Thijs Boontjes - De muziek is nostalgisch, terwijl de teksten zo progressief mogelijk zijn
Begin november verscheen het langverwachte tweede album van Thijs Boontjes ‘Dancing Boontjes’. In dit vervolg op zijn debuut ‘Geen Achttien Meer’ uit 2019 ontpopt de Nederlander zich tot activist, levensgenieter en soms ook als partner die het verprutst. Thema’s als vreemdelingenhaat, homofobie en andere vormen van intolerantie in onze samenleving komen aan bod, maar zelfs dan nog blijft de stemming best vrolijk. Daar zorgen onder meer de teksten vol zelfspot voor. Boontjes ten voeten uit.
Wat heb je geleerd uit het maken van je eerste album vijf jaar terug?
Thijs Boontjes: Eigenlijk heb ik niet zo heel veel anders gewerkt. Ik merk gewoon dat, naarmate ik zelf ouder word, alles eigenlijk langzaam vanzelf verandert, ook de manier waarop je schrijft als zanger. De lichtvoetigheid van het eerste album is wat verdwenen. Dat betekent niet dat je me minder ernstig moet nemen. Het is nog altijd even menens. Wat dat betreft is er voor mij geen verschil. Ik ben niet alleen veranderd, de wereld is dat ook.
Jouw eerste album verscheen in 2019. We zijn nu eind 2024. Dat is vijf jaar en dus vrij lang.
Klopt. Ik hou ervan om muziek uit te brengen wanneer ik het volledig af heb. Ik heb in de tussentijd best wel vaak een lied uitgebracht en enkele maanden later weer eentje. Daardoor duurt het ineens wel heel lang voor ik weer een volledig album af had. Ik ben geen hele snelle schrijver. Dat moet ik ook eerlijk bekennen. Dat verklaart een hoop. De noodzaak om hier dan wel een album van te maken was eigenlijk dat het een soort conceptalbum geworden is. Ik wilde de garage van mijn voorouders, die in de naoorlogse jaren bij tijd en wijle werd omgetoverd tot een Bar Dancing getiteld “Dancing Boontjes”, nieuw leven inblazen. Alles wat zich op deze plaat afspeelt, speelde zich in mijn hoofd af op die plek.
In jouw teksten schop je wild om je heen. Is het de bedoeling om met jouw muziek en je lyrics ook de mensen een beetje een geweten te schoppen?
Die noodzaak voel ik wel. Ik heb het gevoel dat ik op dat podium toch meer mensen kan bereiken dan gemiddeld. Ik vind het zonde om daar geen gebruik van te maken om mensen een spiegel voor te houden of de waarheid te vertellen. Ik wil hen laten kijken hoe zij daar zelf tegenover staan. Daar ben ik altijd wel heel benieuwd naar en dat merk je dan op deze manier wel snel genoeg.
Je kaart thema's aan, die enigszins verspreid liggen. Verschillende vormen van intolerantie.
Het zijn allemaal dingen die ook wereldwijd een beetje aan het toenemen zijn helaas. Daar kan ik niet zo doof voor zijn in deze tijd. Je ziet het inderdaad overal, wereldwijd. Het is een trend die mij zorgen baart. Dat lijkt me niet zo gek. Ik ben voornamelijk opgegroeid in de jaren negentig. Een tijd toen in Nederland tolerantie een soort hoogtij vierde. We waren toen ook niet allemaal fantastisch voor elkaar, maar we stonden toch veel verder dan nu. Er is daar helemaal niks meer van over. Alles, wat progressief aanvoelt, daar wordt zo'n label opgeplakt. Al snel word je in de wokehoek geduwd. De populisten bespelen dat ook natuurlijk. Dat is een zorgelijke trend. Wat ik eigenlijk het ergste vind, is dat we - dat is nu al lange tijd gaande - dat heel langzaam een beetje normaal zijn gaan vinden. Dat we steeds verder wegglijden naar de extremen. Ik denk dat het mijn plicht als artiest is om daar wel tegen te ageren.
De single in België heet Campari Soda. Leuk nummer.
Het is een erg vrolijke song, maar ook daar zit toch wel een dubbele boodschap in. Een soort tegengif voor de diepgewortelde Calvinistische terughoudendheid van Nederland. Dat is precies waarom ik heel graag naar België ga: omdat het bij jullie wel minder is. Als ik zie hoe de aperitiefcultuur bij jullie leeft, daar kunnen wij nog een hoop van leren hier. Ik kijk altijd wel met enige jaloezie naar alles wat ten zuiden van Nederland gebeurt. Ach, neem het leven niet al te serieus en geniet, want daardoor ga je het eigenlijk meer waarderen. De Nederlander is over het algemeen opgegroeid met de idee om vooral hard te werken, niet te klagen en eigenlijk pas plezier te mogen hebben, als je daar een stevig prijs voor hebt betaald. Niet zomaar plezier hebben om plezier te hebben. Nee, dat is eigenlijk ten strengste verboden.
Je muziek is heel eclectisch: van disco, zoals de single, over rock, zelfs punk. Je bent niet in één vakje te stoppen.
De enige gemene deler, die bij mij te vinden is, is dat we alles met dezelfde band inspelen en meestal wel met ongeveer hetzelfde instrumentarium. Muzikaal gaan we veel kanten op. Dat amalgaam van stijlen is waarvoor ik sta. Als ik zelf mijn Spotify-lijst bekijk, dan gaat die ook veel kanten op, moet ik zeggen. Het is wel voornamelijk oude muziek. Ik hou nauwelijks in de gaten wat er recentelijk allemaal uitkomt. Mijn favoriete muziek dateert van voor de jaren zestig.
Die nostalgie zit ook in de titel van jouw plaat. Ben je iemand die met weemoed naar vroeger terugkijkt?
Ik ben iemand die ontzettend nostalgisch in elkaar steekt. Ik hou heel erg van dingen, die vroeger heel mooi zijn geweest en waar je aan proeft dat het hoogtijdagen heeft gekend, maar nu in lichtelijk verval is geraakt. Die nostalgie probeer ik op te wekken door middel van de muziek, terwijl mijn teksten zo progressief mogelijk zijn. Eigenlijk zodat deze plaat onmogelijk in een ander decennium gemaakt had kunnen worden als in het onze.
Voel jij je eerder een Nederlandse charmezanger of toch een charismatische rockster?
Het ligt wellicht ergens daartussen.
Je speelt veel in Nederland maar ook een enkele keer in België volgend jaar. Is het de bedoeling om vaker de overstap naar België te maken?
Dat zou ik wel erg graag doen, want ik kom zelf eigenlijk heel vaak in België. Ik zit vaak in Oostende, want heb daar schoonfamilie wonen. De cultuur is echt verschillend met die van Nederland en ik moet ook heel eerlijk zeggen dat die me misschien wel net iets beter bevalt dan de onze. Ik zou dan ook erg graag vaker over de grens optredens geven, maar daar zijn we mee bezig. Ik ga in België spelen op de nationale feestdag in Nederland. En dus ga ik die dag even kunnen ontvluchten wat ik heel grappig vind.
Je schoonfamilie woont in België. Hoeveel Belg zit er ondertussen in Thijs Boontjes?
Dat vind ik heel moeilijk om te zeggen. Mijn vriendin komt oorspronkelijk uit Brugge en is daar geboren. Ik heb ondertussen vooral de mooie kanten van het Belgische leven ontdekt en de taal is daar absoluut een groot onderdeel van. Een woord als "ambetant" kende ik nog niet twee jaar geleden. Ik hoorde mijn schoonvader dat aan de telefoon zeggen tegen zijn moeder en ik vond het onmiddellijk een mooi woord, iets wat ik nog nooit gehoord had. Ik ben steeds meer woorden gaan leren.
Alle info www.thijsboontjes.nl