St. Vincent - Het troebele water interesseert me het meest

Gedurende een goed kwartier zaten we oog in oog met Annie Clark, u bekend onder de naam St. Vincent. Net voor haar overrompelende liveshow in de Ancienne Belgique. Ze is mooi, jong en zelfverzekerd. Een mutsje houdt haar nieuw kapsel verborgen, haar kledij is zorgvuldig gekozen en haar attitude heel professioneel. Zij is één van de meest inspirerende jonge muziekmakers. En we zijn dan ook wat blij dat ze een kwartier met ons aan tafel wil zitten om te babbelen over haar laatste album, David Byrne, mode en New York.

Het troebele water interesseert me het meest



Waarom heb je het nieuwe album gewoon ‘St. Vincent’ genoemd? Meestal noemt men enkel debuutalbums naar de naam van de artiest.
Annie Clark: 
Ik heb Miles Davis’ autobiografie gelezen en daarin stond een passage over hoe het moeilijk is om als artiest als jezelf te klinken. Bij deze plaat had ik veel zelfvertrouwen en ik denk dat ik eindelijk als mezelf klink. Dus ik vond dat een passende titel.

Natuurlijk blijf je groeien en je bent altijd bezig je persoonlijkheid verder te ontplooien, maar nu gaat het meer over de overgang van een introverte naar een extraverte persoonlijkheid, die ik doormaak.

Hoort het nieuwe kapsel daarbij of had je dat al voor je aan de nieuwe plaat begon?
Het kapsel had ik al een tijdje voor ik aan dit album begon, maar ik wilde wel iets meer kracht uitstralen en een beeld meegeven, dat de muziek naar een hoger niveau kon tillen. Iets meer herkenbaarheid leek me wel op zijn plaats.

Wat vind je zelf op muzikaal vlak het grootste verschil met wat je hiervoor deed?
Ik gebruik een eenvoudigere set aan instrumenten. Bij ‘Actor’ bijvoorbeeld waren het allemaal blaasinstrumenten en violen en was het geluid heel organisch. Nu wilde ik meer een menselijk gevoel halen uit het geluid van machines. Alle instrumenten werden zodanig gemanipuleerd dat ze bijna als computers gaan klinken.

Ik heb altijd een plaat willen maken voor bijvoorbeeld een begrafenis. Met muziek met een zekere groove maar die tegelijkertijd iets samenhorigs heeft. Het zou ook empathie en melancholie moeten hebben en heel menselijk blijven.

Je hebt muziek gemaakt en je bent op tournee geweest met David Byrne. Wat heb je van hem geleerd?
Wat ik van hem geleerd heb is vooral een algemene levensingesteldheid. Hij is heel creatief en progressief, nooit nostalgisch en nooit bang om risico’s te nemen. Dat was heel inspirerend. Maar puur muzikaal gezien ben ik niet echt veranderd door mijn contacten met hem.

In je muziek experimenteer je wel, maar het blijft altijd toegankelijk. Heb je nooit zin om volledig loos te gaan en je niks aan te trekken van de verkoopbaarheid van je werk?
Toch wel, ik heb veel van dat soort muziek gemaakt. Alleen heb ik het nooit onder mijn naam gepubliceerd. Aan de ene kant van het muzieklandschap heb je een gemakkelijk poplied en aan de andere kant het vrijblijvend experiment. De uitdaging, die me interesseert, bevindt zich in het troebel water tussen die twee uitersten. Ik wil de twee naast elkaar kunnen laten bestaan.

Tijdens je vorige tournee leek het vaste routine om in het publiek te stagediven. Was je nooit bang?
Niet voor mijn eigen veiligheid, nee. Maar ik heb wel eens de neus van een Brits journalist gebroken of zo. Ze is in ieder geval toch in het hospitaal beland achteraf. Toen heb ik dat een beetje moeten herdenken, ook al omdat het uiteindelijk bijna een gimmick aan het worden was.

Draag je weer het Viktor&Rolf-kleedje, dat je in Amsterdam droeg?
Nee, dat kleedje is kapot momenteel. Er moeten altijd wel wat aanpassingen gebeuren aan mijn kleren, een zak om een microfoon in te passen of mouwen, die wat wijder moeten worden gemaakt zodat ik vrijer kan bewegen. Ik had een "wardrobe malfunction" (Engelse uitdrukking die inhoudt dat door een defect aan de kledij onbedoeld een lichaamsdeel blootkomt). Dus vanavond draag ik iets van Bottega Veneta.

Geen Belgisch designer?
Het jasje, dat ik nu draag, is van Martin Margiela!

Mijn excuses, ik had het niet herkend. Je deed ook de show voor Diane von Furstenberg. Zie je dat als een manier om wat buzz te creëren of zou je dat ook doen als je geen album te promoten hebt?
De timing was perfect om mensen een klein voorsmaakje te geven van het nieuw materiaal. Diane is zo’n legende in de modewereld en tegelijkertijd zo’n lief vrouwtje, dat ik moeilijk kon weigeren.

Je woont nog altijd in New York. Is het belangrijk voor je om daar te wonen?
Zeg eerder dat ik er verblijf als ik niet op tournee ben. Ik ben zo dikwijls op tournee dat dat eigenlijk niet zo vaak meer is. Maar sommige van mijn beste vrienden wonen daar. En de momenten dat ik daar ben, dan voel ik me als een toerist in eigen stad.

David Byrne is heel kritisch over de manier waarop de stad met haar creatief potentieel omgaat, maar ik was er natuurlijk niet bij in de jaren zeventig en tachtig, toen de stad bruiste van energie. Het is waar dat de stad ondertussen meer een pretpark voor de rijken is geworden. Maar ik zal er blijven zolang ik me er goed voel.

Zou je ooit buiten Amerika kunnen wonen?
Ik heb veel gereisd, dus ik heb een beter idee van hoe het is om ergens anders te wonen dan de gemiddelde Amerikaan. Maar op een bepaalde manier apprecieer ik Amerika daardoor nog meer. We hebben nog altijd die outlaw-mentaliteit, vooral dan in Texas waar ik vandaan kom. Er is iets echts aan die identiteit, dat me het thuisgevoel geeft zoals niks anders dat kan doen. Meer dan in New York weet ik daar bijvoorbeeld hoe elk seizoen geurt en kan ik van oude foto’s zeggen of ze in augustus of in januari zijn genomen.

26 februari 2014
Kristof Van Landschoot