Steve Harley - Ik ben altijd al een notoir tegenstander van de elektrische gitaar geweest

Ik ben altijd al een notoir tegenstander van de elektrische gitaar geweest

Dezer dagen laat hij dat instrument dan ook thuis en trekt hij akoestisch de wereld rond. En België staat daarbij ook op het rooster. Wij kregen hem aan de praat over de meest uiteenlopende dingen. En tegelijk kan u ook nog wat bijleren.

Sommige popartiesten boeren goed. Het is hun gegund zolang ze de talenten benutten en hard werken. Laten we het muziekpad even verlaten en ons in de sfeer van ‘Top Gear’ begeven. De welstand van rocksterren kan je afleiden uit het soort voertuigen waarmee ze rijden. Neem nu Steve Harley. Zijn eerste wagen was een ordinaire Ford Escort. Begin jaren zeventig scoort hij hits en prompt schakelt hij over op een statige Bentley. “In de States verwarren ze de Bentley meestal met een Roller (Rolls Royce). Soms ging ik op restaurant met mijn vriend Rod Stewart. Nadien grapte hij: ‘Zullen we de Roller naar huis brengen?’ ” In de jaren tachtig staat er wat minder op de bankrekening en rijdt hij rond in een Volkswagen Golf of een Volvo. “Ik vroeg me af: ik ben toch een rockster! Wat doe ik in een Volvo?” Gelukkig stromen de auteursrechten verder binnen. Bij het vorige concert parkeerde hij een immense BMW 7 achter de zaal. Nu tuft hij zowaar als James Bond met een sportbolide rond, een Aston Martin. Een man met smaak (en geld). Niet alleen met de platenverkoop en SABAM wordt een artiest rijk. Er zijn nog andere wegen die je lucratief kan berijden.

Harley is een belezen man, dat merk je aan de songteksten. Als je je eerste single (Sebastian) – toch jouw visitekaartje - laat beginnen met: “Radiate simply, the candle is burning, so low for me / Generate me limply, can't seem to place your name, cherie.”, weet je dat er potten zullen gebroken worden.

Laten we het eens over een andere boeg gooien: wie is naar jouw mening de beste auteur?

Steve Harley: Ik ga voor Virginia Woolf, één van de grootste Engelse schrijvers. Haar boek ‘The Waves’ was een openbaring. Het bestaat uit monologen van zes personages. Ook haar gedichten zijn van uitzonderlijk hoog niveau. Helaas pleegde Woolf zelfmoord,omdat ze stemmen hoorde.

Bij de liedjesteksten staat Bob Dylan uiteraard op kop, gevolgd door – schrik niet – Chuck Berry. Je mag hem als de belangrijkste songwriter van het rock-'n-rolltijdperk beschouwen. Berry leverde scherpe kritiek op de Amerikaanse maatschappij. Hij had als tekstschrijver en gitarist een grote invloed op The Rolling Stones, The Beatles, Bob Dylan en zelfs Bruce Springsteen.

Sommigen vergelijken je stem met die van Dylan.
Daarmee ga ik niet akkoord. Ik hou wel ontzettend veel van zijn frasering. Ik volg hem sinds mijn twaalfde. Soms draag ik een T-shirt met een afbeelding van hem. Het is een foto uit 1969 op het Isle of Wight-festival.

Klopt het dat je begon als straatmuzikant?

Begin jaren zeventig, toen we nog jong en mooi waren… Ik groeide op met mijn songs in metrostations en op straat, vooral Portobello Road en Hyde Park Corner, alleen met mijn gitaar. De meesten speelden er folksongs. Ik probeerde er mijn composities uit. Het busken gaf me een platform om te experimenteren. Ik had er eentje dat Sebastian heette en het duurde zes minuten. Ook Judy Teen en Mr. Soft kwamen embryonaal aan bod. En ik had geen nagel om aan mijn gat te krabben.

Aan welk optreden heb je een blijvende herinnering?
Ontelbare, elk concert kan je speciaal noemen. Wat me zeker bijblijft: in juni dit jaar trad ik op nadat mijn vader overleden was. Uiteraard dacht ik aan mijn pa en droeg ik een song aan hem op. Dat gaf me rillingen.

Staat eveneens in mijn geheugen gegrift: Vorst 1975, een magische nacht. Ik had toen drie goedlopende albums uit en een hit met Make Me Smile.

Of de shows in De Roma, Antwerpen. Wat een briljante zaal. Ze vertelden me dat dit destijds een bioscoop was en dat vrijwilligers de renovatie op zich namen. Wonderbaarlijk. Bovendien een beschermd monument.

Kan je vertellen over je vriend Marc Bolan van T. Rex?

Om een zinspeling op zijn voornaam te maken: “He was re-mark-able.” Een unieke, zowel letterlijk als figuurlijk knappe man. Hij was het die begon met de glamrock (make up, glitters, plateauzolen,… ). Hij scoorde hits met seksueel getinte singles als Hot Love, Get It On, 20th Century Boy,… Op het hoogtepunt kan je zijn populariteit vergelijken met de Beatlemania. Ik gebruikte vaak het Latijnse gezegde: “Vanitas vanitatum. All is vanity.” Marc was behoorlijk narcistisch. Hij schreef ook poëzie en was geïnteresseerd in wagens. We hadden veel plezier en deden enkele tv-shows samen. Ook David Bowie behoorde tot zijn vriendenkring. Hij is veel te vroeg gestorven. Hij crashte met zijn Mini op amper dertigjarige leeftijd.

Word je bewonderd door collega-artiesten?
Jawel, en ik kan niet ontkennen dat dit plezier doet. Elbow –van de hit One Day Like This – heette aanvankelijk Mr Soft. Fascinerend, hé. Ik heb hen verschillende malen ontmoet. Het zijn jongere mensen. Er is verdorie een leeftijdsverschil van twintig jaar.

Ook Johnny Marr, ex-gitarist van The Smiths, is gek op mijn werk, net als Noel Gallagher van Oasis.

Make Me Smile schreef je na het vertrek van je eerste groep. Wat is er van hen geworden?

Geen flauw idee. Ik heb geen contact meer met hen. Zo weet ik jammer genoeg ook niet wat George Harrison vond van onze versie van Here comes the sun.

Waarom ga je akoestisch op tour?

Voor mij is het eenvoudiger, want met groep gaat het behoorlijk luid. Ik word vergezeld door de originele Cockney Rebel-leden Barry Wickens (viool, gitaar) en James Lascelles (piano, percussie), twee rasmuzikanten. Ik ben altijd al een notoir tegenstander van de elektrische gitaar geweest. Met deze bezetting voel ik me goed in mijn vel. We spelen de min of meer naakte songs, zonder veel franjes. Zo merk je of een lied overeind blijft. Tussen de nummers door durf ik al eens een monoloogje op te voeren, met hier en daar een knipoog.

Barry is een violist die meer kan dan wat riedeltjes te voorschijn toveren. Zijn solo’s en begeleiding zijn hemels. Toetsenist James haalt diverse klanken uit de keyboards. Op die manier heb je de indruk dat je naar een hele groep zit te luisteren.

Het interview zit erop. Nog even terug naar het begin. De Bentley en the money maker. Je kan een centje bijverdienen door je songs te laten gebruiken voor advertenties. Arno, een artiest zonder rijbewijs, maakte reclame voor het automerk Lancia. Bij Steve Harley is het eveneens grappig. “Come up and see me / make me smile”, wordt gebruikt in een reclamefilmpje om erectiestimulerende pillen aan te prijzen. Zelf nemen we het aanbod van aspirine in overweging.

Met of zonder pillen: Harley gaat als trio en unplugged de baan op. Sebastian staat bijvoorbeeld nog altijd als een huis. Het is in de akoestische versie mooier en breekbaarder. Over de rest velt u zelf maar een oordeel.

Steve Harley & Cockney Rebel (unplugged concert) vindt plaats op zaterdag 30 november in cc Zomerloos, Gistel. Info: 059 27 98 71 of cultuur@gistel.be. Tickets kosten 20 euro in voorverkoop. De andere concerten vind je hier terug.

24 november 2019
Dirk Ghys