Tomàn - 'Op de radio gedraaid worden, is een belediging'

Het is de munteenheid van Iran, maar het zijn óók vijf jongens van Bachten de kupe. Tomàn is de naam, en met een bionade in de hand geven ze ons een streepje uitleg bij hun verhaal: een veertig minuten durende langspeler die parallel loopt met 37 illustraties. Een vreemd concept, horen wij u denken. Vandaar dit gesprek!

'Op de radio gedraaid worden, is een belediging'



'Where Wolves Wear Wolf Wear' is jullie derde album. Willen jullie écht iets betekenen of is het eerder gewoon een manier om de tijd te verdrijven?

Wouter: We doen dit alles uiteraard niet zomaar, maar toch is muziek maken voor mij nu eenmaal ook een dagtaak. Ik heb mijn leven zo ingedeeld dat ik alleen maar daarmee bezig kan zijn. Het was dan ook vooral mezelf en Lode die zich bezighielden met de plaat: ik de melodieën, hij de ritmes. Een perfecte tandem, dus. De andere twee komen af en toe wel eens kijken, maar hebben minder tijd. Wij spelen het in en zij moeten dan maar luisteren en naspelen.

 

Lode, jij doet de ritmesectie. Het viel me op dat de cd veel ritmischer is, soms zelfs mathematisch.

Lode: Alles is eigenlijk begonnen met een ritme. We hadden eerst enkele nummers gemaakt, maar die bleken té poppy en dus rijp voor de vuilbak. Daarna zijn we weer van nul begonnen, vanuit een ritme, en zo hebben we een plaat ontwikkeld.

 

Gruwen jullie bij de gedachte om popmuziek te maken?

Wouter: We vinden dat de nummers gewoon nummers waren, niet meer dan dat. Je luistert ernaar, ze passeren en na tien keer ben je ze beu. Jezelf ermee onderscheiden, doe je niet.

 

Dus je gaat wel degelijk op zoek naar een manier om te vernieuwen...

Lode: Ja. Maar we proberen het ook interessant te houden voor onszelf. Wouter moet die nummers nog honderden keren beluisteren als hij ze mixt, dus moet het geestig blijven, hé.

Wouter: Met deze plaat heb ik nu, na die honderden luisterbeurten, nog steeds geen verzadigingspunt bereikt. Dat komt waarschijnlijk ook omdat de melodieën en ritmes constant veranderen.

Lode: De plaat is ook veel minder repetitief. Als we ze live brengen, is het net alsof je een match speelt. Je moet supergeconcentreerd zijn. Vanaf het begin moet je constant met je hoofd erbij blijven en pas op het einde kan je ontspannen.

 

De nummers lijken inderdaad maar door te gaan en hangen allemaal aan elkaar. 

Wouter: Dat is ook net het leuke eraan: beginnen vanaf nul en je geen fluit aantrekken van songstructuren, strofes of refreinen. We hebben gewoon onze zin gedaan en geprobeerd om een verhaal te vertellen. We konden nog wel twee uur doorgaan, maar uiteindelijk hadden we plots het gevoel dat het verhaal eindigde.

 

 

De mastering deden jullie in Londen, en dan nog wel in Abbey Road. Waarom?

Wouter: Ik zeg niet dat het in België minder kwalitatief is, maar ik was het hier zo strontebeu om altijd dezelfde namen te horen. "Wij hebben hier Clouseau en Dana Winner gedaan en daarnaast ook een paar alternatieve dingen", kregen we steevast te horen. Ik wilde gewoon iemand die gespecialiseerd was in ons genre.

 

En waarom is dat zo belangrijk? Dat moet toch ook heel wat geld gekost hebben?

Wouter: Masteren is wel degelijk belangrijk, want je kan er je muziek mee maken of mee kraken. In Abbey Road hadden ze een functie die ik met geen plug-in ter wereld kan nabootsen. In Londen durfden ze echt veel meer dan tijdens de sessies die ik hier meemaakte. Als je de compressor hoort, dan hóór je ze en dan wordt ze meteen als een soort instrument gebruikt. We waren ook veel meer bij het proces zelf betrokken. In België was dat helemaal niet het geval.

Lode: Bovendien was het ook gewoon een immens avontuur. Op de trein stappen, naar Londen gaan, met je cd'tje mee. Alstublieft meneer X. (lacht) Het eerste wat hij zei toen we aankwamen was: "Roken jullie? Ah goed, dan kunnen we hier in deze kamer roken. Door het ruitje, want dat mag hier eigenlijk niet."

Wouter: Het is absoluut niet de dikkenekkenstudio die je zou verwachten. Het is er ook helemaal niet klinisch clean, maar veel eerder een studio met persoonlijkheid. Simpele mensen op sportschoentjes die samenwerkten met Radiohead en Marilyn Manson. Ik kon daar gewoon rondlopen op mijn pantoffels.

 

Hebben jullie in de nummers ook bewust meer zang gestoken?

Lode: Da's toch positief? We hebben deze keer trouwens ook mooie teksten geschreven, vind ik.

Wouter: Vroeger vonden we dat teksten grappig moesten zijn en niet echt betekenis moesten hebben. Maar nu... De zinnen houden steek en ze vertellen het verhaal op zo'n mooie manier, in een Engels waar we lang naar gezocht hebben. Dat werken met een verhaal was trouwens nooit echt de bedoeling. Het is echt gegroeid, omdat de muziek zo gegroeid is. Beide vullen elkaar zelfs zo hard aan dat we ons op bepaalde momenten op de teksten beriepen om verder te gaan met de muziek, en omgekeerd. En dat is écht een machtige manier van werken.

 

Kan je een voorbeeld geven?

Lode: Op een bepaald moment gaat het over een rivier die leeggepompt wordt. Dan zijn we bijvoorbeeld gaan zoeken naar een geluid dat dat pompend effect weergeeft. Een andere keer komt er een koets af, en dan zoeken we een koetsritme. Maar aan zulke dingen zouden we nooit gedacht hebben als er geen verhaal was geweest. Ook het verschil tussen mensenwereld en dierenwereld hebben we proberen te evoceren door een dreiging in de layers te stoppen.

 

Maar humor blijft toch belangrijk voor jullie. In het boekje lees ik een bedankwoordje voor Oscar Crucke.

Lode: En de Snoeckx hé! We hebben thuis zo nog een stuk of drie Snoeckx-boeken staan, en daar haalden we dan inspiratie uit. Elk heeft zijn eigen boekske en zijn favoriet meisje natuurlijk.

 

Hoe zit dat eigenlijk met die dierenwereld op al jullie platen? Een vreemd concept, toch?

Lode: Op de eerste cd, Catching Grizzly Bears Lesson One, zijn we begonnen met beren, op de tweede gingen we verder met zalmen. Het zijn echt heel dankbare dieren. Een beer is lief en stoer tegelijk. En een zalm ... Nouja, die is verbonden met een beer, aangezien die laatste jacht maakt op de eerste. 

Wouter: Waarom zouden we níet over dieren schrijven? We moeten toch niet schrijven over onze eerste liefde?

 

Er zit geen milieubewuste drijfveer achter?

Wouter: Neen, niet echt. De vorige keer probeerden we per cd wel een euro aan WWF te geven, maar ze mailden nogal arrogant terug dat ze alleen met grote bedrijven wilden werken.

 

De plaat wordt vergezeld van illustraties, maar wij snapten die niet zo goed. Kan je er wat meer uitleg bij geven?

Wouter: Uitstekend! Als je het allemaal meteen begrepen had, was het een cd voor dommekloten. De prentjes en de muziek lopen echt perfect parallel en het is de bedoeling dat je de ene maand eens het ene deel en de volgende maand het andere deel probeert te snappen.

Lode: Maar we gaan dat nu niet allemaal verklappen. Dat zou te lang duren.

 

Vinden jullie zo'n conceptplaat een commercieel goede zet?

Wouter: Dat is toch wat alle mensen willen? Eens weg zijn van die drukte en een uurtje iets helemaal anders doen. Zich laten opnemen door een verhaal. Of dat is althans wat alle mensen zouden móeten willen. De dag van vandaag vind ik het trouwens eerder een belediging om op de radio gedraaid te worden dan een compliment. Echt waar.

 

Je luistert dus niet naar de radio?

Wouter: Neen, voor geen meter. Ik spuug erop. Enkel Klara continuo.

 

Alles wat pop en rock is, doet pijn aan je oren?

Wouter: Ja, tuurlijk. Al vier jaar luister ik naar dezelfde cd van Shipping News. En Radiohead natuurlijk, toch een van onze favoriete bands. En Jasper Erkens ook. (lacht)

 

Is iets dan slecht omdat het eenvoudig is?

Wouter: Ik vind gewoon dat je eerlijke muziek moet maken en niet muziek om zoveel mogelijk geld te verdienen op korte tijd. Je voelt ook dat veel bands niet goed weten waarmee ze bezig zijn. Ze hebben een nummertje geschreven en zeggen dan: "Hier producertje, doe dat eens goed klinken voor mij en maak eens een videoclip en een hoes die erbij past. Wij trekken ons daar immers geen fuck van aan, want we hebben het te druk met onze make-up."

Lode: Wat denk je dat Jasper Erkens gedaan heeft op zijn cd? Zijn gitaar ingespeeld en al de rest is allemaal geproducet. Je mag natuurlijk niet van iedereen verwachten dat ze alles zelf doen, maar toch. Bij ons is het ontstaan vanuit de honger om het zelf te willen kunnen. In plaats van 4.000 euro te investeren in een opnamestudio, investeren wij op lange termijn. Zo leren we veel en moeten we bovendien geen toegevingen doen.

 

Vraag je tijdens het creëren dan ook nooit feedback over je muziek?

Lode: Er zijn wel enkele mensen die heel dicht bij ons staan en die dan eens komen luisteren. Maar ook dat gebeurt pas op het einde. We gaan het proces niet veranderen omdat iemand een opmerking heeft. Wat we wegsmijten, smijten we weg.

Wouter: Dat is dan voor de B-kantjes van onze singles. (lacht)

 

Tot slot, wat is het mooiste compliment dat ik jullie zou kunnen geven?

Wouter: Tot nu toe kwam de grootste schouderklop van een Spaanse vriend: "Het is iets waar ik al een hele tijd naar op zoek was, maar nooit ergens te horen kreeg." Ik vond dat tof, want vanuit dat gevoel is het allemaal begonnen. Maar ook horen dat we grensverleggend zijn en dat dat zijn sporen nalaat in de hedendaagse muziek, vond ik leuk.

Lode: Dat is echt te veel eer in één keer. Iemand zie trouwens ook dat het hem "goodbye postrock" zei. Dat vond ik wel een leuk compliment. Want zeg nooit dat we op Mogwai lijken. Anders kom ik je persoonlijk op je mulle geven.

 

We maken ons snel uit de voeten. Bedankt voor het gesprek.  

28 mei 2009
Mattias Devriendt