Saga - 'Iemand anders mijn teksten zien zingen was een surrealistische ervaring'

Wat een toeval: dit jaar brengen de twee grootste Canadese progrockformaties hun twintigste studioplaat uit. Rush komt met ‘Clockwork Angels’, en van Saga nemen we het toepasselijk genoemde ‘20/20’ in dank aan.

'Iemand anders mijn teksten zien zingen was een surrealistische ervaring'



Saga, het ultieme symfonische rockorkest, heeft in een carrière van vijfendertig jaar heel wat klippen moeten omzeilen. De laatste was het vertrek van zanger Michael Sadler, nu vijf jaar geleden. Maar de ouwe vos heeft zijn streken niet verleerd, en na het korte interregnum met Rob Moratti, staat Sadler opnieuw aan het roer.

‘20/20’ is bijgevolg weer vintage Saga. Met ijzersterke songs als Six Feet Under, Anywhere You Wanna Go en Show and Tell blijven de typische interacties tussen Jim Gilmours toetsen en Ian Crichton spannende gitaarwerk intact. Voeg daarbij de verleidelijke baslijnen van Jim Crichton en de power van nieuwe drummer Mike Thorne, en Sadler erbovenop, en je hebt één van de meest geanticipeerde rockalbums van het jaar.

We praten met een ontspannen Michael Sadler, tevreden dat hij herenigd is met zijn bandmaats en enthousiast over de nieuwe plaat. Bij zijn terugkeer stond ‘20/20’ al grotendeels in de steigers, met Moratti als zanger. Maar Sadler zong het album in Los Angeles in, op grote afstand van de rest van de groep in Canada. Een nieuwe ervaring voor hem.

Waar verwijst de titel ‘20/20’ eigenlijk naar?
Sadler: Eigenlijk naar verschillende zaken. Zo staat het voor een perfect zicht. Maar in een Engels spreekwoord wijst het ook naar het verleden, zoals leren uit je fouten. En Jim Gilmour moest tijdens onze tour met Marillion in 2011 een dringende oogoperatie ondergaan, dus is de titel eveneens een knipoog naar hem. Hij stelt het trouwens goed.

Je verliet de band vijf jaar geleden. Je afscheid leek toen definitief…
Ik vertrok toen en dat was het dan. Maar onbewust bleef de deur steeds op een kier, ja. En nu? “They made me an offer I couldn’t refuse” (lacht).

Wat deed je toen besluiten om weg te gaan?
Er was niks echt gepland. Maar ik ging om persoonlijke redenen en een maand later werd mijn nieuwe zoon geboren. Ik wilde er voor hem zijn en een band smeden met hem. Nu is hij vier jaar en begrijpt hij dat papa voor zijn werk dikwijls ‘on the road’ moet.

Het gerucht gaat dat jij incognito naar een Saga-optreden met nieuwe zanger Rob Moratti bent geweest.
Klopt. Ik zag hun opwarmingsconcert in een klein stadje in Ontario. Echt voor plaatselijke fans, zonder promotie, om Moratti de kans te geven aan het podium te wennen. Dus nam ik het vliegtuig van Los Angeles naar Canada en ben ik achteraan gaan zitten. Na dertig jaar iemand anders mijn teksten zien zingen was echt wel een surrealistische ervaring.

Welke beschouw jij als de hoogte- en dieptepunten uit je carrière?
Spleen voor negentigduizend toeschouwers op de Rock Am Ring in Duitsland in 1985 was gek. Het podium was zo hoog en de mensen leken zo veraf. Maar als entertainer heb ik het contact met het publiek nodig. Begrijp me niet verkeerd: het was geweldig daar te staan, maar het was zo onpersoonlijk. Het dieptepunt? Mijn vertrek uit de band (lacht)!!

Wat is er in de jaren negentig gebeurd?
Het was een vreemd decennium omwille van de grunge sound. Heel de muzieksector was in de war. We hebben toen enkele platen gemaakt waar me niet helemaal gek van zijn. Ik verbleef toen meestal in Duitsland.

Waar komt die speciale band met Duitsland eigenlijk vandaan?
Het was onze eerste afzetmarkt, samen met Puerto Rico. Wanneer je met een band begint, moet je het publiek opzoeken. In die landen is onze fanbasis ontstaan. Waarom daar weet ik niet. In Duitsland zijn we begonnen met toeren en sindsdien zijn we blijven terugkomen. Vandaar ging het naar de rest van Europa en tot op zekere hoogte Noord-Amerika. Maar Amerika is “a whole different ball game”. De VS is zo’n enorm land om te toeren. We hebben er een hele tijd niet meer gespeeld en er ook geen aandacht aan geschonken, maar we hopen dat dit de komende jaren verandert.

Het is ook een hele tijd geleden dat jullie nog in België waren…
Weet je wat, na dit interview bel ik meteen naar de promotor en zeg hem dat we naar België moeten!

Het publiek verandert, zowel wat het kopen van platen als de concerten betreft. Saga heeft elke transitie overleefd. Wat is het geheim?
We zijn nooit een topveertigband geweest, beantwoordden nooit aan de smaak van de maand. We hebben een semi-cultstatus bereikt. Onze fanbasis is met de band opgegroeid. Zij kopen geen platen op basis van wat ze op de radio horen. Zij zijn erg loyaal en zeer vergevingsgezind wat de mindere albums betreft (lacht). Ze zijn als familie voor ons en zijn met ons veranderd. Ze hebben altijd een pak suggesties voor de band en laten ons weten als we verkeerd bezig zijn. We zijn hun erg dankbaar.    

Als je uit de twintig studioalbums er eentje mag kiezen, welke wordt het dan?
‘Behaviour’ uit ’85. Ik herinner me de opnamen als een fijne tijd en ben erg trots op mijn vocale prestaties. Maar ook op persoonlijk vlak  bewaar ik goede herinneringen. ‘Behaviour’ steekt met kop en schouders boven de rest uit, maar eigenlijk houd ik van ze allemaal (lacht)!!

‘20/20’ van Saga verschijnt bij earMUSIC en wordt in de Benelux verdeeld door V2.

16 juli 2012
Christoph Lintermans