SONS - Misschien zijn we een beetje volwassener geworden
Aan enthousiasme ontbrak het Robin Borghgraef, zanger-gitarist van SONS, niet toen hij ons te woord stond. Twee jaar na het debuut is nu nieuwste album 'Sweet Boy'. En ondanks dat het interview langs de telefoon gebeurde, konden wij ons voorstellen dat zijn ogen fonkelden van trots.
Jullie noemen de nieuwe plaat een "coming of age-plaat. Is dat iets waar jullie je op hebben toegelegd? Of is dat duidelijk geworden tijdens het maken van het album?
Robin Borghgraef: Eigenlijk merkten we dat pas toen we bezig waren. Ons schrijfproces start uit iets muzikaals. We kruipen in het repetitiekot en beginnen bijvoorbeeld met een gitaarrifje. Dan begin ik daar een beetje fonetisch op te brabbelen en een zanglijn te zoeken. En pas daarna komt de tekst. Ik begin dan met de tekst te schrijven en uiteraard leg ik die ook voor aan de rest van de groep zodat we hier samen aan kunnen werken. Toen kwam eigenlijk pas boven waarover de plaat zou gaan. Een beetje het gevoel hebben dat er druk op je wordt gelegd en er vragen worden gesteld als "Heb je al een huis gekocht?", "Wanneer ga je trouwen?" of "Heb je al een job?"
Ondertussen zijn we ook al twee jaar verder sinds jullie debuut. Zal deze plaat een ander publiek aanspreken?
Dat denk ik niet. Uiteindelijk zijn we toch nog steeds dezelfde SONS. Alleen hebben we sinds de debuutplaat meer ervaring kunnen opdoen als muzikanten. En dat hoor je misschien wel, dat we een beetje volwassener zijn geworden. Maar onze gekende sound is toch nog steeds dezelfde en uiteraard hopen we daarmee onze fans toch te behouden en zelfs nog een beetje uit te breiden.
Uiteindelijk zijn er wel heel wat bands die muziek maken die niet per se bij hun leeftijdscategorie hoort. Hoezo vonden jullie dat wel nodig?
We hadden voor de tweede plaat heel veel tijd en zaten op dat moment ook een beetje in een sleur van het dagdagelijkse leven. We waren eigenlijk eventjes weggetrokken uit het muzikale leven. We waren niet op tour of niet aan het spelen, waardoor we meer over dat soort dingen begonnen nadenken. En dat vloeide dan automatisch door in onze teksten en nummers.
Veel songs gaan ook over zwaar beladen topics. L.O.V.E. bijvoorbeeld, dat gaat over gaybashing.
Het verhaal is eigenlijk dat we hiermee naar de studio gingen zonder dat we een tekst hadden. En één van de dagen dat we in de studio waren, was er iemand in de buurt waar wij wonen, die op mannen viel en gelokt werd door jongeren, waar hij vervolgens brutaal in elkaar geslagen werd met de dood tot gevolg. Dat heeft ons echt heel zwaar geraakt. Omdat we toen aan dat nummer bezig waren, hebben we dat gebruikt om een beetje een statement te maken. Want tenslotte was het vlakbij waar wij vroeger als kinderen op straat speelden. Wij stonden er nooit bij stil dat dat ook daar zomaar kan gebeuren.
Hoe hebben jullie de eerste concerten sinds Covid ervaren?
Bangelijk! Het was er terug een beetje inkomen, maar we merkten dat het publiek er zin in had, dat wij er zin in hadden. We hebben tussendoor ook een aantal shows gedaan voor een zittend publiek, maar dat past toch niet helemaal bij onze muziek. Onze plaat was ook al klaar sinds maart vorig jaar, maar we hebben opzettelijk gewacht zodat we er meteen terug volledig voor konden gaan, met alles erop en eraan: moshpits, bier in de lucht, zweet aan het plafond.
Heeft covid een impact gehad op de inhoud van de plaat?
Het zal er wel voor gezorgd hebben dat we over andere dingen zijn beginnen schrijven, maar voor de rest denk ik niet dat het een impact heeft gehad. Want we hebben het op hetzelfde tempo gedaan en voor de rest hadden we vooral na de eerste plaat ook echt het gevoel dat er nog iets in zat en ik geloof dat dat zonder corona hetzelfde was geweest.
Jullie hebben de plaat ook gemaakt met de Australische producer Michael Badger-Taweel en dat vanop afstand. Hoe was dat? Dat kan niet altijd even simpel geweest zijn.
Dat niet, maar het is ons toch wel mooi gelukt. Wij hebben de hele plaat opgenomen in Hoboken in de garage van Damien Verhasselt, de drummer van Millionaire. Badger heeft eigenlijk zijn dagshiften opgezegd en ervoor gezorgd dat hij ‘s nachts leefde. Want in Australië is het nacht terwijl wij hier volop bezig zijn. Damien heeft er dan voor gezorgd dat Michael via een technisch programma mee aan de knoppen kon zitten. In de controlroom had je dan een tv-tje, waar Badger op te zien was, maar ook in de opnamestudio bij ons stond zo'n tv-tje. Dus overal waar wij waren, was hij ook. Er was zelfs een moment waarop hij vanuit een bad vol bubbels lag te producen.
Met Damien in de studio zitten, hoe voelde dat?
Dat was geweldig! Hij kan heel goed sturen en soundjes toevoegen. En je hoort ook dat hij veel ervaring heeft met producen. De studio bevond zich ook praktisch achter onze hoek wat een mooie plus was. Er werd wel niet superveel veranderd aan onze songs, maar ze zijn wel een heel grote hulp geweest.
We hoorden toevallig zijn naam vallen aan het begin van Pixelated Air. Was daar een reden voor?
Dat was eigenlijk een outtake. Gewoon wij die verkeerd invallen. Ik weet niet meer exact wat er gezegd wordt?
“Damien, mogen we?”
Juist! Toen we dat nummer gingen opnemen, stonden we echt te popelen. En we vonden het uiteindelijk wel cool om de studio-ervaring een beetje mee op de plaat te zetten.
Hoe is het idee voor de cover van het nieuwe album ontstaan?
De plaat heet 'Sweet Boy'. En de referentie, die we daar wilden maken, is dat er van u verwacht wordt dat je een "sweet boy" bent, maar dat je die verwachtingen niet altijd kan inlossen. Dus zochten we ook iemand die er zo uitzag. En die hebben we dan gevonden. En de slang op zijn schouders is eigenlijk een beetje een running joke. Die heeft niet per se een diepere betekenis. Maar je kan het ook wel een beetje bekijken als het duiveltje op zijn schouder.
Nog een leuke anekdote: de foto op de cover van ons debuut werd aan de eettafel bij de oma van Jens en Arno (gitarist en bassist, nvdr) genomen. Zij zijn neven. Deze foto is in hetzelfde huis gemaakt, maar dan in de slaapkamer. Alleen wist oma niet dat die slang erbij ging zijn. Dus wij kwamen daar aan met het model en de fotograaf en alles erop en eraan. Plots komt er dan iemand aan de deur met een grote bak en hij zet die op tafel. Daar bleek dan een koningspython in te zitten. Daar schrok oma toch wel enigszins van.
Binnenkort spelen jullie in het voorprogramma van Jack White in Duitsland. Hoe kwam dat nieuws binnen?
Wij zitten bij LiveNation hier in België en daar is ook een vestiging van in Duitsland. Die organiseerde dan de concerten van Jack White. Zij hebben dan zelf voorgesteld aan het management van Jack White om ons als voorprogramma te nemen, omdat ze ons wel toepasselijk vonden als band. En ik denk dat dan het management of hijzelf - ik hoop toch wel hijzelf - dat bekeken hebben en ons dan hebben goedgekeurd voor twee shows. Uiteraard vinden wij dat "fucking epic". We zijn immers allemaal grote fans en het eerst liedje dat we konden spelen op de gitaar was Seven Nation Army van The White Stripes.
Wil je SONS graag aan het werk zien? Dat kan op volgende data:
26/04 showcase @ (CHEZ PIAS), Brussel
28/04 @ Trix, Antwerpen
01/07 @ Rock Werchter
14/08 @ Hear Hear!, Hasselt