SONS - Het wordt een nieuw avontuur
Met de nieuwe single I’m Tired levert SONS opnieuw een korte, energieke track vol donkere grooves en vurige riffs. Ondanks de eenvoud voelt het nummer aan als een explosieve moshpit-ontsteker tijdens liveshows. Het is de voorloper van het album ‘Hello,’ dat op 26 september verschijnt en eind oktober wordt voorgesteld in de Ancienne Belgique en later in heel Europa. Eerst kan je volop genieten van de band op Pukkelpop, Crammerock en Leffingeleuren. Wij hadden in de aanloop daar naartoe een gesprek met Robin Borghgraef, gitarist en zanger van de band.
I'm Tired wordt een beetje omschreven als een energieke kick in the ass. Het thema gaat over vermoeidheid. Hoe heb je die paradox eigenlijk kunnen vatten in een song?
Robin Borghgraef: We spelen graag energieke muziek, maar dit nummer is ook ontstaan uit een soort kwaadheid over het gevoel van “ik ben moe”. Dat is iets wat iedereen herkent: de vermoeidheid die voortkomt uit de dagelijkse strijd. Het constant moeten presteren op social media, het beeld ophouden dat alles altijd goed gaat en het voortdurend bereikbaar moeten zijn in deze technologische wereld. Uit die frustratie en het kunnen uitspreken van die vermoeidheid is dit nummer geboren. Daarom klinkt het energiek, terwijl het eigenlijk over moe zijn gaat. Het is niet zozeer een kalme vermoeidheid, maar eerder een vurige boosheid over alles wat je uitput.
Waarvan word jij eigenlijk moe?
De laatste tijd merk ik vooral de druk van het constant bereikbaar zijn. Dat is iets wat volgens mij onze hele generatie herkent: de voortdurende aanwezigheid van social media en alles wat daarbij komt kijken. In de muziekwereld speelt dat misschien nog wel sterker dan bij de gemiddelde, "gewone sterveling". Als je in een band zit, hoort die druk er nu eenmaal bij, veel meer dan vroeger. Toen leek dat allemaal nog minder intens. Je zou kunnen zeggen: zet je gsm gewoon even uit en neem een digitale detox. Daar doe ik zelf niet aan mee, simpelweg omdat ik mijn telefoon ook nodig heb voor mijn werk. I’m Tired is zelfs ontstaan na een vermoeiende werkdag. Naast muzikant ben ik ook grafisch vormgever en daar hoort het beheren van social media nu eenmaal bij. Die knop zomaar uitzetten is voor mij geen optie.
De single moet de trekker worden van jullie nieuwe album. Wordt het een typische SONS-plaat?
Onze nieuwe plaat is volgens mij een goede mix van het vertrouwde SONS-geluid en een frisse, vernieuwende insteek. Bij Hello, het eerste nummer dat we voor de plaat schreven en dat ook de opener is, merkten we meteen dat er andere invloeden in slopen, soms zelfs lichte hiphopinvloeden vooral in drum en bas. Dat voelde voor ons als het startschot: we waren echt onderweg naar onze derde plaat. Inhoudelijk is Hello ook een kantelpunt. Het is een optimistisch nummer, vol levensvreugde, iets wat bij ons vroeger niet altijd het geval was. Misschien heeft dat te maken met ouder en volwassener worden, met het steviger in het leven staan. We hebben allemaal onze levens opgebouwd; sommigen zijn getrouwd, anderen hebben zich op een andere manier gesetteld. Daardoor beseffen we dat muziek niet altijd deprimerend of donker hoeft te zijn. We mogen ook zingen over de mooie kanten van het leven: vriendschappen, liefde en alles eromheen.
Jullie hebben voor de plaat samengewerkt met David McCracken, die met grote namen als Kanye West, Beyoncé, Depeche Mode en dEUS heeft gewerkt. Hoe was dat en welke tips kon hij jou nog geven als zanger?
Het was een heel toffe en hechte manier om met hem samen te werken, zeker op zangvlak. Bij de vorige platen begonnen we altijd vanuit de muziek: eerst een basistrack, daarna een zangmelodie en pas op het einde de tekst. Deze keer ging het precies andersom. David haalde er bij mij eerst uit wat ik echt wilde vertellen en zingen, het verhaal en de song kwamen op de eerste plaats, de muziek volgde pas daarna. Dat is volgens mij het grootste verschil met de vorige twee platen. Daarnaast heeft hij me meer laten zingen dan roepen. Waar onze eerdere platen meer gericht waren op die energieke, bijna schreeuwende aanpak, heeft hij me uit mijn comfortzone gehaald. Soms liet hij me het roepen achterwege laten en mijn stem gewoon gebruiken om echt te zingen.
Betekent dat ook dat jullie nieuwe wegen hebben bewandeld? Hoe was het om jullie vertrouwde pad te verlaten?
Het was een fantastische ervaring, eentje die ik meteen opnieuw zou willen doen. Voor ons is dit nu de nieuwe manier van werken. We willen onszelf altijd blijven vernieuwen, dus ik denk dat we in de toekomst zeker op deze weg zullen doorgaan. In veel van de nummers herken ik mezelf en ik vermoed dat dat voor veel anderen net zo zal zijn. Voor ons is zoiets heel belangrijk. Ik schrijf de teksten meestal vanuit mijn eigen standpunt, maar achteraf blijkt vaak dat ze ook voor anderen herkenbaar zijn. In tegenstelling tot de vorige twee platen die meer op mezelf of op ons als band gericht waren, gaan de nieuwe nummers vaker over bredere, algemene thema’s. Het zijn concepten waarin iedereen iets van zichzelf kan terugvinden en dat vinden we erg belangrijk.
Ook jullie geluid is een beetje typisch SONS: aan de ene kant een beetje fonkelend en schitterend, aan de andere kant veel power en dynamiek. Hoe bewaak je die balans tussen rauwheid en verfijning?
Ik denk dat zoiets onbewust zo gebeurt. We zijn allemaal grote fans van hardcore punk en classic rock, hoe harder, hoe beter. Zelfs op technologisch vlak: als er Thunderdome is, zijn we erbij. Tegelijk staan we heel open voor andere muziekgenres. We luisteren veel naar hiphop en eigenlijk naar alles wat ons aanspreekt. We willen ons niet vastpinnen op één genre. Bovendien zijn we grote fans van een echt goed nummer, niet zomaar lawaai. Die combinatie van ruigheid en muzikaliteit werkt voor ons heel goed, en dat hoor je ook terug in onze muziek.
In hoeverre beïnvloedt het dagelijkse leven de platen die jullie maken? Is dat autobiografische tintje op jullie platen merkbaar?
Ik denk het wel. We zitten vaak met z’n vieren in de bus onderweg naar optredens en zien elkaar constant. Dan praten we veel over allerlei thema’s, over hoe de één zich voelt en hoe de ander ermee omgaat. Soms botsen we ook wel eens, maar juist dat gesprek en die uitwisseling van ideeën werken zich uiteindelijk ook uit in de teksten.
Muziek wordt natuurlijk liefst live gespeeld. De concertlijst oogt bijzonder indrukwekkend, met het concert op Pukkelpop komend weekend als absolute eyecatcher. Begint het al een beetje te kriebelen?
Zeker en vast. We hebben vorige week al een try-out gespeeld in de Zwarte Ruiter in Den Haag, en eerder ook op Pukkelpop Downtown. Dat waren twee testoptredens waarin we onze nieuwe line-up alvast konden uitproberen. Tijdens de repetities namen we al enkele keren de setlist door en gaven we die verder vorm. We kijken er enorm naar uit, we hebben er al weken naar toegeleefd.
Hoe gaan jullie die dag beleven?
We gaan eerst goed uitslapen, lekker eten en dan met volle goesting naar het festival vertrekken. We vinden het ook altijd leuk om wat rond te lopen en andere bands te checken. Daarna wordt het sowieso een stevig feestje. Ik denk niet dat het braaf zal eindigen. Die zenuwen zullen we er wel zijn, dat ga ik niet ontkennen. Het voelt nu meer als een gezonde spanning dan als echte stress, zeker vergeleken met vroeger. Alles gaat gewoon snel zodra je het podium opstapt. Ik denk dat iedereen dat wel heeft. We zullen met een goed gevoel van het podium stappen als het één groot feest is geweest met veel crowdsurfers en blije gezichten. Dan zijn we helemaal tevreden.
Na Pukkelpop wacht een heel boeiend en gevuld najaar. Hoe is dat, on the road met de boys van SONS?
Het is leuk, maar intens. We zijn al aan het kijken om misschien een grotere bus te huren, want we hebben altijd in een kleine versie gezeten en dat wordt op den duur toch wat krap. Verder valt er niets op aan te merken. Als we ergens spelen, willen we ook altijd een stuk van de stad zien. We proberen altijd even weg te stappen uit de backstage, waar je vaak de hele tijd blijft hangen. Het wordt hoe dan ook weer een nieuw avontuur. Er zijn een paar venues waar we echt naar uitzien en Athene staat daarbij heel hoog op het lijstje. We hebben daar ooit eerder gespeeld en dat was geweldig. Bovendien weten we dat er een paar goede restaurantjes zijn waar we graag opnieuw willen gaan eten. Ook Parijs zien we graag terug op de planning, daar komen we altijd met veel plezier.