Quantum Fantay - Drukke 'T.I.M.E'-s voor Pete Mush

Het afgelopen jaar bracht Quantum Fantay zijn vijfde worp ‘Terragaia’ uit, meteen hun beste schijf. Toetsenist Pieter ‘Pete Mush’ Van den Broeck ontvangt ons in zijn eigen Mushroomland-studio. Sinds ‘Bridges Of Kukuriku’ neemt het Lokerse spacerockgezelschap hier op; de eerste drie albums ontstonden nog in de woonkamer. Na het interview laat Mush mij in avant-première de langste track horen uit ‘T.I.M.E.’, de op stapel staande, tweede cd van Neo Prophet, waarvan hij vast lid geworden is. Als deze voorlopige mix van Orchestral Death representatief is voor de rest van het album, dan staat ons een grootse verrassing te wachten. Vragen genoeg dus. 

Drukke 'T.I.M.E'-s voor Pete Mush



Pieter, jij bent in je eigen studio ook bezig met een eerste soloalbum. Hoe gaat die klinken?
Pieter ‘Pete Mush’ Van den Broeck: Door gebrek aan tijd ben ik daar al vijf jaar aan bezig. Intussen zijn de tracks klaar, maar de drums en bassen moeten nog opgenomen worden. En ik zal  op zoek moeten naar gastzangers. Het album zal verschijnen onder mijn alias Pete Mush en het zal klinken als neoprog met een streep AOR.   

Hoe is de bandnaam Quantum Fantay precies ontstaan?
Bassist Wouter ‘Jaro’ de Geest en ik zijn grote fans van fantasy. Maar toen we het logo ontwierpen, is de fout ontstaan. We vonden het resultaat eigenlijk nog origineler.

Quantum Fantay lijkt de erfgenaam van bands als Ozric Tentacles en Gong. Hoe hebben die jou beïnvloed?
Vooral de Tentacles hebben me geïnspireerd, want die hebben een heel eigen universum. Het is interessante, proggy muziek, maar tegelijk ook dansbaar. Andere invloeden zijn Marillion, Dream Theater en Ayreon, en zelfs reggae en etnische wereldmuziek. Ik absorbeer al die dingen en via mijn muziek komt het er opnieuw uit.

Wanneer is QF een eigen weg ingeslagen, los van de Ozrics? En hoe onderscheiden jullie je van hen?
Je evolueert constant, maar als muzikant sta je er te veel met je neus op. Voor een buitenstander is het gemakkelijker om een evolutie op te merken. Het klopt wel dat wij symfonischer klinken, zeker in de progressievere stukken doen we dingen die Ozric Tentacles nooit zouden doen. Hun songs zijn totaal anders gestructureerd en zij experimenteren met dub en trance. Intussen is er tussen ons wel vriendschap en wederzijds respect ontstaan. En we zijn allen grote bewonderaars van Steve Hillage.

Hoe komt het dat QF internationaal veel meer succes heeft dan andere Vlaamse progbands?
We klinken dansbaar en festivals houden daar nu eenmaal rekening mee. In het progcircuit was NEARfest (Bethlehem, Pennsylvania) een unieke ervaring. Ken Golden van het label Laser’s Edge speelde onze cd’s door naar de organisatie en die vonden onze muziek geweldig.  

Waar zitten de meeste fans van QF? 
Die zitten eigenlijk erg verspreid: Europa, Noord- en Zuid-Amerika.

Hoe moeilijk is Vlaanderen of België voor jullie? En hoe komt dat volgens jou?
De mainstream media zwijgen ons dood omdat we een instrumentale band zijn met meer dan drie akkoorden op de boog. Er is de Spirit of 66 in Wallonië, maar in Vlaanderen is er niks. We houden wel elk jaar ons eigen psychedelische festival in Lokeren.

Wat was er eerst op jullie nieuwe album 'Terragaia'? Het verhaalconcept of de songs?
Ik speelde al jaren met het idee voor dit verhaal. Na ‘Bridges Of Kukuriku’ wilde ik eindelijk de tijd nemen om het verhaalconcept uit te werken. De eerste helft songs was snel geschreven. Ik ben dan op zoek gegaan naar allerlei speciale, akoestische instrumenten, de rest heb ik gesimuleerd op mijn keyboard. De meerwaarde van dit album zit in de etnische invloeden die er altijd al waren en die we nu nog meer in de verf wilden zetten. We wilden een groter publiek bereiken zonder te sleutelen aan het genre.

Wat was de moeilijkste song om te schrijven?
Cowdians (een soort spacecountry - nvdr). Dat nummer tovert meteen een glimlach op je gezicht.  Het bevat meer no-nonsense, is Gong-achtig en absurder dan wat we op vorige platen gedaan hebben.

Op Aargh doet Anaisy Gomez van de Cubaanse progband Anima Mundi mee. Zij speelt doedelzak. Hoe zijn jullie bij hen terechtgekomen?
We hebben hen voor het eerst ontmoet op het Prog Sud-festival van de Franse groep Eclat. Dario (Frodo, gitarist - nvdr) en ik hebben vervolgens live met hen meegespeeld in de Spirit of 66. Sindsdien zijn we goede vrienden.

Op 'Terragaia' brengen de Agapanthusterriers een bezoekje aan de aarde. Wie zijn die groene mannetjes eigenlijk?
Zij werden ontworpen door onze bassist Wouter de Geest. Op elke hoes komen ze terug, maar hun volledige verhaal moeten we ooit neerpennen of uittekenen in een comic strip. Welke conclusies zij uit hun bezoek aan onze planeet trekken, laten we voorlopig aan de luisteraar over.

Jij bent nu ook vast lid van Neo Prophet geworden. Hoe is dat gekomen?
Eigenlijk heeft zanger-bassist Hans Six me twee jaar geleden al gevraagd om bij de groep te komen. We hebben een jaar lang muziek opgenomen. Ik ben co-producer van het nieuwe album ‘T.I.M.E.’, maar ieder bracht ideeën aan zodat het een echt groepswerk geworden is. Bij Quantum Fantay schrijf ik de structuur en hoofdmelodie zelf, maar geen kantenklare partijen. Ik laat steeds ruimte voor de instrumentalisten. Op de volgende QF-plaat zal Neo Prophet-gitarist Tom Tas meespelen, of een veelbelovende internationale vedette! Meer kan ik daar nu niet over kwijt.

Gaat Neo Prophet nu meer zoals Quantum Fantay klinken?
Neen, het wordt melodieuze neoprog, in de buurt van Marillion en Arena. Het vertrekpunt is de eerste Neo Prophet-plaat ‘Monsters’. Voor ‘T.I.M.E.’ heb ik zelf twee songs geschreven en aan een langere track meegeschreven, maar de andere songs komen uit de koker van Hans Six.   

‘T.I.M.E.’ door Neo Prophet verschijnt op 16 mei op het Nederlandse Freia-label.

3 juni 2015
Christoph Lintermans