Tunng - Eén groep, verschillende plekken

Tunng is zo één van die rondtrekkende bands die je makkelijk met een familie kunt vergelijken. Het definitieve vertrek van oprichter Sam Genders, het naar Ijsland uitwijken van de andere frontman Mike Lindsay en een hoop kinder- en liefdesaffaires zorgden voor de nodige verhaallijnen. Maar door die veranderende periodes en door het nieuwe album ‘Turbines’ zijn de banden binnen de clan hechter dan ooit.

Eén groep, verschillende plekken



Ondanks de koudere oorden, die Mike Lindsay opzocht, staat hij met kortgeknipt haar en fijne baard ons op te wachten aan de ingang van het AB-café. Het mag dan naar Belgische normen een gure dag zijn, het is nog steeds een pak warmer dan in het hoge noorden.

Mike Lindsay: het was er koud, donker en eenzaam. Ik hou daar enorm van. De zon komt er niet op voor één uur in de namiddag dus uit je bed geraken is best moeilijk. Maar anderzijds is het gezellig om met je partner in bed te blijven liggen. De pubs zijn ook tot laat gevuld omdat mensen elkaar opzoeken. En de creatieve sfeer die er hangt werkt inspirerend. Mensen spelen in elkaars bands en er ontstaan makkelijk samenwerkingen.

Jouw verhuis naar Ijsland heeft het opnameproces er waarschijnlijk niet eenvoudiger op gemaakt.
Het heeft vooral langer geduurd. Het heeft een jaar in beslag genomen vooraleer het allemaal opgenomen was. Een maand in Londen, twee weken in Reykjavik, dan weer twee weken op het plattenland in Engeland en weer ik op mijn eentje in Ijsland knutselend.

Als die afstanden er niet waren geweest dan had het ons amper drie maanden gekost. Nu heeft het hele project wel een heel jaar kunnen verder rijpen in je hoofd. Het enige vervelende is dat je een idee niet meteen de dag erna kunt uitproberen omdat de rest van de band aan de andere kant van de wereld zit.

Hoe hebben jullie op die manier een verhaal in het album gekregen?
Iedereen kon deelnemen aan die verhaallijn. Zo creëerden we "a feeling of unity". Ashley Bates (gistarist, nvdr) schreef een groot deel van de teksten. Hij had daarvoor nog maar één nummer geschreven. Hij kwam dan aandraven met een tekst maar wou dan niet zeggen waar het over ging. Iemand anders maakte daar dan weer zijn eigen interpretatie van, gebaseerd op de emoties die voor hem uit die tekst naar boven kwamen.

Er zitten dus heel diverse persoonlijke elementen in het album die onderling gedeeld worden. Het is moeilijker dan een traditioneel sprookje vertellen maar het maakt wel dat iedereen zijn eigen ding erin kan zien en terugvinden. Ook muzikaal zijn we zo te werk gegaan. Iedereen kon bijdragen in delen die anders door één iemand werden gedaan.

Het was vaak moeilijk om tijd te vinden om samen te zijn omdat iedereen ook eigen projecten heeft, maar als we samen waren, gaf dat een bijzonder goed gevoel. We moesten ook echt samenleven in die periodes. Terwijl iemand kookte of boodschappen deed, zat er iemand anders in de opnamestudio, enzovoort. Mijn enige bezorgdheid achteraf was dat er wel voldoende cohesie in ‘Turbines’ zou zitten, maar ik denk het wel. Het mag dan op verschillende plaatsen gemaakt zijn, het is wel één groep mensen die er aan gewerkt heeft.

De groep bestaat nu tien jaar. Wat waren voor jou de belangrijke momenten die de richting van Tunng bepaalden?
Onze samenwerking met Buck 65 (Canadees experimenteel hiphopartiest, nvdr) en Serafina Steer (Engelse harpiste nvdr) als onderdeel van het Transmusicales festival in het Franse Rennes. We kregen vijf dagen om te repeteren en elkaars muziek te leren kennen.

Dat was een enorme ervaring. De manier waarop Buck 65 zijn hiphop gebruikte op onze nummers toont wat een geweldig artiest hij is. Ook het songschrijverstalent van Serafina verbaasde ons. Het was een enorme verrijking om met mensen samen te werken die een heel andere achtergrond hadden.

Het heeft er ook voor gezorgd dat we vandaag op een heel andere manier op het podium staan. Vroeger zaten we altijd neer op een stoel maar nu zijn onze shows veel energieker. Zowel muzikaal als fysiek.

Een andere buitenaardse ervaring was met de Malinese bluesband Tinariwen. Dat was enorm inspirerend. Niet dat we daarna andere muziek zijn beginnen maken, maar de samenwerking op zich was uniek. Zij spraken geen woord Engels en we kregen door visaproblemen maar vier dagen om te repeteren. Maar wat eruitkwam was ongelooflijk. Het was muzikaal zeker niet perfect en sommige mensen zullen het optreden misschien niet geweldig gevonden hebben of net wel. Maar voor ons viel de puzzel mooi in elkaar.

Een dik jaar geleden brachten jullie de ‘Live At The BBC Sessions’ uit. Was dat een soort van terugblik?
Voor ons voelde het echt wel aan als een best-of. Er staan zowel oudere als recentere sessies op. Het is ook een bewijs van onze vriendschapsband. Er staan zelfs covers op waarvan we vergeten waren dat we ze gedaan hadden zoals Naked In The Rain (van dancegroep Blue Pearl, nvdr).
 

Over livemuziek gesproken: in september start jullie tour. Al een idee hoe de optredens eruit zullen zien? De albums durven namelijk nogal eens verschillen met wat je op het podium ziet.
We schuiven zeker het "danselement" naar voren en concentreren iets meer op de elektronica. Nummers zullen ook meer uit elkaar gerafeld worden om dan weer in elkaar over gaan. Zoals ik daarstraks al zei zijn we veel dynamischer op het podium geworden. Neem dus maar aan dat het er heel energiek aan toe zal gaan (lacht).

Tunng speelt op 6 oktober in de Botanique.

24 juli 2013
Koen Van Dijck