Motek - 'Wij spreken met onze instrumenten.'

Een ronkende titel als 'audiovisueel collectief met een voorliefde voor de beeldende kracht van muziek' schreeuwt om meer uitleg. Om u die uitleg te geven, ontmoetten we de Belgische postrockers van Motek daags voor de release van 'Port Sunshine', een uitstekend schijfje 'Motek-rock'. Wat dat is, moet u vooral zelf gaan ontdekken.

'Wij spreken met onze instrumenten.'



'Port Sunshine' klinkt op z'n zachtst gezegd anders dan zijn voorganger. We horen meer melodielijnen, meer variatie, kortom, meer muziek dan op jullie debuutalbum. Dit is een blije plaat. Vanwaar die verandering?
Ken:
Tegenwoordig repeteren wij overdag in de plaats van 's nachts. Dat maakt ongetwijfeld veel verschil.
Wout: 'Port Sunshine' is gemaakt in fijnere periodes van onze levens.  Maar hoofdzakelijk zal het aan dat dag/nacht-verschil liggen. De vorige plaat is voortgekomen uit urenlange jamsessies, terwijl we dit album gemaakt hebben met een plaat als concreet doel voor ogen. Dit was een project van ons samen, iedereen werkte naar eenzelfde punt toe, terwijl we vroeger eerder toevallig beslisten om van nummers een album te maken. Toen waren er nummers, maar niet het opzet van een album. 'Port Sunshine' is echt een werkplaat geworden. De vorige plaat is eerder toevallig ontstaan uit nummers die er waren.

Waar jullie vroeger een audiovisueel collectief waren, zijn jullie nu meer een groep. De muziek is meer op de voorgrond getreden, gaan jullie nu ook minder aandacht aan beeld besteden?
Ken:
Ik nodig iedereen uit naar de voorstelling te komen kijken om het antwoord op die vraag zelf op te lossen. Er zijn zeer veel visuals bijgekomen. Motek is een muziekgroep die openstaat voor alles wat er gebeurt, maar we vertrekken steeds vanuit de muziek. Soms zijn beelden gewoon heel mooi, en willen we die gebruiken. Zo zijn we ook begonnen met zingen, door open te staan voor allerlei dingen. Dat is gewoon gekomen door instrumenten te bespelen en in een groove te zitten, wat te experimenteren, een beetje zat te zijn en te proberen. Een audiovisueel collectief is een naam: als je op websites van kunstencentra staat, is het beter als je ook een performance hebt. Voor een cluboptreden kondig je jezelf aan als een muziekgroep. Veel maakt dat niet uit, wij doen ons ding, om het even welke naam daarop kleeft.

Wat als je zou moeten kiezen tussen beeld en muziek? Kan voor jullie het ene zonder het andere?
Ken:
Alles.
Steven:
Of niks. Voor ons is dat één geheel.

Vanwaar de beslissing om toch te zingen?
Ken: Omdat nummers evolueren. Eerst zit je zelf met zang te proberen en merk je dat het allemaal in elkaar overvloeit. Dan bedenk je plots dat het wel leuk zou zijn om daar meisjesstemmen op te zetten, dat dat de perfecte aanvulling zou kunnen zijn. Via Wout, die de meisjes van Radio Candip al kende, hebben we hun gevraagd of ze dat zagen zitten. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat ze zouden meezingen op twee nummers, maar dat zijn er uiteindelijk meer geworden. In de studio was het superplezant werken, alles is zo'n beetje toevallig voortgekomen uit andere dingen, het was een heel organisch groeiproces.

Jullie vertelden net dat de plaat overdag is opgenomen. Is er verder nog iets veranderd aan jullie manier van werken?
Wout:
Ik vind van wel. Aan deze plaat hebben we echt als een groep gewerkt. We hebben samen gezeten, samen dingen uitgeprobeerd, verschillende pistes bewandeld. Vanuit een potje jammen zijn ideeën ontstaan, de rest pikte daarop in en we waren vertrokken. Alleen het puzzelen aan wat de uiteindelijke nummers zouden worden, duurde soms wat lang. 'Port Sunshine' is in het repetitiekot gemaakt door ons allemaal: we spraken op hetzelfde moment af en hadden ditmaal een soort van werkritueel. Het ging niet zo ver dat we nummer per nummer afwerkten, maar het verliep veel gestructureerde dan vroeger. Toen gingen we veel rommeliger te werk.

Wanneer beschouwen jullie een nummer als klaar?
Wout:
Eigenlijk nooit.
Rodrigo: Dat is een proces van luisteren en herbeluisteren en denken dat je het gevonden hebt. Daarna kom je tot de constatatie dat het toch niets was, of net wel. Het is een beetje zoals schilderen.
Steven: Veel ontstaat zonder woorden te gebruiken, afspraken worden al spelend gemaakt met instrumenten. Soms herneem je thema's en dan combineer je dingen die niet werken, of slechts een beetje. Wij spreken vooral met onze instrumenten. Als je teveel met woorden communiceert, ben je niet goed bezig denk ik.

Hebben jullie je eigen verwachtingen ingelost met deze plaat?
Rodrigo:
Op muziekvlak proberen we onze verwachtingen zo laag mogelijk te houden. Zo proberen we verrassingen te voorkomen. Dan is het des te leuker als er effectief wel het een en ander gebeurt.
Wout: Ik denk dat de plaat ook weerspiegelt waar we op dit moment staan, maar het is wel duidelijk dat we hier niet zullen stranden. Ik ben heel tevreden met wat het uiteindelijk geworden is. Live spelen is altijd anders: platen blijven 'maar' momentopnames. Al is dit een hele leuke plaat om live te spelen.
Steven: Er zit een soort van groei in onze muziek tegenover vroeger. Als we exponentieel blijven groeien komt het wel in orde met ons.
Wout: Het klopt wel dat we vroeger donkerder waren. Deze muziek is leuker om mee op te treden, het is luchtiger, vrolijker. We kunnen zelf meer genieten van de show. Tussen ons als groepsleden is meer interactie dan ooit: we zingen samen, we kijken meer naar elkaar, terwijl we vroeger allemaal wat op ons eigen eilandje zaten.

Wat voor soort muziek speelt Motek?
Wouter:
We wachten op de recensies om die vraag beantwoord te zien. Benieuwd naar wat ze zullen zeggen.
Ken:
Wij maken Motek-muziek. Motek-rock.
Steven:
We hopen ergens dat we niet weer in de postrock hoek gedrumd  worden. Als dit postrock is, dan is er iets mis. Dan heb je echt maar twee soorten meer: rock en postrock. Waarschijnlijk zal dat wel gebeuren, maar zelf vinden we dit totaal geen postrock meer. Moderne muziek? Moderne rock? Geen idee hoe we het anders moeten beschrijven.
Ken:
Het is nu ons statement om te zeggen dat anderen moeten uitzoeken waar we bijhoren. Wij maken gewoon rock die vandaag gemaakt is, met de geschiedenis die we hebben, de muziek waar wij naar luisteren,... Ikzelf luister voornamelijk naar The Mars Volta, Cinematic Orchestra, Jaga Jazzist,...
Wout:
Ik luister zelf weinig naar muziek, maar als ik luister, is het altijd naar hetzelfde. Wat dat betreft ben ik een gewoontedier. Wel haal ik bewust geen inspiratie uit de muziek die ik beluister. Deze of gene sound kopiëren, daar ben ik hoegenaamd niet mee bezig.
Rodrigo:
Ergens kan je dat ook moeilijk tegenhouden. Invloeden zijn dingen die in je muziek sluipen.
Ken: Ik ben wel de enige van ons die Motek oplegt.

Dat is momenteel ook niet meer zo nodig, dat jullie naar jezelf luisteren. Het gaat erg goed met Motek momenteel, dus luisteraars genoeg, denken we dan.
Wout:
Dat is ergens ook wel de bedoeling, niet? Nu we onze platendeal hebben, krijgen we veel meer aandacht.
Steven:
Je werkt, je groeit, je geraakt ergens en op een bepaald moment kom je aan de oppervlakte gedreven. Dat moment is waarschijnlijk nu gekomen voor Motek.
Wout:
We zijn er fel mee bezig, we zitten niet te wachten tot iemand ons iets komt aanbieden. Motek is een heel actieve groep, op alle vlakken, niet alleen op muziekvlak. Soms zijn we zelfs te weinig met muziek bezig en te veel met anderen dingen. De bedoeling is nu dat dat allemaal wat gefilterd wordt zodat wij meer muziek kunnen spelen.
Ken:
Vroeger drukten en verspreidden wij zelf onze affiches en verstuurden wij mails om mensen uit te nodigen. Tot voor kort zorgden we er zelf voor dat onze zalen gevuld waren.
Wout:
Nu beginnen we een eerlijker publiek te krijgen, dat wil zeggen mensen die we niet kennen. Dat is een heel erg fijn gevoel.

Waar ligt Port Sunshine?
Ken:
Bij Rodrigo ligt dat ergens tussen zijn aorta en zijn alvleesklier.
Steven:
Dat is een mentale toestand, een situatie. Geen fysieke plek.
Wout:
Niet noodzakelijk, het kan wel een fysieke plek zijn. Port Sunshine is ergens waar de dingen samenkomen: dingen als relaties, beslissingen die je in je leven maakt. Iedereen heeft zijn eigen Port Sunshine. Een haven is een plek van komen en gaan, van gevaren, romantiek, donker en licht, vertrekken en aankomen.
Ken:
Wij zijn naast muzikanten trouwens ook poëten, hoor!

Als je mocht kiezen, wat je zou ongelofelijk graag nog eens verwezenlijken of meemaken op muzikaal vlak?
Steven:
Nog tien cd's maken, en groeien, beter worden, zo veel mogelijk live optredens spelen, zoeken, dingen ontdekken, veel live spelen.
Wout:
Vooral veel live spelen. De cd had iets vroeger - redelijk veel vroeger eigenlijk - moeten uitkomen, dan hadden we onze zomer niet gemist. Door ziekte en onbeschikbaarheid van de studio komt hij nu pas uit. Het lijkt alsof dat echt slecht getimed is, en dat is het ook eigenlijk, maar mét reden. We weten niet goed of we nu nog veel festivals zullen kunnen doen, maar we hopen van wel.

Dat hopen wij ook!

5 februari 2009
Karlien Vermeulen