Nits - Het is altijd roteren en kijken wat werkt

Het is altijd roteren en kijken wat werkt

Eind november verscheen het nieuwe album van NITS. 'Knot' is een mysterieuze plaat die zoals steeds erg fris, speels en tegelijk ingetogen klinkt. De band gaat de komende maanden op tour en houdt ook halt in Brussel (15 december) en Antwerpen (20 december). Het album bevat elf songs, opgenomen in de eigen studio in Amsterdam. De muziek is ontstaan uit improvisaties. De plaat is zo het resultaat geworden van drie lange sessies van twintig uur opgenomen muziek- en tekstflarden. Frontman Henk Hofstede geeft tekst en uitleg. 

De titels van jullie platen blijven opvallen. Hoe zijn jullie deze keer op ‘Knot’ gebotst?

Henk Hofstede: Je kan het op zijn Nederlands, Engels of Noors uitspreken, maar zo’n titel komt pas boven helemaal op het eind van het proces, als we de plaat helemaal af hebben. We hadden al een soort ontwerp voor de hoes, een soort weefsel en Robert-Jan kwam dan plots met ‘Knot’ aanzetten. Toen was het er. Ik vond het wel een mooi woord en het paste in de traditie van de vorige albumtitels. De andere namen, die de revue passeerden, pasten niet in het geheel.

Moeten we er een betekenis achter zoeken?

Neen, behalve ‘In The Dutch Mountains’, dat direct verwijst naar het nummer, hadden we steeds albumtitels die bestonden uit korte namen, gebaseerd op intuïtie of toeval. Het is ook nu weer geen uitgekiend proces geworden. Als het goed voelt, dan nemen we de titel.

Het album is geschreven op basis op improvisatie. Hoe groeien die nummers dan concreet?

We gaan vaak zonder plan in de studio zitten zonder dat er afspraken zijn over muziek en tekst. We nemen alle improvisatiesessies op die meteen op meer sporen worden opgenomen. Daarna beluisteren we wat we hebben gedaan en soms breekt dan het licht door. Sommige dingen gooien we weg, zowat de helft, maar er blijft altijd wel iets bruikbaars over. Alsof je goud vindt in een rivier. Af en toe is dat een wonderbaarlijke manier om songs te maken. Tijdens het creatieproces zitten we eigenlijk in een eigen universum met ons drietjes. Dat is gemakkelijk werken. Soms weten we niet eens meer wat we gezongen en gespeeld hebben.

Wanneer besef je dan dat je goud in handen hebt?

Dat is moeilijk, maar als een nummer overeind blijft na verschillende beluisteringen, zit het meestal goed. Dat ervaren we ook, als een song ons verbaast. Dat zijn vaak de beste momenten, ook al heb je geen inzicht in de structuur of de kleur van een nummer. Het is moeilijk om er een systeem in te ontdekken We spelen gewoon op gevoel en dan pikken we er het beste uit. Voor ‘Angst’ waren de gesprekken met mijn moeder de basis. Ook nu gaan de songs vaak over verlies. Die gedachte sluipt er soms onverwacht in. Zoals het leegruimen van het ouderlijke huis. Nu komen ook ervaringen uit mijn directe leefomgeving, vermengd met observaties, ervaringen en fantasieën aan bod. Een dansfeest in Oostende verbindt Marvin Gaye met James Ensor (Dead Rat Ball, nvdr), een personage uit een thriller stuwt de tekst van Music Box With Ballerina voorwaarts.

Vloeien de teksten nog altijd even vlot uit je pen na al die jaren?

Het is niet gemakkelijker dan vroeger. Het is noeste arbeid waar ik langer over doe. Soms weken of maanden. Sommige liedjes hebben nu eenmaal die tijd nodig. Het duurt even voor het helemaal klopt. Dat vind ik niet erg. Ik merkte dat vroeger ook al. Aan de andere kant zijn er ook teksten die er als een cadeautje uitrollen. De teksten moeten ook passen in de muzieklijn.

Hoe intens is het optreden voor jou als frisse zestiger?

Het valt heel goed mee, ik ben in redelijk goede conditie. Het heeft te maken met hoe ik leef en dat is best gezond. Bij de vorige tour speelden we zo’n honderd keer met veel reizen tussendoor. Zoiets hakt er wel in, maar het blijft inspirerend. Als ik niet speel, voel ik me vaak minder. Het biedt dus ook energie en is best verslavend. Ik zou het me niet kunnen voorstellen dat ik het niet meer zou doen.

Werkt applaus nog steeds verslavend?

Ik denk niet dat het enkel draait om het applaus. Voor mij is het hele gebeuren en mechanisme eromheen de basis. Gewoon ergens komen in een stad, soundchecken, optreden en na het concert nog wat nagenieten. Het is ontzettend leuk, als mensen je muziek goed vinden en het een deel van hun leven wordt, maar verslaafd aan applaus kan je dat niet noemen. Ik kan evengoed rustig staan schilderen in een atelier. Waardering hoeft niet altijd getoond te worden.

Jullie spelen zowel in Brussel als Antwerpen. Is de beleving van jullie muziek anders bij ons dan elders?

Dat is eigenlijk best vergelijkbaar met spelen in Berlijn, Zürich of Amsterdam. Ik heb wel een speciale band met concerteren in België. Dat komt door de plaatsen die zo bijzonder zijn. Denk maar aan de AB. Wat een historische schouwburg! Ik kom er heel graag. Ik heb het als Hollander vaak nodig om eens buiten Nederland te zijn. In onze concerten blijven we dynamiek, humor en melancholie combineren.

In de set blijven jullie de hits van dertig jaar of ouder spelen. Is dat nog altijd even leuk?

We gaan die songs wellicht nog duizend keer moeten spelen. De liedjes zijn overeind gebleven. De nummers zijn natuurlijk ook bekend. Ik zou het me niet kunnen voorstellen dat we ze nooit meer spelen. Als ik een fan was, zou ik die nummers ook verwachten. Ik zou me verlaten voelen, mocht ik ze niet horen. Het nieuwe materiaal blijft natuurlijk ook belangrijk in een nieuwe reeks optredens, maar we koesteren ook ons verleden. Soms spelen we een tijdje bepaalde nummers niet meer zodat het uitdagend blijft. Het is altijd roteren en kijken wat werkt. Dat is na vijfenveertig jaar on the road niet anders.

14 december 2019
Steven Verhamme