Roscoe - 'We eindigen steeds met een positieve noot'

Het is opmerkelijk hoe Roscoe door iedereen bejubeld en geknuffeld wordt. Nochtans had nog niemand van het viertal gehoord tot een paar maanden geleden. U begrijpt allicht beter waarom dat zo is als u de recensie van hun debuut ‘Cracks’ elders op onze site leest.

'We eindigen steeds met een positieve noot'



Zanger-gitarist Pierre Dumoulin blijft er verder redelijk nuchter bij. Wij wilden anders wel weten wat de Luikenaars allemaal in hun schild voeren.

Pierre Dumoulin: Voor ons is Roscoe altijd meer geweest dan een hobby. Je moet natuurlijk een start kunnen nemen en dan pak je het er naast alle andere dagelijkse jobs bij, maar het was wel duidelijk dat we hier ons werk van wilden maken. Met alle moeilijkheden in de huidige muziekbusiness is dat geen sinecure. Daar zijn we ons bewust van, maar we hebben nu toch een eerste stap gezet.

Wat doe je dan tot op het moment dat je een relax muzikantenleven kunt leiden?
Ik werk voor een sonorisatiebedrijf. We voorzien reclamespots van geluid en muziek.

Dat lijkt me wel iets voor jou. Bij zo’n werk is het belangrijk om sfeer te scheppen, iets waar Roscoe ook heel straf in is.
Een nummer ontstaat bij ons zelfs op die manier. We creëren eerst een heel eigen sfeer, die als basis geldt voor de rest van nummer. We experimenteren met klanken en later gaan we pas de structuur van het nummer afwerken. Op die manier werken we eigenlijk in de omgekeerde richting. De meeste muzikanten beginnen op een gitaar te tokkelen of maken een tekst. Bij ons komen de stem en de teksten helemaal op het einde.

Word je dan geleid door de gecreëerde sfeer om je tekst te schrijven?
De stemming van een nummer zal zeker invloed hebben op de tekst, maar ook mijn persoonlijke leven is een grote inspiratiebron. Het schippert altijd een beetje tussen die twee.

Er zit veel emotie en dramatiek verscholen in je teksten. Als je  het artwork en de sfeer, die het album uitademt, meerekent, mag ik dan besluiten dat er geen grote optimist in je schuilt?
(lacht) Toch wel hoor. Ik schrijf vaak teksten omdat ik me dingen afvraag en door erover na te denken kom je meestal wel tot antwoorden. Daar kan ik zeer optimistisch van worden. Neem nu de clip van Lowlands. Daar schuilt inderdaad veel dramatiek in, maar op het einde krijg je wel een positieve noot mee. Een concreet antwoord krijg je misschien niet, maar je merkt wel dat het de goede richting uit gaat.

In hoeverre is jullie thuisstad Luik een inspiratie?
De stad zelf niet meteen, maar de landelijke gebieden daarrond des te meer. In de provincie Luik zijn fantastische plekken te vinden: de echte natuur. Daar houden we enorm van.

Zijn jullie niet bang te veel geassocieerd te worden met het Wallonië waar vele Vlamingen zoveel vooroordelen over hebben door die melancholische toon in jullie muziek?
Dat zou goed kunnen. Daarom willen we ons ook niet tot Luik beperken en proberen we door te steken naar een hoger niveau.We hebben de clip van Lowlands om die reden ook niet in Luik gedraaid. Anders blijf je een Luikse groep, die Luikse muziek speelt en Luikse videoclips opneemt.

Je zei daarstraks al dat ‘Cracks’ niet in een vlotte take opgenomen is. Was het moeilijk om het album af te werken?
Op het album zijn er uiteindelijk tien nummers terechtgekomen, we hadden er zowat drieëntwintig klaar. In eerste instantie waren dat heel uiteenlopende nummers. Maar voor het album vonden we het belangrijk dat alles homogeen klonk en in elkaar vloeide. Dat was het moeilijkste: de juiste nummers vinden om het album coherent te maken.

Maar de overige nummers hebben we niet zomaar in de vuilbak gekieperd. We kunnen daarop nog verder werken en misschien komen ze nog van pas bij het maken van een tweede album.

Denken jullie al na over een opvolger voor ‘Cracks’?
We denken na over hoe we zouden opnemen, over wat we anders zouden kunnen doen. Maar eerst concentreren we ons op de concerten die eraan komen en daarna gaan we verder aan de slag.

Voor jullie eerste album kregen jullie meteen de steun van PIAS. Geen kleine speler in het muzieklandschap. Hoe hard hebben jullie moeten zeuren?
Daar mogen we absoluut niet over klagen. Toen we aan het album bezig waren, gingen we er nog vanuit dat we ‘Cracks’ zonder label zouden uitbrengen. Maar PIAS had nog maar één nummer gehoord en vroeg al om meteen ook de rest te mogen beluisteren. Ik schrok wel dat het zo vlot ging.

Ik veronderstel dat dat jullie toekomstperspectieven veranderd heeft.
Uiteraard. Het biedt ons de mogelijkheid om te kunnen groeien. Je merkt het verschil natuurlijk wel wanneer er plots een ploeg achter je staat die in je gelooft en dag in dag uit voor je werkt. Door alle contacten die ze hebben loopt het allemaal een stuk vlotter.

Het is ook niet altijd makkelijk om in België over de taalgrens te geraken, maar in elk geval kregen jullie wel volop steun van de Vlaamse muziekmedia. Denk je dat dat zal helpen om ook in Vlaanderen meer concerten te krijgen?
Dat hopen we. We werken nu ook met een Vlaamse boeker en hopen natuurlijk ook het noorden van België te kunnen overtuigen. Daarom vonden we het ook leuk om met Absynthe Minded geprogrammeerd te staan op Les Nuits. Op die manier leren de Vlamingen ons ook kennen.

Jullie maken niet meteen hitparademuziek. Dus veel radiokansen krijgen jullie allicht niet.
We hebben daar ook nooit naar gestreefd. Pure FM heeft ons opgenomen in zijn playlist. Zij hebben een alternatiever kantje, maar bij andere stations ligt het veel complexer.

Jullie leven zal er met de release van jullie debuut heel anders uitzien dan een jaar geleden. Denken jullie daar over na?
Ons leven zal meer in vaste cyclussen lopen. We nemen demo’s op, kruipen de studio in om een album af te werken, promoten die, daarna gaan we live spelen en krijgen we na een tijd weer zin om nummers te gaan maken. En zo steeds opnieuw.

27 mei 2012
Koen Van Dijck