The Antler King - Het is een soort psychose

Buiten gonst het van de bedrijvigheid. Het is Student Kick Off en de hormonen gieren door de straten van Gent, aangepord door alcohol en de opwinding die gepaard gaat met de – voor velen– eerste dagen van vrijheid. Bovendien staan achter de hoek twee auto’s in brand en dat zorgt ook voor de nodige hectiek. Maar het café van de Vooruit is een oase van rust, de pintjes zijn er fris en onze gesprekspartners ook. De ogen van Maarten Flamand en Esther Lybeert, samen The Antler King, tintelen even hard als die van de studenten, niet omdat ze aan de start van een academiejaar staan, maar omdat ze net een nieuwe plaat hebben: ‘Patterns’. Dat vraag om twee Roomers en een gesprek.

Het is een soort psychose



Jullie zouden de eigenlijke opvolger van jullie debuutplaat gewoon in de vuilnisbak gekieperd hebben. Klopt dat verhaal?
Maarten Flamand
: Ja, (zucht) dat is helemaal waar. Volgende week is het vier oktober en dan komt de nieuwe plaat uit en zal het exact een jaar geleden zijn dat we besloten onze eigenlijke tweede plaat niet uit te brengen. Dat was wel heftig, maar we waren niet gelukkig met het resultaat.

Esther Lybeert: Bij de demo’s hadden we nochtans wel een goed gevoel, maar met het uiteindelijke resultaat waren we niet tevreden. We stonden er niet achter. Het representeerde gewoon niet de evolutie die we als muzikanten hadden doorgemaakt en konden dus maar één ding doen: de plaat naar de prullenbak verwijzen.

Flamand: Uiteindelijk zijn er toch twee nummers van overgebleven. En eentje, dat we toen al opgenomen hadden, staat ook op ‘Patterns’.

Het album gaat onder andere over het vastgeroest zitten in vaste patronen. Dat blijkt alvast uit de titeltrack en Little Shakers & Wooden Blocks, maar de plaat zelf heeft daar geen last van. Ze is zelfs wat ongrijpbaar. Soms episch, dan weer ingetogen. 
Lybeert: We zaten de vorige keer ook vast in vaste schrijfpatronen. Maar goed, we zijn blij dat je het zo aanvoelt als je bedoelt dat de nummers heel divers zijn. Ze zijn ook vaak op een andere manier tot stand gekomen, maar wat ze verbindt, is dat ze echt van ons zijn. Het is echt Esther en Maarten. Al die verschillende muziekjes en sferen zitten in ons. Elk nummer is een facet van hoe wij zijn.

Jullie klinken ook minder gepolijst dan op de eersteling. Een bewuste keuze?
Flamand:
Ja, we hebben ­– het klinkt cliché – bewust de foutjes erin gelaten. Een moet niet per se helemaal “af” zijn voor ons. Het mag nog een vuil randje hebben. Onaf kan ook heel interessant en mooi zijn.

Lybeert: Het heeft ook te maken met het feit dat we alles zelf hebben gedaan. Maarten heeft een groot deel van de toetsen en synths voor zijn rekening genomen en ik heb gedrumd. En dat terwijl onze producer zelf een drummer is en de assistent ook en boven ons zat ook een drummer.

We kropen samen in het repetitiekot en terwijl we vroeger uitgingen van iets dat Maarten op zijn gitaar deed en ik daar een melodie op begon te improviseren, hebben we nu gitaar en ritme als uitgangspunt genomen. Soms namen we gewoon een track op en ging producer Jan Chantrain daarmee aan de slag. Hij creëerde een sfeer en daar gingen we dan op verder.

Jullie creëerden dit album als getrouwd koppel. Hoe gaat dat ten huize Flamand – Lybeert? In plaats van 'Thuis' en 'De Slimste Mens' elke avond samen musiceren?
Flamand:
Ja, vaak zijn we met iets bezig en gaan we plots in schrijfmodus omdat één van ons iets begint te spelen en de ander daar op inpikt. Soms gebeurt dat ook niet en dan druip ik af. Dan weet ik dat het niets wordt.

Lybeert:dikwijls beginnen we ook te schrijven op een moment dat we net weg moeten. Warriors bijvoorbeeld  hebben we opgenomen net voordat we naar een kerst- of nieuwjaarsdiner moesten. Maar het nummer moest eerst af.

Flamand: Het straffe is dat die opname ook zo op de plaat belandde. Nochtans was Esther toen net verkouden.

Lybeert: Toen we terug thuis kwamen na dat diner vonden we het nog altijd goed en dat was een goede graadmeter.

Waarom speelden jullie bijna alle instrumenten op de plaat zelf in?
Flamand:
Eigenlijk kwam dat doordat we de vorige plaat in de prullenmand hadden gegooid en we wilden even afstand nemen en enkel met ons tweetjes aan de slag gaan.

Lybeert: Na een tijd begonnen de nummers te komen en waren we zelf verbaasd dat we zo veel zelf konden doen en er zo weinig andere mensen bij betrokken moesten worden. We hadden maar één afspraak: we wilden geen pure singer-songwriterplaat maken. Verder kon alles. Ik amuseerde mij ook echt met dat drummen. Op een dag belde ik Maarten omdat ik een mooi drumstel had zien staan en ik vroeg hem of het gek was dat ik een tweede drumstel wilde kopen, ook al ben ik niet eens een echte drummer? Gelukkig steunde hij mij.

Flamand: Ook Jan stond echt achter ons tijdens het opnameproces. Hij stimuleerde ons om verder te gaan op de gekozen weg. Het was echt heel leuk om met hem samen te werken.

Lybeert: En zo maakt Maarten zelfs zijn debuut als leadzanger op een nummer (Never Come Back, nvdr) en hij nam de toetsen vaak voor zijn rekening, terwijl ik dat vroeger deed.

De eerste single Gold Red Circles klinkt euforisch en zomers, de tweede Patterns  spookachtig en psychedelisch en songs als Chain Of Memory Lane en Warriors dan weer ingetogen en fragiel. Welke van die vier is jullie favoriet?
Lybeert:
Dat hangt van het weer af of van de stemming.

Flamand: Maar als ik echt moet kiezen, ga ik voor Patterns. Dat was echt een doorbraak in het schrijfproces. We ontdekten met dat nummer dat we ook op een totaal andere manier tot een goede song konden komen. Met zo’n atypisch nummer de popwereld induiken en het uitbrengen als single is misschien niet evident, maar het publiek moet maar volgen.

Lybeert: Chain Of Memory Lane is meer een poëtisch nummer met een tekst waarin ik op een mooie manier probeer te zeggen wat ik bedoel. Terwijl Patterns dan gewoon zoiets heeft van waarom moeilijk doen. Het heeft een zekere luchtigheid en dat is ook eens plezant.

It Ain’t Mine had op ‘Stoalin’’ van Isbells kunnen staan qua gevoel. Er komen ook patronen in voor, maar dan in de betekenis van "forms and shapes". Waar gaat het over?
Flamand: I
k begrijp wat je bedoelt, maar het is niet dat we daarnaar op zoek gegaan zijn. We hebben die plaat niet eens gehoord, maar door de manier waarop het tot stand is gekomen en met die akoestische gitaar kom je inderdaad snel uit bij een groep als Isbells.

Lybeert: Het gaat over zich vreemd voelen in een plaats waar je eigenlijk thuis bent of veel mensen kent. Zet mij bijvoorbeeld op een drukke fuif waar je geen vijf woorden kan zeggen en ik voel mij enorm eenzaam. Dat gevoel is in dit nummer geprojecteerd naar een stad. Maar het kan overal gebeuren.

Een zin die me trof was “Listen to the radio / why don’t you love it anymore?” Ik herkende dat gevoel. Met het ouder worden, lijkt je favoriete muziek niet meer gespeeld te worden. Hebben jullie dat ook?
Lybeert:
Leuk dat je dat zo hoort, dat je die twee zinnen met elkaar verbindt! Ik wil dan ook niet veel uitleg geven over de echte betekenis want ik vind het net leuk dat iedereen zijn verhaal erin kan herkennen.

Flamand: Daar gaat het niet over. Wel over ouder worden, over afscheid nemen.

In het artwork is één songtitel meteen te herkennen. En we meenden ook verwijzingen naar Moonbeams  te ontdekken. Zitten ze er alle tien in?
Lybeert:
Er zitten alleszins veel verwijzingen in. We lieten Philippe Devuyst de plaat horen en hij mocht er mee aan de slag. We nodigen de fans uit om de zinnen en verwijzingen naar klanken zelf te ontdekken in de patronen op de cover.

Flamand: De code "14:48" is inderdaad een songtitel, maar ook meer. De buitenwereld gaat hier mee lachen, maar we hebben heel vaak dat we op de klok kijken en dan is het net zo laat. Of we zien een nummerplaat en dan zitten die cijfers erin.

Lybeert: '4.48 Pyschosis' is ook een theaterstuk van Sarah Kane…

Flamand: (lachend) Het is een soort psychose van ons.

In één track komt ineens een carrouseldeuntje voorbij. Een vleugje humor is ook belangrijk?
Lybeert:
(kijkt Maarten samenzweerderig aan) De reden dat onze cd nu pas klaar is, heeft te maken met die track. Toen we hem opnamen? spoelde onze producer de tape een stukje terug. En toen hoorden we een leuk deuntje.

Flamand: We gingen ervan uit dat het een oud rechtenvrij muziekje was en gebruikten een sample zonder daar verder bij stil te staan. Tot iemand ons erop wees dat er nog rechten op rustten.

Lybeert: We hebben onderhandeld met de rechthebbenden, maar kregen geen toestemming om het te gebruiken.

Flamand: Dan zijn we  op zoek gegaan naar een ander carrouselmuziekje, dat we wel konden gebruiken en dat hetzelfde effect had. (relativerende knipoog).

Lybeert: Gelukkig was de cd nog niet geperst, want we hebben die sample moeten vervangen, hermixen en hermasteren. Allemaal net op tijd. Maar ja, humor is belangrijk en een beetje zelfrelativering kan geen kwaad.

Wat zijn de plannen nu het album klaar is?
Flamand:
Live spelen en daarvoor zijn we nu keihard aan het repeteren. Mensen die ons vroeger gezien hebben, zullen schrikken want het wordt allemaal wat harder en vuiler. Mensen kunnen zich pas een juist beeld van ons vormen als ze ons live gezien hebben. En dan hopen we dat ze meteen massaal de plaat kopen.

Het zal wel wennen zijn voor de mensen die Esther graag bezig zien aan de piano. Ze komt nu niet van achter haar drumstel.

Maar we geloven nu honderd procent in wat we doen. Als het niets wordt, moeten we tegen de klappen kunnen. We zijn muzikant en kunnen maar een ding doen: doorgaan of stoppen. Maar dat is nog lang niet aan de orde.

Wie benieuwd is naar de nieuwe Antler King kan ze live zien op 1 november in de Vooruit, op 9 november in Kortrijk, op 12 november in Antwerpen, 13 december in Tielt, 20 december in Bree en op 19 februari in Brugge.

2 oktober 2013
Marc Alenus