Stijn Meuris - Ik denk nog lang niet aan stoppen

Sinds 1 december 2014 loopt hij een halve eeuw rond op deze aardbol. Het is dit jaar ook vijfentwintig jaar geleden dat hij de Rock Rally won met Noordkaap. En dus wordt er gevierd onder de noemer ‘Meuris 75’. Met een vinylbox die op 8 april zal verschijnen. En met een optreden in de Ancienne Belgique diezelfde dag, waar ook een rits speciale gasten komen opdraven. Dit interview een carrièreoverzicht noemen zou een valse indruk geven. Het is eerder een tussenstand, want dit najaar verschijnt er alweer een nieuwe plaat.

Ik denk nog lang niet aan stoppen



Wat zijn voor jou de vijf belangrijkste albums?

  1. ‘Gigant’ (Noordkaap, 1995)
    Stijn Meuris: Deze plaat kwam er op een moment dat we het heel fel nodig hadden. Op dat moment voelde je dat er in België in de muziek iets te gebeuren stond. Je voelde de kiem van een nieuwe school, een nieuwe lichting. dEUS zat in de pijplijn, Evil Superstars en Moondog Jr. deden hele coole dingen. En ook wij wilden iets anders gaan doen dan we tot dan toe gedaan hadden. Ook productioneel kregen we eindelijk vorm. Met dank aan Wouter Van Belle. En de plaat klopt; tot de titel toe. Heel dat album heeft iets "Gigantisch". Tot dan toe waren we een soort vreemde Kreuners geweest. Door ‘Gigant’ kregen we plots heel andere aanvragen voor optredens, mochten we een soundtrack gaan maken en theatershows gaan doen, etc.
     
  2. ‘Grand’ (Monza, 2005)
    Een zwaar verhaal dat ondertussen genoegzaam gekend is. We waren al begonnen aan die plaat toen mijn toenmalige vriendin Lidia zelfmoord pleegde. Dat was uiteraard een ingrijpende gebeurtenis, die het hele gevoel rond die opnames deed kantelen. Ik ben blij dat we toen doorgezet hebben, want het is een zware plaat; tekstueel ook. Maar het is wel een hele mooie.
     
  3. ‘Mirage’ (Meuris, 2013)
    Bij deze had ik weer het ‘Gigant’-gevoel; een nieuw begin als groep. Die opnames gingen ook verbazend vlot. Ik voelde terug de gretigheid die er bij ‘Gigant’ ook was. Monza was eigenlijk één langgerekte rouwperiode om Noordkaap. Toen die groep na tien jaar stopte en ook Lars Van Bambost, de gitarist en een hele slimme, rustige en serene mens, opstapte, was ik mijn piloot kwijt. Ik was de co-piloot. Monza was een goeie groep, zonder een groep te zijn. En pas nu heb ik weer het gevoel een echte groep te hebben.
     
  4. ‘Manneke Pis’ (Noordkaap, 1995)
    De plaat die aan ‘Gigant’ vooraf ging. Er werd ons gevraagd om een soundtrack te maken bij een script en letterlijk de vrijdagavond dat we het contract daarvoor getekend hadden op een terras in Leuven werd ons gevraagd om al een nummer te leveren voor de openingsscène die dat weekend zou worden opgenomen. Met tekst en tempo, graag. Dat is Ik Hou Van U geworden, geschreven in een oogwenk. Een opdrachtnummer, een zegen en een vloek. We waren plots een orkestje met een accordeonist en een wals, geschikt voor Tien Om Te Zien. Zeer vreemd. Ik noem het altijd onze Yellow Submarine en er zijn mensen die The Beatles haten om dat nummer. Maar heel die soundtrack was wel een speeltuin voor ons. We waren heel vrij.
     
  5. ‘Massis’ (Noordkaap, 1999)
    We hebben met Noordkaap minstens één plaat te veel gemaakt en ik denk dat dat deze was, de plaat die volgens mij het einde van Noordkaap versneld heeft. En iedereen voelde het. Minder platen maken is soms niet slecht omdat je dan honger creëert, jezelf exclusief maakt. En dat was er bij ons nooit.

Vijf platen of singles van anderen, die een invloed hebben uitgeoefend op Stijn Meuris

  1. Born To Run (Bruce Springsteen, in de live versie zoals te vinden op ‘1975-'85’)
    De ultieme versie. Zet het luid. En voel de energie die van dat nummer afspat. Productioneel een meesterwerkje. Iets dat ik nu ook heb bij The War On Drugs. Alles is zoals het moet zijn; neem er één element uit en het geheel stort in. En daar is Springsteen een meester in. Dat heb ik proberen nastreven in Druk In Leuven bijvoorbeeld. Bij een aantal van die nummers denk je ook: “Meuris, iets minder mocht ook”, maar dat ligt dus aan The Boss.
     
  2. ‘Kicking Against The Pricks’, de coverplaat van Nick Cave (1986)
    Eigenlijk Nick Cave in zijn geheel, maar deze plaat heb ik altijd wat ondergewaardeerd gevonden. Ik heb artiesten leren kennen door deze plaat. By The Time I Get To Phoenix van Glen Campbell bijvoorbeeld, ik had het nummer nog niet gehoord en ik was al verkocht. Het nummer is een cover, maar hij doet dat zelf ook. Fifteen Feet Of Pure White Snow, As I Sat Sadly By Your Side: dat zijn kortfilms in een titel.
     
  3. One Hundred Years uit ‘Pornography’ van The Cure (1982)
    Ik heb zwaar met mezelf overlegd of ik hier nu The Cure of Joy Division zou noemen, maar uiteindelijk is het toch The Cure geworden. Dat ik één van hun Christmas Shows in Londen heb gezien, eind 2014 heeft daar allicht mee te maken. Veertig nummers alsjeblieft. Vol goesting en op het scherp van de snee. Waaronder dus ook One Hundred Years uit ‘Pornography’. Hun vierde plaat en toen begonnen ze pas. Ik heb die plaat als achttienjarige gekocht en samen met ‘In The Flat Field’ van Bauhaus is het de enige plaat die ik niet in één ruk durf uitluisteren. En ook veel popnummers geschreven met een Cure-kleur. Lovesong. Lullaby. Eeuwig respect voor The Cure.
     
  4. Drinking In L.A. (Bran Van 3000, 1998)
    Een verrassende keuze misschien. Iedereen is dat nummer vergeten. Als ik dat hoor, dan klaart de hemel op. En ik hou van goede popmuziek. Goede popmuziek maken is een vak.
     
  5. Dez Mona
    In een rechtvaardige wereld was dit een wereldgroep. Ze hadden op de hoogte van een band als Sigur Røs moeten staan. Ze doen wat niemand anders doet. Je kan ze ook niet in een hokje steken; daarvoor hebben ze te uiteenlopende dingen gedaan en vooral: ga ze live kijken.

Vijf mensen die bepalend zijn geweest in de carrière van Stijn Meuris.

  1. Lars Van Bambost (gitarist Noordkaap)
    Wij zijn twee totaal verschillende mensen zodat er niet zelden een zekere spanning tussen ons twee heerste. Een ongelooflijk talent; dat was me meteen duidelijk. Ik was de ongestuurde energie, hij was de rust. En soms ging dat ook over nummers, Gigant wilde hij bijvoorbeeld niet spelen, want hij vond dat geen nummer. Jammer dat hij gestopt is met muziek.
     
  2. Mark Strauven (booker, manager)
    De mensen achter de schermen die vaak vergeten worden. Maar deze man heeft ons - zowel bij Noordkaap als bij Monza - aan concerten geholpen. Hij is eigenlijk ook voor een groot deel onze ontdekker; pre-Noordkaap al. Hij was soms niet mee met mijn ambities die - toegegeven - soms ook heel gek waren. Zoals de Rock Im Ring-tournee van Monza; met de tent. We hebben daar onze broek aan gescheurd. Ik respecteer nog altijd wat hij voor ons - voor mij - gedaan heeft.
     
  3. Lucas Pellens (lichtman)
    Niemand kent hem, maar voor mij is hij al vijfentwintig jaar van ongelooflijk belang. Beeldend kunstenaar en de beste lichtman die ik me kan wensen. De groep is meer dan wat er op het podium staat. Wij zijn er om halfvijf in de namiddag. De crew is al bezig vanaf tien uur ’s ochtends. Mensen die een hele dag werken opdat mijn zaal in orde zou zijn... . Eigenlijk te gek voor woorden.
     
  4. Marc Haesendonck (leraar maatschappijleer, bassist De Brassers)
    Ik was veertien en ik had les van een leerkracht die ook nog bassist was in een Limburgse punkgroep, die in het Nederlands zong! Dat was de eerste punker die ik ooit zag. En het was ook hij die me Humo en de Rock Rally heeft leren kennen. We gingen met een paar mensen uit de klas kijken naar hoe hij in de AB stond met zijn groepje voor de finale van de Rock Rally 1980. De wereld ging open. Ik was ook verbaasd dat je met vier noten en met een goede, slechte groep indruk kon maken. En in het Nederlands! En Toen Was Er Niets Meer, dat sneed door merg en been. Maandag vroegen we aan hem wanneer er nog eens zo’n wedstrijd was. En twee jaar later waren we er zelf bij.
     
  5. Marc Mijlemans (journalist HUMO, overleden in 1987)
    Guy Mortier heeft hem ontdekt en Mijlemans' recensies waren met niets te vergelijken. Soms ging dat helemaal niet over die plaat. Eerder zijdelings. En toch klopte dat altijd. Hij was iemand die je platen kon doen kopen van artiesten waar je nog nooit van gehoord had. Toen die grote Marc Mijlemans naar Noord-Limburg afzakte om een verslag te schrijven van Gruppenbild, de groep waarmee ik als zestienjarige in 1982 de finale haalde van de Rock Rally, was dat niet minder dan de intrede van Jezus. Er was geen internet; zo’n recensent was mysterieus. In mijn hoofd was hij een vijftiger. In realiteit bleek hij nog jong toen hij stierf. Groot figuur. Nu is alles beschikbaar en ik net daardoor is er behoefte aan iemand die aan het stuur zit.

Vijf kantelmomenten in de carrière van Stijn Meuris

  1. De Brassers, Finale Humo’s Rock Rally, 1980
    Ik vraag me soms af wat er van mij geworden zou zijn als ik dat optreden van De Brassers niet had gezien. Dan had ik misschien nooit een groep opgericht. Of wel, maar dan niet dit, maar gewoon een coverbandje of zo. En dan was ik op Parkfeesten gaan spelen. De mensen met wie ik in mijn eerste groepje zat, kom ik nu vaak tegen. Zoals mijn broer, die ergens onderweg – en dit zeg ik met alle begrip en respect – heeft afgehaakt.
     
  2. De overwinning van Noordkaap in de Rock Rally, 1990
    In een carrièreoverzicht kan ik hieraan niet voorbijgaan. De Rock Rally lanceert groepen. Dat was toen zo en dat is nu nog steeds zo, maar niet meer met dezelfde impact. Er zijn nog andere kanalen nu. En de groepen zijn nu professioneler. Omdat ze moeten, want de labels staan niet meer te vechten om de winnaar te tekenen zoals toen het geval was.
     
  3. Werken aan ‘Gigant’
    De manier waarop we aan die plaat werkten en de sfeer waren een duidelijk kantelpunt. Wij zaten pas in die juiste mindset toen we met Wouter Van Belle aan onze derde plaat begonnen te werken. Groepen van nu zijn slimmer, weten welke richting ze uit willen van bij die belangrijke, eerste plaat. Er zijn zelfs mensen die je behoeden voor die te wilde, eerste plaat, terwijl die je misschien toch moet vormen, je de weg moet wijzen, die je niet moet opgaan.
     
  4. Het stoppen van Noordkaap, 2000
    Zowel positief als negatief. Van God Los kwam één maand na het einde van Noordkaap uit onder de naam Monza, maar hett had evengoed een nummer van Noordkaap kunnen zijn. De afscheidstournee met Noordkaap was schitterend, maar tegelijkertijd vond ik het jammer. De anderen wilden vrouw en kind en veranda, maar ik had het gevoel dat ik net begonnen was. Positief was dus het nieuwe begin; een nieuwe single die meteen aansloeg, nieuwe mensen, een nieuw repetitiekot. Het voelde fris aan. En tegelijkertijd was het heel moeilijk bij Monza, passeerden er heel veel mensen omdat we met onverenigbare agenda’s zaten, was het moeilijk werken.
     
  5. De eerste keer Pukkelpop (met Monza, 2004)
    Eindelijk mochten we, werden we aanvaard. Pas daar hebben we Ik Hou Van U van ons afgeschud. Voordien was de perceptie fout en dat gebrek aan geloofwaardigheid, dat we niet serieus genomen werden, dat wrong wel bij mij, ja. Eindelijk waren we goedgekeurd door de goegemeente.

5. Vijf bijzondere livemomenten

  1. De kleine momentjes
    Niet één specifiek optreden, maar die momenten waarop alles klopt. Wanneer je in een prachtige zaal een goed optreden aan het spelen bent en je tijdens een instrumentaal deel in een lang nummer of tijdens een outro de tijd hebt om me naar de groep te draaien en te zien, te ervaren, dat alles daar op dat moment klopt. Een onbeschrijfelijk gevoel van geluk overvalt je dan. Voor die kleine momenten, daar doe je ’t allemaal voor.
     
  2. Pukkelpop/Werchter
    Dat zijn er dus twee. De beste concerten zijn vaak niet die, maar het zijn hoe dan ook ijkpunten in je carrière. De schaal, het momentum. En zeker vroeger was het een bewijs dat je meetelt, dat je mee mag spelen met de grote jongens. En de deuren die het opent... Het is zo groot en groots dat je niet anders kan dan er reikhalzend naar uitkijken.
     
  3. Four Level Party, Laken (met Noordkaap)
    Legendarisch in de Nekkersdal in Laken. Ik ben daar ooit letterlijk door het podium gevallen zonder dat de groep het doorhad. Er hing heel veel rook op het podium waardoor we elkaar amper konden zien. Mijn bril was afgevallen en achtergebleven op het podium. Aan de frontstage hing een zwart doek, daar kon ik niet door. Dus ik ben naar achteren gegaan. En de Franstalige security herkende me niet en ik had mijn bandje uitgedaan voor ik op het podium ging. Ik beweerde dat ik de zanger was, waarop hij in het Frans: “Nee, die had een bril op.” Te absurd voor woorden, maar echt gebeurd. Mijn eigen Spinal Tap.
     
  4. Overwinning Rock Rally, 1990
    Hier zijn we weer, maar ook hier kan ik er niet aan voorbij. Dat je maar drie nummers mag spelen, dat het maar een kwartiertje mag duren, dat is daar het moeilijke aan. Maar het was er boenk op. Guy Mortier heeft achteraf altijd gezegd: we waren niet de beste, maar het ging over de energie op het podium. En over Arme Joe coveren, want Will Tura bovenhalen, dat was revolutionair. Ik zette dat op tijdens de repetitie zonder dat iemand wist wat het was, een nummer uit 1967. En Guy Mortier had plots een link om Humo en vijftig jaar Will Tura met elkaar in verband te brengen. We waren Arme Joe aan het opnemen toen Will Tura kwam kijken in de studio. Ik vond het straf dat die dat nog deed op zijn vijftigste, zich op een zondag in zijn auto hijsen om naar een jong groepje te gaan kijken. En nu, nu ben ik zelf vijftig en ik denk nog lang niet aan stoppen.
29 maart 2015
Geert Verheyen