Triggerfinger - The Stones overstijgen smaken

Hoewel de heren allesbehalve stilgezeten hebben is ‘All This Dancin’ Around’ van Triggerfinger, hun vorige, alweer vier jaar oud. Nadien volgden nog een onverwachte megahit, een livealbum, een soundtrack en een ep of twee. En natuurlijk veel optredens. Heel veel optredens. Maar nu dan toch die nieuwe plaat, al had ‘By Absence Of The Sun’ er normaal gezien al anderhalf jaar eerder moeten zijn.

The Stones overstijgen smaken



De grote schuldige voor de vertraging is de onverwachte hit die hun spontane cover I Follow Rivers werd. Het begon ergens in 2012 in een radiostudio van 3FM en het eindigde ergens aan de top van de internationale hitparade. Waarna de heren besloten om dat succes te proberen verzilveren door intensief te gaan toeren in het buitenland.
Merken jullie nu dat in landen, waar ze jullie nog niet zo goed kennen mensen die komen kijken naar Triggerfinger iets anders hadden verwacht op basis van I Follow Rivers?
Ruben Block (zang, gitaar): Ja, maar dat lijkt me niet abnormaal. In het begin schrokken mensen wel als ze ons bezig zagen en nog niet zo vertrouwd waren met ons repertoire, maar ik denk dat we toch niet veel mensen afgeschrikt hebben.
Het was soms vreemd om te zien dat, op plaatsen waar wij dachten dat we nog niet zo doorgedrongen waren – zoals in Istanboel bijvoorbeeld – de mensen tijdens ons concert nummers van twee platen geleden stonden mee te zingen. Met dank aan het internet.
Jullie hebben de laatste jaren heel vaak in het buitenland gezeten en gaan dat nu weer doen. Lukt het onderhouden van vriendschappen met het thuisfront een beetje met zo’n levensstijl?
Monsieur Paul (Polle, bas): Het is moeilijk. En vreemd. Wij zijn ook zo intens met die muziek bezig dat er nog maar weinig ruimte is voor iets anders. Met als gevolg dat het soms moeilijk is om nog raakvlakken te vinden met vrienden. En dan moet je terug wat dingen samen doen -al is het maar naar een concert gaan of zo - om samen weer iets op te bouwen. Maar mijn vrienden weten dat ze op me kunnen rekenen als het echt nodig is.
Mario Goossens (drums): Mijn vrienden hebben altijd gezegd: “Als je te veel voor mijn deur staat, dan is dat een teken dat er iets niet goed gaat.” Als ik hen zie, is dat ook meteen weer alsof ik ze twee weken niet meer gezien heb. Terwijl ik ze al minstens drie maanden niet meer gezien heb.
Perstekstmateriaal: jullie zijn alle drie heen en weer geslingerd tussen eenzaamheid en euforie.
Block: Tja, als je zolang op toer bent als wij, dan ben je bij elkaar op de goede en op de minder goede momenten. Je beleeft alles samen. De euforie, die bij de optredens komt kijken, maar ook de heimwee op dagen dat we weer naar huis willen. Thuis hebben we alledrie mensen zitten die ons lief zijn, mensen die we ook wel eens missen uiteraard. Het leven van een groep onderweg wordt op dat gebied wel eens onderschat. Van 'By Absence Of The Sun' hadden we heel gemakkelijk een neerslachtige, depressieve plaat kunnen maken, maar dat is ze niet geworden. En daar ben ik blij om. Er zit wel een zekere tweeledigheid in, maar zelfs die is subtiel. De titel bijvoorbeeld is niet de meest vrolijke, maar er zit volgens mij toch ook heel wat zonlicht in de plaat.
Weet je, ik heb ook niet de behoefte om het diepste van mijn ziel bloot te leggen in mijn teksten. Als een tekst goed klinkt, als ik daar betekenis aan kan geven voor mezelf, dan is het een goede tekst. Ook al weet ik zelf misschien niet helemaal waar het over gaat, ik moet er iets bij kunnen voorstellen. En natuurlijk gaat het ook om het metrum. Soms moet het woord met de perfecte betekenis wijken voor een ander omdat het alternatief beter in het metrum van het nummer past. Het ene is niet belangrijker dan het ander, maar het ritme van een woord is minstens even belangrijk als de betekenis ervan.
Is het dan autobiografisch als je in Trail Of Love “Don’t be afraid / ’cause I’ve got room enough / You’ve got me back on this trail of love” zingt of niet?
Block: Dat nummer heb ik al heel lang geleden geschreven en toen was ik vrijgezel. Soms schrijf je nummers naar aanleiding van dingen die gebeuren, dan weer schrijf je over dingen waar je nood aan hebt. Trail Of Love kan je eerder in die laatste categorie onderbrengen. Ik kende toen mijn huidige vriendin zelfs nog niet.
Ruben, jij noemt ZZ Top als invloed in de perstekst, Mario heeft het over Roxy Music en Polle over Robert Palmer. Leg eens uit.
Block: Er zitten ook nog veel andere dingen in, maar dat zijn de dingen die ze er bij de platenmaatschappij uitgelicht hebben.
Polle: In mijn geval is het niet eens zozeer muzikaal. Het gaat over het tongue-in-cheek-gevoel van Robert Palmer. Het gaat over de sensualiteit, die in de plaat zit. Wij hebben één voorbeeld gegeven, maar dat konden er ook honderdduizend andere zijn. Het feit dat iedereen ook andere dingen in de plaat hoort vinden we fijn. Dat is eigenlijk het beste bewijs dat we een eigen geluid hebben. De vergelijkingen gaan al van INXS tot The Stranglers.
Er vond zelfs iemand – dat vond ik helemaal van de pot gerukt – dat Perfect Match Duran Duran was. Nu blijkt dat er twee noten van de basriff overeen komen. Die seconde muziek kan je waarschijnlijk in een miljoen nummers in één of andere vorm terugvinden. Na een jaar of zestig popmuziek lijkt het me ook niet onlogisch dat een nummer aan een ander nummer doet denken.
Jullie zijn een groep en profileren jullie ook zo, doen ook alle interviews samen. Hoe gaat dat in de studio? Heeft iedereen vetorecht?
Goossens: Iedereen is belangrijk, maar dat is geen kwestie van vetorecht. Wat we maken moeten we met ons drieën goed vinden. Als iemand iets niet ok vindt, gaan we dat in vraag stellen en kijken of we een oplossing kunnen vinden voor het probleem. En als het dan nog niet opgelost is, dan gaat het niet door.
Block: Vetorecht impliceert dat iets sowieso niet doorgaat als één van ons zijn voet neerzet. Zo werkt het niet. Het gaat om overleg en interesse in de ander.
Polle: Het klinkt cliché, maar dat is ook de reden waarom we nu kunnen zeggen dat we allemaal achter elk nummer staan. Ik denk eerlijk gezegd niet dat je veel groepen kan vinden waarvoor dat geldt. En trouwens, succes is toch een factor die je nooit kan voorspellen – kijk naar wat er met I Follow Rivers gebeurd is – dus ons maakt het niet uit welke nummers een single worden. Smells Like Teen Spirit op de radio horen is vandaag de normaalste zaak van de wereld – ah ja, want het is dé hit van Nirvana – maar toen dat nummer uitkwam, was het dat allesbehalve. Je kan daar echt een voor en na in trekken: daarvoor mochten elektrische gitaren niet. Nadien moest het.
Block: Elk Belgisch label kwam ook plots af met hun eigen versie van Nirvana.
Zijn jullie als groep veranderd sinds pakweg 'What Grabs Ya?' (2008)?
Block: Het enige dat ik kan bedenken is dat we misschien nog wat beter hebben leren spelen, dat we zekerder zijn geworden door de ervaring die we hebben opgedaan en door met iemand als Greg Gordon te werken. Omdat het vertrouwen geeft als je weet dat er iemand achter de knoppen zit, die weet hoe hij de klank van die groep moet weergeven.
Goossens: In Triggerfinger zit een natuurlijke evolutie van de eerste plaat tot nu. We zijn gestaag gegroeid. Het is een mooie evolutie geweest, stapje voor stapje. We zijn niet meteen geëxplodeerd en eigenlijk zijn we daar heel erg blij om. We zijn rustig kunnen groeien.
Wat vinden jullie de meest comfortabele positie: het hoofdpodium openen op Rock Werchter zoals in die tijd of later spelen op wat overigens de beste festivaldag is, zoals deze zomer?
Block: De meest comfortabele positie voor ons is openen. Dan zijn de mensen beduidend minder kritisch, dan word er ook weinig of niks van je verwacht en dan kan je verrassen. Nu staan we tussen of net voor de grote kanonnen: The Black Keys, Pixies, Pearl Jam. Dan kan je niet op je lauweren rusten, dan moet je uit je pijp komen.
Polle: Ik wil trouwens echt naar Pearl Jam gaan kijken, ik heb hen nog nooit aan het werk kunnen zien.
Goossens: En de dag ervoor spelen we nog eens met The Black Keys, op Arras, en dan staan we vroeger geprogrammeerd dus die gaan we dan wellicht kunnen bekijken.
En een weekje eerder spelen jullie een paar uur voor The Rolling Stones op TW Classic. Nog helden, gokken wij.
Polle: De allergrootste. Werkelijk iedereen is opgegroeid met muziek van The Stones. Dat is gewoon muziekgeschiedenis. Die hebben geen enkel slecht nummer gemaakt.
Block: Hun dingen uit de eighties... Undercover Of The Night bijvoorbeeld, dat is toch een topnummer!
Polle: Het zijn ook gewoon iconen. Elk van hen heeft een functie in die groep, dat is nu eens het typevoorbeeld van een groep. The Stones overstijgen smaken.
Block: En het beste bewijs dat ze nog wel relevant zijn ondanks alle smalende kritiek over “de bompa’s” is dat ze die hele Werchterweide op minder dan een uur hebben uitverkocht.
En dan spelen jullie in het najaar, op Sinterklaasdag, ook nog Vorst Nationaal. Een arenashow.
Block: Dat is sowieso heel spannend. Misschien wordt het wel een ijkpunt. Of een eenmalig iets. Dat wil ook niet zeggen dat we niet meer in kleinere clubs gaan spelen, alleen spelen we dit najaar al een heel uitgebreide, buitenlandse clubtour en dus hebben we ervoor geopteerd om hier voor een grote zaal te kiezen en te proberen daar een uniek evenement van te maken, zowel voor ons als voor wie komt kijken.
Goossens: Ik hou wel van die grootsheid, die je soms bij concerten ziet. De eerste echt grote show, die ik live heb meegemaakt, was er één van Queen. Dat monumentale is fantastisch.
Polle: Muziek maken is gewoon plezant. Of het nu op het podium is of het werken aan nieuwe nummers erbuiten. Uiteindelijk zijn we muzikanten. Wij willen muziek maken, creëren.
Goossens: Zelfs op interviewdagen als deze: je praat de hele dag over muziek en als je dan ’s avonds thuiskomt, dan kriebelt het stevig om toch nog even die gitaar vast te pakken of achter die drumkit te kruipen.
Polle: We vinden het trouwens ook niet erg om interviews te geven. Als je een goede, gepassioneerde journalist voor je krijgt, kan dat zelfs heel prettig zijn. Of het nu in de muziek of in de journalistiek is: beroepsernst en respect zijn alles. Maar dit was plezant: lullen over muziek, één van de leukste dingen ter wereld.
16 april 2014
Geert Verheyen