Tijs Vanneste - Live moet ik het gevoel hebben dat ik een koorddanser ben

Live moet ik het gevoel hebben dat ik een koorddanser ben

‘Over De Helft’, zo heet de eerste plaat die Tijs Vanneste onder eigen naam uitbrengt. Althans, de eerste die hij voor zichzelf maakte. De cd moet een belichaming zijn van elementen die voor de Kempenaar van onschatbare waarde zijn: humor, diepgang en plezier. Op de plaat worden die heerlijk overgoten door een portie reggae, dub en Slavische klanken met teksten in het authentieke Kempische dialect. Een rechttoe-rechtaan plaat van een vijfenveertigjarige zanger die vooral eerlijk in het leven staat.

Waarom koos je voor ‘Over De Helft’ als albumtitel?

Tijs Vanneste : Ik denk dat ik mathematisch wel al ruimschots over de helft van mijn leven zit. Plots kom je op een moment dat je als het ware aan je pluslijst bezig bent. Als je jong bent, heb je dromen, maar daar ben ik nu ondertussen een beetje voorbij. Ik kan al een beetje terugkijken naar wat er nu allemaal al is geweest. Het zorgt ervoor dat ik nu helemaal open sta voor wat komt, zonder verwachtingen. Het is een beetje de afronding van de eerste vijfenveertig jaar.

Hoe kijk je terug op die eerste levensfase?

Er zijn heel veel dingen gebeurd die ik vooraf niet had verwacht of had kunnen inschatten. Zelfs in mijn fantasie niet. Ik was als jonge gast niet de gemakkelijkste. Ik moest door een periode dat ik mij moest neerleggen bij de wereld zoals die bestond. Binnen de contexten van de maatschappij draaide ik mee. Tot ik een job had in het onderwijs, mijn vaste benoeming kreeg en toen dacht: ik ga proberen vrij te zijn. Ik wou me gewoon los amuseren. Sinds ik dat beslist heb rond mijn dertigste, gebeurt het één na het andere onwaarschijnlijke eigenlijk.

Maak dat eens concreet.

Ik had nooit gedacht dat het zou lukken om te kunnen leven van het tatoeëren. Dat is gelukt. En daarna kwam het nooit in me op dat het me ooit zou lukken te kunnen leven van de muziek. En daarbovenop kwam de tv er dan nog bij. Dat was zelfs geen fantasie. Momenteel zit ik al een aantal jaren in een situatie die me vaak doet denken van: "Hoe ben ik hier eigenlijk in beland?" En tegelijk merk je dat, wanneer het dan toch zover is, ook allemaal maar is wat het is.

Heb je dan het gevoel dat je de laatste jaren in een rollercoaster zit?

Zeker toen tv er is bijgekomen, al heb ik me altijd voorgenomen om me door niks zot te laten maken. De pedalen verliezen, dat zit niet in mij. Het is toch wel een avontuur. Ik denk nog altijd: wanneer gaat er iemand bellen om te zeggen dat alles maar een grap was? We hebben beslist: we gaan er mee ophouden. Als ik het rationeel bekijk, dan denk ik nog altijd van: "Hoe kan dat? Ik ben maar een vage hippie uit een boerendorp". Zo blijft dat in mijn hoofd hangen.

Terug naar de plaat. Hoe ontstaan nummers bij Tijs Vanneste?

De laatste twee platen dateren van voor 'De Kemping'. Elke cd was een ode aan andere mensen. Ik had beslist dat het hoog tijd werd om nog eens iets honderd procent voor mezelf te doen. Ik wou me gewoon amuseren zonder verwachtingen. Ik ben gewoon beginnen te schrijven en de nummers kwamen er vrij vlot uit. Ik kan niet zeggen hoe dat komt. Al snel merkte ik een veelheid aan genres in mijn hoofd: een snuifje reggae, wat pop, een beetje rock en onwaarschijnlijk ook een pak Balkan. Het gebeurde gewoon. Wat me ook opviel, was dat alle nummers een geheel vormden. Van het eerste nummer tot de laatste song. Toen ik mijn eerste liedje af had, is dat eigenlijk zo blijven groeien tot ik mijn laatste schreef. Het voelde als een afgerond geheel voor mij.

Je had het over het einde. De plaat opent met een stukje a capella in Zonde.

Bij het openingsnummer dacht ik op een gegeven moment dat ik een nieuwe 'Lion King' aan het maken was (lacht). Ik zat in het moment en wou gewoon zien wat er zou komen. Ik liet het gebeuren. Het is ook geen toeval dat ik op deze plaat alles zelf wilde doen, behalve de blazers, want dat kan ik niet, maar ik heb die wel geschreven. Ik wilde helemaal het heft in eigen handen houden en dat ging als bij wonder eigenlijk supervlot.

‘Over De Helft’ is een vrolijke, blije plaat geworden. Dat mag ook eens.

(lacht) Ik ben blij dat je dat zegt. Bij zo’n mood hoort veel reggae en ska en vrolijkheid, dacht ik. Die zomerse invloeden gaan eigenlijk al terug naar een tijd dat ik nog metal maakte. Al toen ik een jaar of zestien was, ging ik met een klein groepje vrienden naar die underground reggaefeestjes in binnen- en buitenland. Ik vond dat ik daar nu iets mee moest doen. De plaat is al een tijdje klaar en we hebben overwogen om ze voor de zomer uit te brengen. Omdat ik nog eens een zomer op mijn gemak wou zijn met mijn gezin heb ik dat dan toch maar niet gedaan. Ik had al hard gewerkt in de tijd daarvoor en daarom besloten we om de cd toch in september uit te brengen. Ik heb deze zomer echt van mijn vakantie geprofiteerd.

In de teksten zit een flinke smak nostalgie. Is dat iets typisch voor jou?

Dat is een doorslagje van de titel. Het is echt een soort afronding van dat wat geweest is. Van nature ben ik eigenlijk geen nostalgische mens. Ik kijk eigenlijk weinig of zelden terug. ‘Over De Helft’ is een uitzondering: het is tegelijk terugkijken en afronden. Met deze plaat wil ik laten zien wie ik ben geworden tot op dit moment. En daarna ben ik vooral benieuwd naar wat nu nog gaat komen. Ik ben al volop aan het schrijven aan het vervolg. Ik heb het gevoel: hier ben ik. Ik moet niet meer terugkijken. Alle focus ligt nu op de toekomst.

Er staan ook een paar opmerkelijke samenwerkingen op de plaat. Hoe ben je bij voorbeeld met Dirk De Wachter in zee gegaan?

Iedereen is natuurlijk fan van Dirk vanwege zijn rake verwoording van het leven. Het leek me een grappig idee om iets met Dirk te doen. We denken over veel dingen hetzelfde, heb ik gemerkt de laatste jaren. Ik wou hem in de song laten zien op een manier waarop de mensen hem eigenlijk niet kennen. Je voelt eigenlijk de onrust achter zijn woorden, terwijl het publiek hem vooral kent van de rust die hij telkens brengt. Dat leek me wel een goede grap.

Met Metejoor heb je ook een duet gemaakt. Hoe is het om samen met hem een uithangbord voor de Kempen te zijn?

Het leuke aan Joris en mij is dat wij eigenlijk in een compleet ander muzikaal spectrum zitten. Het is goed om buiten de lijntjes en de vakjes te denken. Mainstream in combinatie met alternatief, veel artiesten zouden dat niet doen. Daar kan ik niet zo goed tegen. Wie ben ik om te zeggen dat Metejoors muziek niet goed is? Hij verkoopt duizenden platen meer dan ik. Joris is een goeie gast. Ik ken hem al langer. Toen ik hem vroeg om een samenwerking, was hij meteen enthousiast, ook al was dat niet zo vanzelfsprekend.

Je plaat eindigt met De Verrijzenis. Wat is de betekenis daarvan in het geheel van de plaat?

Het leven bestaat uit vallen en opstaan. Er zijn dus wel wat momenten dat je struikelt. Als je daarna recht krabbelt, is er toch nog altijd veel mogelijk, zoniet alles. Je moet je niet laten neerhalen door meningen of je zaken laten aanpraten. Als je een eigen visie hebt en je weet wat je wilt, dan kun je gewoon terug verder doen met wat echt belangrijk is. Met die boodschap wou ik de plaat beëindigen. Er is altijd nog een toekomst, ook al lig je plat op je buik of op je rug op de grond. Als je daarna echt je best doet, krijg je weer vleugels en kan je terug vliegen naar om het even waar.

Aan de plaat is ook een tour gekoppeld. Hoe groot is het verlangen om die nummers met het publiek te delen?

Op dit moment voel ik heel veel goesting. Ik heb een volledig nieuwe band samengesteld. Een aantal muzikanten waren al bij De Pelikanen betrokken. Mijn nieuwe groep heb ik De Paradijsvogels gedoopt. Ik heb een aantal oude vrienden opgetrommeld, ook al had ik een beetje schrik om ze te vragen, door hoe hard ik naar hen opkijk. Saxofonist Frank Deruytter is een levende legende. Mocht hij een Amerikaan geweest zijn, dan was hij een wereldster. We kennen elkaar eigenlijk al heel ons leven. Hij woont ook in mijn dorp. Op kousenvoeten heb ik hem uitgenodigd om mee te doen. Steven Van Gool vroeg ik op bas. Ook hij is een oude vriend. Van in mijn jeugdjaren zijn wij al maten, maar toch had ik nog nooit muzikaal met hem samengewerkt. (Hij heeft ooit een hele plaat over de Kempen gemaakt, mijn leefwereld.) Hij kent mijn leefwereld want hij groeide er ook in op. Ik vond het niet meer dan logisch dat hij zou meespelen. Live brengen we weer helemaal andere versies van de songs dan op de plaat. Daar kijk ik heel hard naar uit omdat het telkens weer een nieuw verhaal is. Ik kan niet iets klakkeloos reproduceren. Dat vind ik niet tof. Live moet ik het gevoel hebben dat ik een koorddanser ben. Dat ik eraf kan vallen als ik niet uitkijk. Op het podium gaan we dan ook vrij improviseren.

Zal elk concert daardoor helemaal anders zijn ?

Dat denk ik wel. Het is iets wat ik belangrijk vind, anders vind ik het ook snel saai. Ik treed liever minder op, maar maak van elk optreden wel een avontuur. Ik kan ook een tour doen van twintig, dertig optredens en dan gewoon spelen wat ik gemaakt heb, maar dan voelt het nogal snel aan als werken, maar ik wil het fris houden voor mezelf. Ik moet elektriciteit voelen.

Bij een plaat horen misschien ook ambities. Welke horen bij ‘Over De Helft’?

Ik heb er geen dromen bij. Dat doe ik niet meer. Ik wil me gewoon amuseren met fijne, lieve mensen rondom mij. Ik wil me helemaal overgeven aan het publiek tijdens concerten, oprecht muziek maken en daarvan genieten. Je hebt tegenwoordig veel producties waarbij loops en backingtracks meelopen, maar dat wil ik niet. Ik wil authentiek staan musiceren met de jongens en gewoon echt van het momentum genieten. Als ik al een ambitie heb, dan is het de hoop dat veel mensen het een hele toffe plaat gaan vinden. Ik heb er echt mijn best voor gedaan, ook voor dingen als het artwork en de hoes. Er steekt veel energie in. Eerlijker kan ik niet worden. Ik hoop dat de mensen de vibe gaan voelen op de plaat, dat hun heupen spontaan beginnen te shaken, als ze de cd opzetten.

Zie je de plaat als een soort kindje van jezelf, zoals sommige artiesten dat dan zeggen?

Zeker en vast. Ik ben trots op 'De Kemping'-platen, maar deze cd voelt eigenlijk veel harder van mezelf. Toen ik metal speelde, had ik dat gevoel ook en Van Echelpoel, dat was een act, hé. Superplezant, maar dat was comedy in mijn hoofd. Ik ben blij dat ik terug iets helemaal voor mezelf gemaakt heb.

Tijs Vanneste is te zien in Boechout (03.10), Turnhout (19.10), Tessenderlo (14.03), Heist-op-den-Berg (21.03) en Mol (26.04)

12 september 2024
Steven Verhamme