heb je daarin?
Heel veel! Na alle kommer en kwel en corona ben ik superblij. Om de ontroering te zien van echte mensen voor jou, daar doe je het toch voor als artiest. De belangrijkste was de albumvoorstelling in de kerk van Ressegem. Dat was echt "sjiek", want het was al een tijdje uitverkocht. Het was ook het startschot van de tour. Ik speel zowel in culturele centra, clubs als kerken. Dat laatste is wel de max, zeker als het middelgrote kerken zijn: ideale plaatsen, waar mijn muziek volledig tot zijn recht komt.
Foto: Ymke Dirikx