Tape Cuts Tape - Zo hard lijken we toch niet op Marva

Rudy Trouvé is een veelzijdig muzikant met een indrukwekkende staat van dienst. Niet alleen had hij een grote invloed op de sound van het beginnende dEus, hij richtte ook tal van bands op die tot de kruim van de Belgische scene behoren. Dead Man Ray (met Daan), Kiss My Jazz (met o.a. Stef Kamil Carlens en Mauro) en het Rudy Trouvé Septet (met o.a. de zangeressen van Laïs en Tom Pintens) zijn er maar enkele. Talent én de goesting om regelmatig nieuwe muzikale uitdagingen te zoeken heeft hij gemeen met drummer, Eric Thielemans, en jazzangeres, Lynn Cassiers. Samen vormen ze de groep Tape Cuts Tape.

Zo hard lijken we toch niet op Marva



Wij mochten hen interviewen, net voor ze hun debuut ‘Pagan Recorder’ voorstelden. Al snel bleek dat Trouvé, Cassiers en Thielemans nog iets gemeen hebben: namelijk bescheidenheid, vriendelijkheid en gevoel voor humor!

Kijkend naar jullie afzonderlijke parcours, valt vooral op dat jullie elk tal van uiteenlopende artistieke projecten op jullie palmares hebben staan. Bij al jullie projecten lijken zin voor experiment en veelzijdigheid centraal te staan. Hoe belangrijk is dat "experimentele" voor jullie?
Eric Thielemans: Op zoek gaan, schuren tegen dingen en de grenzen aftasten is voor mij heel belangrijk. Als het dat is wat je verstaat onder experimenteren, dan doe ik dat altijd en in alles. Ik vind dat interessant.
Lynn Cassiers: Voor mij is het ongeveer hetzelfde verhaal. In alles wat ik doe, of het nu pop is of rock, is er altijd ’’het zoeken’’. Al mijn groepen zijn ontstaan uit jamsessies. Wat ik muzikaal doe, vertrekt altijd vanuit een soort experiment. Alhoewel… experimenteren is wel een groot woord, dat vele ladingen kan dekken.
Eric Thielemans: Ja, "what’s in a name". Om het een beetje flauwer te zeggen: zin voor avontuur, dat is waar het vooral over gaat.

Rudy Trouvé: Het is ook een beetje moeilijk gebied. Je kan iets experimenteel opvatten en iets maken dat an sich heel experimenteel in elkaar steekt, maar in een zodanige structuur zit dat mensen zeggen "Ah, da’s een leuk liedje!". Je hebt daar dan heel hard op gezwoegd maar de gemiddelde luisteraar herkent dat niet.Alleen muzikanten zullen dan zeggen "Ah, dat is in die en die maatsoort".

Hoe is de goesting om samen te spelen ontstaan?
Rudy: Erik inviteerde me op een avond dat Lynn er ook was . Daarna hebben we nog eens samen gespeeld en dat viel onmiddellijk in de plooi. Gedurende twee jaar traden we improviserend op onder de naam "Advocatenbureau Thielemans, Cassiers en  Trouvé". We hebben dan uiteindelijk maar een groepsnaam verzonnen. Eigenlijk hebben wij afgelopen dinsdag voor de eerste keer gerepeteerd. Wat een rare ervaring was (lacht).

Wellicht ook een hernieuwde kennismaking, jullie hebben de plaat immers begin dit jaar al opgenomen. Hoe ging dat?
Rudy: Veel afspraken zijn er nooit gemaakt. Tijdens de opname van de plaat gebeurden veel dingen gewoon vanzelf.
Eric: We kijken er nu ook voor het eerst naar als "nummers", wat eigenlijk wel grappig is. We hebben een heel proces achter de rug. Het woord "organisch" komt daarbij spontaan in me op. De muziek is echt al spelend ontstaan. We hebben ze dan gekristalliseerd in een plaat. Door  tijdens de opnames veel  te luisteren,  er mee te werken en te mixen werden het als vanzelf  nummers. Nu gaan we ze voor de eerste keer ook als zodanig te brengen. Ik vind het zelf wel interessant om te zien hoe fris we ze kunnen doen klinken. Het klopt wel voor ons om het op die ongewone manier aan te pakken.

Tom Pintens was producer. Heeft hij erg gestuurd?
Rudy: Hij was niet echt onze producer. De opnames zijn bij hem thuis gebeurd. Tom geeft wel altijd zijn mening als je hem die vraagt. Eén nummer heeft hij van keyboards voorzien. Hij is ook iemand die voorstellen doet en probeert het goed te laten klinken.

Dat is bijzonder goed gelukt.
Eric: Ik was zelf wel verbaasd hoe goed het klonk. We hebben tenslotte in een homestudio gewerkt. Tom is een goeie muzikant met goeie oren. Hij is ook een heel aangename mens,we voelden ons erg op ons gemak bij hem.

Liggen de nummers nu vast en is dit project klaar wat jullie betreft? Of is het de bedoeling om de nummers nog te laten groeien tijdens optredens?

Rudy: Het zal wat tussen de twee zijn. Er is een nummer bij dat echt op een “loop’’ vast zit. Daar kan je weinig anders mee dan een min of meer gelijkaardige versie brengen. Rond sommige nummers zijn er wat afspraken maar verder zullen we wel zien hoe sommige dingen evolueren.
Lynn: Ik denk dat het een natuurlijk proces is. Nu beginnen we weer met de nummers zoals ze op de plaat staan maar daarna openen die zich wellicht weer.
Eric: Of we gaan er een aantal beu worden. En er iets anders mee doen of ze kapot spelen. (lacht)

Lynn, in nummers als Red Passage en Reckless lijkt je stem enkel klanken te produceren op en op die manier echt onderdeel van de muziek te zijn. Op de cover van de plaat verwijzen jullie zelf naar de Cocteau Twins, ligt daar de invloed voor die nummers?
Lynn: Voor mij is er geen link. Als er een verband is, dan is dat een mooi toeval. Het was het idee van Rudy om naar een aantal groepen te verwijzen.

Rudy: Ik vind het een goed systeem om zelf een aantal invloeden te benoemen. Zo voorkom je dat men op de proppen komt met vergelijkingen waarvan je denkt: "Nee, toch niet die, hé…. zo hard trekt het nu toch ook weer niet op Marva". (hilariteit) Niet dat ik iets tegen Marva heb, laat dat duidelijk zijn. Ik vind onze muziek zelf niet zo heel hard op andere dingen trekken maar je ontkomt toch niet aan een aantal verwijzingen als je aan iemand duidelijk wil maken welke soort muziek je maakt. Maar tijdens de opnames hebben we nooit gezegd: "We moeten het wat meer in die of die stijl doen…". In sommige groepen doe ik dat wel maar in dit geval is het allemaal vanzelf gekomen.
Lynn: Dat is een beetje het voordeel van het feit dat we met improvisatie zijn begonnen. De eerste sessie was puur improviseren, dan zeg je sowieso niks tegen elkaar.

Rudy en Lynn, in het schitterende en kwetsbare duet Chosen Profession harmoniëren jullie stemmen prachtig. Rudy, op het hoesje staat dat jullie ieder jullie eigen tekst schreven. Hoe ging dat?
Rudy: Het was een nummer met tekst, dat ik al had. We hebben dat opgenomen en daar heeft Lynn dan overheen gezongen. Ik kreeg dan het idee om die dubtekst er alsnog proberen op te zetten. Het was een gelukkig toeval dat Lynn haar timing op andere punten viel dan de mijne, waardoor onze stemmen mooi alterneren.

Jullie werken met aparte geluiden. Op het nummer Exit meen ik bijvoorbeeld het geluid van schavend schuurpapier te horen. Hoe ging het zoeken naar ongewone geluiden?
Eric: We hebben in de studio een heel arsenaal: objecten, pick-upmicrofoontjes, strijkstokken en noem maar op. Als we al jammend tijdens de opnamesessies een klank hadden zochten we naar wat we nog konden toevoegen en  maakten zo ter plekke het arrangement.
Rudy: Er zijn ook heel veel dingen die live gebeuren maar die als overdubs klinken omdat we veel werken effectapparatuur. Als je bijvoorbeeld een knikkertje in een trommeltje laat vallen en je jaagt dat geluid in een loopstation heb je meteen een apart effect.

Waarom komt de plaat voorlopig alleen op vinyl uit?
Rudy: Omdat het duur is om ze zowel op cd als vinyl uit te brengen, en ik vinyl sowieso mooier vind klinken. Er zit een download-code bij, dus kopers kunnen de nummers ook nog van het internet halen. Het leek me ook meer een vinylplaat maar dat is puur gevoelsmatig.

Rudy, je bent ook een verdienstelijk schilder. Je voorziet cd’s, die verschijnen via Heaven Hotel,  vaak van unieke hoezen, meestal met hoekige stripfiguurtjes. Op het hoesje van 'Pagan Recorder' zien we iets heel anders.
Rudy: Het knoeien met apparatuur vind ik heel belangrijk in wat we doen, dat wou ik ook weergeven op de hoes. Ik heb een foto gebruikt van een bloem, drumstokjes, snaren en een plastieken blokfluit en dat zwaar uitgefilterd. Ik wou echt een hoes die iets zegt over de groep.

Daniel Lanois zegt over zijn laatste gelegenheidsproject Black Dub: “It’s a collective. We are made of the same fiber, personally and philosophically”.  Geldt dat ook voor jullie en mogen we nog meer werk van Tape Cuts Tape verwachten?
Rudy: Tape Cuts Tape is meer dan een gelegenheidsproject. We zijn sowieso een groep, écht een groep. We zijn gelukkig verschillend genoeg, we komen uit andere werelden en dat maakt het boeiend. Het klikt en we voelen ons goed bij elkaar.
Eric: Je kan heel ver gaan als je dat relaxte gevoel hebt bij elkaar. Dat schept ruimte voor scherpe tegenstellingen. Het meest waanzinnige wat ik zo ooit gehoord heb was een optreden van Sun Ra met Don Cherry. Die speelden zo naast elkaar, dat was onwaarschijnlijk. De noten die ze oppikten waren soms ook vals. Je moet een enorm vertrouwen en een persoonlijke kracht hebben om in zo'n geval je eigen ding te blijven doen.
Rudy: Of een hele slechte monitor. (hilariteit)

7 januari 2011
Else Van Doorslaer