Spinvis - Het wordt nooit wat het had moeten zijn
Spinvis heeft een nieuwe plaat. Dan trotseren onze mondhoeken altijd de zwaartekracht. Dat heeft ermee te maken dat iedereen er wel iets in herkent, in die muziek van Erik De Jong, ook al gaan de teksten soms met je fantasie op hol. Hoe dan ook zijn er altijd een heleboel vragen waar wij mee zitten. Zoveel vragen.
En dus trokken wij naar CC Zwaneberg in Heist-Op-Den-Berg, waar de man samen met Saartje Van Camp een optreden gaf. Die duo-optredens zijn niet met band en gaan ook verder dan een “klassiek” concert. “Het zijn eigenlijk twee sporen geworden”, legt hij uit, terwijl hij met de handen de richting ervan uitzet. “Je hebt Spinvis, de band. Daarmee doen we de clubs en de festivals aan. Maar wat ik met Saartje doe, is veel meer theatraal geworden. Het zijn meer verhalen. Met beelden, video's, teksten. Dit is al de vierde of vijfde die we doen. En het wordt steeds experimenteler”.
Hoe is dat zo gegroeid?
Erik De Jong: Saar speelt al heel lang in de band. Zij heeft veel interesse in theater maken, in teksten schrijven. Ik ook en op een keer zijn we erbij gaan zitten en hebben we een kintsikuroi gemaakt. Dat is een gedanste opera, best een grote productie. Het ging over de tsunami in Japan, de aardbeving. Dat werd goed ontvangen en we hebben het veel gespeeld. Sinds die tijd hebben we meer van die dingen gemaakt. De afstand tussen de band en het theaterwerk wordt ook steeds groter.
Je hebt duidelijk iets met Japan. Je speelt bijvoorbeeld ook graag op de koto.
De koto is nog een erfenis van die kintsikuroi. Dat is blijven hangen. Ik ben echt verliefd op dat instrument geworden. Ik speel helemaal niet traditioneel. Als mij ooit culturele toeëigening wordt verweten, dan ben ik schuldig (lacht). Ik trek me niets aan van de traditionele Japanse stemming of de manier van spelen. Ik zie het gewoon als een harp en ik heb een heel eigen manier gevonden om het te bespelen.
Hoe zit dat precies met die stemming?
Dat kan je zelf bepalen. Je kunt de kammetjes helemaal zelf afstellen. Ik heb zelf een heel onorthodoxe stemming bedacht. Ik weet niet of mensen in Japan daar boos over worden. Ik denk het niet. (lacht)
De koto heeft ook te maken met dat instrumentale album waar je het al een tijdje over hebt.
Het gaat er inderdaad een grote rol in spelen. Nu ook weer, elke avond dat we spelen, probeer ik een andere stemming met die kammetjes te maken. Ik neem die stemming ook op. Dit is de laatste versie. (Haalt zijn telefoon boven en laat een stukje koto horen, nvdr) Dat album gaat er absoluut komen.
Sta je er al ver mee?
Dat is een moeilijke vraag. Want net als je denkt dat het bijna af is, blijkt dat je het toch nog heel anders wil. Maar de vorm is duidelijk. Het zijn langere stukken van tien minuten of zo. Dat wil ik ook graag. Ik wil dingen maken die met je mee reizen. De meeste liedjes hebben een structuur, die A, B, C, A, B gaat, maar de instrumentale dingen, die ik nu aan het maken ben, hebben dat niet. Dat gaat gewoon van A, B, C, D, E en dan is het ergens afgelopen. Het is geen structuur van herhaling. Dat heb ik altijd al heel mooi gevonden, maar ik ben er nooit aan toegekomen.
Waarom nu dan wel?
Omdat de tijd daar is. Ik moet dat doen! Als je te lang wacht, is het te laat. Nu moet het gebeuren. Ik heb de tijd in mijn nek. Je hebt immers nooit spijt van dingen die je hebt gedaan, alleen maar van dingen die je niet hebt gedaan.
"Onder de taal zit er nog een andere taal en die is zeer interessant"
Voor het vorige album koos je voor een nietszeggende titel. 'Be-Bop-A-Lula' is nietszeggend, maar tegelijk zegt het ook heel veel.
Daar ben ik altijd naar op zoek in taal. Als je iets opschrijft, dan heb je gewoon de formele betekenis van de taal, maar wij begrijpen veel meer dan alleen maar sec wat we zeggen. Dus onder de taal zit er nog een andere taal en die is zeer interessant. Zo'n woord als 'Be-Bop-A-Lula' staat voor 1956, het begin van de rock-'n-roll. Gene Vincent zong Be-Bop-A-Lula en jonge mensen begrepen precies wat er werd bedoeld. Het was een kreet van pure levensplezier zonder dat het iets betekent.
En dat werkte geweldig. De zalen zaten vol. Mensen tatoeëerden het op hun arm en in hun nek. Die woorden hebben heel veel lading zonder dat ze per se iets betekenen. Het is een mysterieuze aangelegenheid. Dat is waar ik naar op zoek ga. Naar woorden, zinnen of liedjes waarvan je vermoedt wat ze betekenen, maar het wordt nergens expliciet uitgelegd, waardoor je ze je automatisch eigen maakt.
Je had het al over het begin van de rock-'n-roll'. Is dat ook de muziek die je geïnspireerd heeft?
Het is wel een ode aan de rock-'n-roll als fenomeen. Ik vind popmuziek als fenomeen heel interessant. Ik hoef het niet eens mooi te vinden. Het is een gezelschapsspel voor miljarden mensen. Iets wat je begrijpt of voelt of niet. En iedereen, elke dag verandert iemand de spelregels weer.
Neem nu Drop It Like It's Hot, dat is superabstracte muziek. Het werd een ontzettend grote hit en dat vond ik echt een meesterwerk. Daar houd ik heel erg van. Die titel is ook een ode aan de popmuziek op zich.
Zijn dat dan dingen waar je van denkt: had ik dat maar...?
Ja, natuurlijk. Je hebt altijd “jalousie de métier”, maar het is eerder van: "Oh, wat knap!" Er zijn natuurlijk ook heel veel dingen die je zelf nooit zou kunnen. Dat is gewoon zo.
Digitale eenzaamheid
Veldopnames zitten er ook heel wat in deze plaat. Hoe beslis je wat erin hoort en wat niet?
Op het moment zelf. Bijvoorbeeld aan de kassa van de Albert Heijn, Het is echt jammer dat we nu allemaal zelfscan doen. Ik hield heel erg van de praatjes bij de kassa. Dat vond ik zo leuk. Dan sta je in de rij bij de kassa en je staat te mopperen: wat duurt dat lang? Nu is dat niet meer. Dat geluid, die bliepjes vond ik heel typerend voor onze tijd. Je hebt geen contact meer. Een soort digitale eenzaamheid.
En dan zeg je van: dat past hier?
Dan ga je de volgorde van de liedjes bepalen op de plaat. Dat is misschien al een ouderwets concept, want de meeste mensen maken gewoon een playlist op Spotify, maark hecht er toch nog wel aan om een kleine symfonie te maken. Elke andere volgorde is immers een ander verhaal. Het is wonderlijk: als je twee liedjes omdraait, lijk je iets anders te vertellen.
Daar heb ik echt wel mensen voor nodig. Je kunt te gehecht raken aan iets. Je kunt verblind raken door een ideaal dat er helemaal niet is, een soort “idée fixe” hebben van hoe het moet. Dan moet je wel mensen achter je hebben die op dat moment meedenken, beslissen.
Voelt deze plaat anders aan, gezien de vorige in de coronapandemie werd gemaakt?
Corona heeft er naar mijn gevoel niet zoveel mee te maken. Dat was wel een periode die we allemaal op een bepaalde manier doorgemaakt. Maar zo'n plaat is natuurlijk ook gewoon het product van je gewone leven. Je hebt gewoon je werk: het zoeken naar akkoorden. Ik heb niet het gevoel dat corona heel veel invloed daarop heeft gehad. Behalve dat ik heel veel tijd had natuurlijk. Zoals de meeste mensen. Dat betekende dat je meer geconcentreerd werkt, dat wel. Maar de maatschappelijk heisa en alles, ik denk niet dat dat veel invloed heeft gehad op de plaat.
"Ik gooi alles wat ik mooi vind bij elkaar, ik roer en kijk dan wat eruit komt"
Heb je een idee hoe het komt dat je heel verschillende muziekliefhebbers weet aan te spreken, van de muziek-als-behang-luisteraars tot de liefhebbers van de meest uiteenlopende stijlen?
Ik hou zelf ook van alle soorten muziek. Mijn stijl is dan ook niet uitgesproken. Ik denk niet dat Spinvis een bepaalde muzikale stijl heeft. Het is wel herkenbaar, maar dat zit eerder in de stem en het gebruik van de akkoorden misschien. Het is uiteraard een handschrift, maar het kan een walsje zijn, een polka, elektronische muziek of rock of... Ik gooi alles, wat ik mooi vind, bij elkaar, ik roer en kijk dan wat eruit komt. Dat zou een verklaring kunnen zijn. Ik herken het wel, wat je zegt: dat mensen zeggen niet van Nederlandstalig te houden, maar Spinvis vinden ze nog wel goed.
Zie je dat ook, als je voor een publiek staat?
Daar kan je je wel eens in vergissen. Je mag niet generaliseren, maar ik denk dat ik dat soms wel zie. En dan is dat fantastisch. Huismoeders zitten naast muziekfreaks, meisjes, jongens, jongens, meisjes, waarbij de genders allemaal fluïde zijn. Ik vind dat prima. Die zitten allemaal door elkaar. Tachtig jaar, zestien jaar,...
"Een vreselijk frustrerende puzzel is het vaak"
Techniek is erg belangrijk voor je. Hoe zit dat precies?
Ik maak alle platen zelf. Dat betekent niet alleen dat ik alles speel, maar het ook opneem. Ik ben heel erg into opnametechniek. Het is dan ook een technisch beroep. Het gaat natuurlijk over verbeeldingskracht, maar om dat uiteindelijk tot een goed einde te brengen, komt er heel veel techniek bij kijken. Je kunt dat uit handen geven, vragen aan een mixer of een producer of hij dat voor jou wil doen. Maar dan wordt het toch ook weer een product van zijn of haar skills.
Het is ook niet moeilijk. Je kunt het gewoon leren. En dan kan je ook je eigen wereld scheppen. Het is voor mij belangrijk dat het echt een uiting is van wat ik mooi vind. Dat zit dan vaak in kleine dingen. Hoe hard een hi-hat klinkt of de snaredrum, hoe de bas klinkt. Daar kun je eindeloos van mening over verschillen. Iedereen heeft gelijk. Het is alleen maar smaak. Maar jij moet beslissen.
Ben je daar dan lang mee bezig bij het schrijven van een album?
Dat loopt allemaal door elkaar. Dat is ook het prettige van alleen werken: je kunt elk moment van de productie helemaal terug en alles veranderen. De muziek gaat vaak sneller dan de teksten. Met de teksten ben ik heel lang bezig. Dat is gewoon heel veel werk. Een vreselijk frustrerende puzzel is het vaak. Ik heb het dan wel ingezongen en weet hoe het moet klinken. Alleen is het nog niet echt tekst.
En dan komt de Tantaluskwelling: om al die lettergreepjes in de melodie te plaatsen. Maar als het lukt – en het lukt niet altijd - is de beloning ook groot. Ik geniet er dan met volle teugen van. Soms is het frustrerend. Dan weet je wat je wilt zeggen, je hebt de perfecte uiting voor wat je in je hoofd hebt, maar het past niet in die melodie. Dan moet je kiezen wat er moet wijken: gaat de melodie zich aanpassen aan het tekstje? Of moet je de tekst toch ondanks alles in die melodie persen?
Wil dat dan zeggen dat je ergens een stapeltje met teksten liggen hebt, die je nooit op muziek hebt gezet?
Inderdaad. Vroeger deed ik dat met boekjes, maar nu zit dat in mijn telefoon. Ik vind het nu heel leuk om weer door die boekjes van twintig of dertig jaar geleden te bladeren. Ik heb dus een hele voorraad zinnetjes en woordjes. Maar dan gaat het natuurlijk nog nergens over. Dan heb je nog geen onderwerp, eerder een collage van losstaande zinnen. En dan blijkt er in die random collage toch een verhaal te zitten. Dat moet je dan herkennen. Eens je dat beseft, is de rest gewoon een beetje schaven, stileren, duven. Dus de metodiek is eigenlijk heel chaotisch.
"Ik hoor vooral wat het had moeten zijn"
Je noemde je platen ooit een soort van dagboeken. Hoe kijk je dan op je platen terug?
Als je bezig bent met een liedje, dan heb je een ideaalbeeld, dat in de lucht hangt. Het is niet tastbaar, alleen maar een concept of een idee. Maar langzamerhand wordt het steeds echter. Dan zakt het zo en kan iedereen ernaar luisteren. En het wordt nooit – nooit! - wat het had moeten zijn. In de zin mislukt het eigenlijk altijd. Ik hoor, als ik naar mijn liedjes luister, vooral wat het had moeten zijn. Jij hoort alleen maar wat het is geworden. Ik hoor alleen maar de keuzes die zijn gemaakt. En na vijf of tien jaar ben je eigenlijk vergeten wat het had moeten worden. Dan hoor je voor de eerste keer wat het is geworden. Soms zit je in een café en komt een liedje op de radio en dan heb je ineens: "Hey, dat ken ik toch? Oh, dat ben ik." Tien seconden lang hoor je het met andere oren. Dat is heel prettig.
Zou je dan overwegen om je nummers opnieuw op te nemen, om toch dat ideaalbeeld te bereiken?
Moet je niet doen. Die verleiding is ook groot. En het wordt niet beter. Let it be, weet je. Het is gedaan. Klassieke muziek is de kunst van de partituur. Dat wordt opgeschreven in een partituur en een orkest gaat dat opnieuw interpreteren, opnieuw spelen. De kunst van pop en zeker van rock-'n-roll is opname. Die ruimte, die microfoon op dat moment in die studio met die mensen. Dat moment, die foto, komt nooit meer terug. Als ik naar een oude opname van Frank Sinatra luister, dat is één moment. Dat hele orkest zit in dezelfde ruimte. Hij zingt het live met dat orkest. Er wordt in één keer opgenomen. Ze doen vijf of zes takes en ze kiezen er één uit. Maar behalve dat het prachtige tijdloze muziek is, is het ook een foto van dat moment op die dag.
En toch, als je op een podium staat, heb je de kans om het opnieuw te doen.
Maar dan krijg je wel weer de kans om de andere versies te exploreren, om te kijken wat er nog meer mee kan. Daarom is onze live uitvoering altijd anders dan op de plaat. Want dat is al gedaan, dat is al af. Wat we doen, is eerder de verfilming van een boek, want het boek is al klaar. De structuur wordt anders. De arrangementen kunnen alle kanten uit. De tekst blijft altijd hetzelfde.