School Is Cool - Ik vond het vroeger stom om liefdesliedjes te schrijven

Run Run Run Run Run en Trophy Wall vertaalden het al: School Is Cool is terug. Ze hebben de pop omarmd en ze verkeren in grote vorm op hun nieuwe en derde album 'Good News'. Het is hun eerste album sinds het donkere 'Nature Fear' van ruim drie jaar geleden en daar tussenin nam Johannes Genard ook nog eens deel aan het vtm-programma 'Liefde Voor Muziek'. Stof genoeg om over te babbelen dus!

Ik vond het vroeger stom om liefdesliedjes te schrijven

In drie jaar kan er veel veranderen. Toen we Johannes Gernard drie jaar geleden interviewden over ‘Nature Fear’ zat hij nog voor ons met zijn haar in een lange staart, drie jaar later ziet hij er een stuk minder alternatief uit. Het is een beweging die de muziek ook heeft gemaakt, want waar ‘Nature Fear’ nog donker en experimenteel was, is ‘Good News’ een goeie popplaat geworden die lonkt naar de jaren 80.

Johannes Genard: Ik vind dat meteen de moeilijkste vraag om op te antwoorden, hoe het komt dat daar zo veel verschil op zit. ‘Good News’ is het soort muziek dat ik vandaag wilde maken. Het was ook geen bewuste keuze. Die tweede plaat was drieënhalf jaar geleden ook de plaat die we toen wilden maken. Nu vinden we die wat te duister, hebben we daar wat bedenkingen bij. Ik heb nog veel zulke nummers liggen.

Hanne Torfs: Ik kende School Is Cool hun muziek van de eerste plaat en dan denk je dat je iemand kent, dat je weet waar iemands voorkeuren liggen. En toen kwamen er demo’s die plots toch helemaal anders waren. Johannes is iemand met heel veel ideeën en al die ideeën hebben we in die tweede plaat gestopt, omdat het kon. Nu hebben we gerichter gekozen in één richting. En dan waren het toch de klassiekere songs die kwamen bovendrijven, de kern van zijn schrijven.

Wat ons opviel is dat heel veel liedjes heel open over de liefde gaan. En wij denken ook dat je je nu pas toelaat om over de liefde te schrijven. Dat je dat nu mag.
Johannes:
Dat klopt, ik heb dat altijd niet gewild. The World Is Gonna End Tonight bijvoorbeeld is in wezen een liefdesliedje, maar de liefde zit er wel echt diep in verstopt. Ik vond het stom om liefdesliedjes te schrijven. Ik was 22 en ik was net afgestudeerd in de filosofie. Ik wilde méér dan liefdesliedjes.

Terwijl je nu mag zingen “I’m beginning to believe / that only you could help me overcome”, wat een hele duidelijke zin is. Niet mis te begrijpen en ook nog eens eenvoudig én mooi.
Johannes:
Dat zinnetje komt uit I’m Not Fine en er zit inderdaad wat beeldspraak in, maar het is niet meer mis te begrijpen. Nu heb ik bewondering voor dat soort liedjes. Die het gewoon zeggen. Ik ben nu 29 en ik heb al wat meer meegemaakt dan toen ik 22 was.

Wat opviel was dat het opvallend vaak gaat over liefde als strijd. In Entertainment zing je letterlijk “You mistake love for entertainment” en ook in All Is Far In Love And War, Fight Of The Century en in Underrated/Underfed gaat het over liefde als strijd.
Johannes
(verrast): Ah ja, echt? Het klopt wel, denk ik. Er zijn honderden manieren om naar liefde te kijken en de conflictbril of de jacht is wel een dankbare bril om door te kijken. Het is er onbewust in geslopen, want mijn liefdesleven is helemaal geen strijd, maar knap dat je het hebt opgemerkt.

In de loop der jaren is School Is Cool al een paar keer van bezetting veranderd. Justine Bourgeus, die bij jullie violiste was en nu vooral bekend is als Tsar B, heeft de groep ook verlaten ondertussen om zich ten volle te kunnen richten op haar solocarrière. Hoe werkt School Is Cool vandaag?
Johannes:
Justine heeft nog aan bepaalde nummers meegewerkt, was ook een beetje betrokken bij de preproductie en is ook twee dagen komen meespelen, maar haar rol in ‘Good News’ was al wel een stuk beperkter. Momenteel zijn wij met vier – Johannes, Hanne, Matthias en Toon – de kern van School Is Cool en live werken we nog samen met Michaël Lamiroy van Tin Fingers, al dan niet aangevuld met Dieter Beerten van High Hi. Die was toch voor de helft van de songs betrokken bij de opnames.

De songs schrijf ik thuis. Soms duurt dat drie jaar, soms een dag en wanneer ik een vaste vorm heb voor een song, een demo, dan laat ik het horen aan hen. Als ze het niet goed vinden, dan doen we ’t niet. In het andere geval gaan we aan de slag en dan kan die song in het proces ook nog wel noemenswaardig van vorm veranderen. Run Run Run Run Run bijvoorbeeld is helemaal uit elkaar gehaald en weer veranderd.

Hanne: Ik vind het heel tof hoe open Johannes daar in is. Want het is niet zo evident om die song uit handen te geven nadat je maandenlang op één idee hebt gebroed. En dan geef je die song echt uit handen, richt iedereen zich op zijn eigen klanken en dan groeien die arrangementen, heel organisch, met Johannes als stuurman. Het is goed dat er één iemand is die de visie bewaart.

In 2015 hebben jullie twee singles uitgebracht, AK-47 en If So, waarbij vooral If So niet misstaan zou hebben op deze plaat. Maar dat is al twee jaar oud. Dus heel snel na ‘Nature Fear’ zijn jullie dan wel weer aan nieuwe muziek beginnen werken?
Johannes:
Over If So hebben we wel lang getwijfeld, want die zou wel mooi op dit album passen. Uiteindelijk is het onze producer (de Britse producer Luke Smith, red.) die besloten heeft om het niet te doen omdat de songs die we hadden een mooi geheel vormden.

Ik was in 2015 al wel aan nummers aan het werken, maar dat ging heel moeizaam. Ik heb toen ook in een paar interviews gezegd dat ik een wereldmuziekplaat wilde maken en dat is het uiteindelijk ook helemaal niet geworden.

Hanne: De werktitel was ook altijd ‘World Music’. Dat nummer staat er nu nog altijd op, maar het is Whirled Music geworden.

Johannes: Voor dat nummer had ik eerst een hele lange tekst geschreven, over de vluchtelingenproblematiek en over Syrië en zo. Een hele zware tekst. Dan heeft onze producer – misschien gelukkig maar – wel gezegd dat die tekst helemaal niet bij de rest van de plaat paste. Uiteindelijk volg je de richting van de beste nummers die je hebt. En daar paste heel dat wereldmuziekidee en teksten met zware wereldproblematieken niet in.

En daartussen zat dan nog Liefde Voor Muziek, waardoor je plots een Ultratophit beethad met een cover van Honeybee van Belle Perez. Je bent ermee tot op de vierde plaats geraakt wat je toch voor de eerste keer echt op de kaart heeft gezet als soloartiest. Bespreek je zoiets op voorhand met de groep?
Johannes:
Aanvankelijk hebben we geprobeerd om deel te nemen met heel de band, maar dat bleek een veel te complex gegeven omdat er al zeven mensen op die zetel zaten en nog eens een paar gezichten daarbij, die dan ook nog eens niet écht bekend zijn, dat bleek te moeilijk. We hebben ons dus de vraag gesteld of het goed zou zijn om zo ver uit je eigen comfort zone te treden, maar uiteindelijk bleek het idee om het te doen te leuk. En ik ben uiteindelijk wel die ene rare hyperkinetische gebleven, maar dat is ook exact hoe ik op het podium ben. Ik heb er wel mijn ding kunnen doen en ik vond onze line-up ook heel erg leuk. Divers in alle richtingen en het meest weg uit die vtm-leefwereld en toch klikte het.

Voor de nieuwe plaat ben je heel erg bij de jaren tachig uitgekomen. Tot aan de saxofoonsolo toe, een instrument waar vaak heel erg lacherig over wordt gedaan.
Hanne:
Ik luister doorgaans niet graag naar saxofoon. Maar toen was iedereen het er verbazend snel over eens: hier hoort een saxofoonsolo. Het is ook op het laatste nummer – All Is Fair In Love And War - en het is zo echt de apotheose van de hele plaat.  

En in I’m Not Fine zit een gitaarsolo, ook een primeur?
Johannes:
Het is zelfs de eerste keer dat ik een gitaarsolo heb opgenomen, tout court. De take die het uiteindelijk geworden is, is ook de take met de enige keer waarvan ik vond dat de solo – die ik daar aan het improviseren was - echt gelukt was. Dat geluk had ik dan weer wel. (lacht) En opnieuw: het is iets dat ik vroeger nooit wilde en dat ik nu vond passen.

Op Radio 1 hebben ze onlangs in het kader van de vraag “Waar luistert de jeugd van tegenwoordig naar?” gevraagd van wie je fan bent. Jij hebt daar Kate Bush genoemd. Jij bent negenentwintig dus jij bent van 1988 en je bent muzikaal gevormd door de muziek van begin jaren 2000.
Johannes:
Klopt helemaal. Ik ben vroeger in contact gekomen met Kate Bush omdat mijn moeder dat wel eens durfde opzetten. Ik heb daar op zich geen bewuste herinneringen van, behalve dan Babooshka, dat is wel echt blijven hangen. Vind ik nog altijd één van de beste akkoordenprogressies in de geschiedenis van de muziek. En dan heb ik Kate Bush teruggehoord in het radioprogramma dat Bent Van Looy één seizoen voor Studio Brussel heeft gemaakt, Single Safari (2010). Dat was de klik, toen ben ik meteen een hele plaat van Kate Bush gaan luisteren. ‘Hounds Of Love’ werd een kleine obsessie, nog altijd mijn favoriete plaat.

Van in het begin worden jullie al tot in den treure met Arcade Fire vergeleken. En nu zijn ook net zij ook inspiratie gaan zoeken in de jaren tachtig voor hun nieuwe album, ‘Everything Now’. Vond je ze goed?
Johannes:
Nee.

Dan ligt het niet aan mij.
Hanne:
De goede nummers staan opvallend vooraan. De eerste drie nummers of zo zijn best goed. Ik heb de plaat ook drie keer na elkaar geluisterd omdat ik echt niet kon geloven dat het album zo zwak was.

Johannes: Everything Now, de single, vond ik ongelooflijk goed. We Don’t Deserve Love is ook mooi. Creature Comfort ook. Maar verder: stijloefeningen, kitsch en pastiche. Onze drummer, Matthias Dillen, is de grootste Arcade Fire-fan van België, daar ben ik van overtuigd. Hij heeft Win Butler al ontmoet, is naar Miami geweest voor een dj-set van hem. En ook Matthias vindt de plaat niet goed.

Een compliment om af te sluiten: met Run Run Run Run Run lijkt het alsof wij een oude vriend hebben teruggevonden. Het lijkt een nummer dat we al heel ons leven kennen, maar dat pas nu gemaakt is.
Johannes:
Dat is een heel groot compliment, dankjewel. Het refrein van dat nummer heb ik vier jaar geleden geschreven, maar alleen het ritme van de zang. Het heeft vier jaar in mijn achterhoofd gekampeerd, maar nu klopt het.

Dit interview verscheen ook bij Newsmonkey.be.

School Is Cool speelt binnenkort onder meer in Muziekcentrum Trix en Het Depot.

26 september 2017
Geert Verheyen