Mister And Mississippi - Ontspannen over de lat springen

Een tweede plaat is vaak een moeilijke, maar voor Mister And Mississippi leek het geen te hoge horde afgaande op de reacties in thuisland Nederland. Binnenkort komt de plaat ook bij ons uit, hoog tijd dus voor een babbel met Danny Van Tiggele, gitarist/ zanger bij het Utrechtse viertal.

Ontspannen over de lat springen



Het ging tussen 2012 en 2014 enorm snel voor jullie met o.a. de verkoop van meer dan tienduizend stuks van jullie debuutplaat als gevolg. Hoe groot was de druk die dat veroorzaakte?
Voor je eerste plaat heb je zoveel tijd en zoveel vrijheid. Niemand kent je ook en je kunt maken wat je wilt. Bij een tweede is dat uiteraard anders. De fans hebben verwachtingen en de mensen gaan vergelijken, maar we zijn erin geslaagd om snel een sfeer te creëren met ons vieren waarbij voorop stond dat we iets zouden maken wat we zelf mooi vonden. Dat was natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het is wel goed gelukt.

De thema’s van de nieuwe plaat zijn overduidelijk: afscheid, weerzien en hoop. Waar kwam dat vandaan?
Dat heeft te maken met het overlijden van Maximes moeder. Zij overleed middenin de vorige tournee en dat was best heftig. Uiteraard praatten we daar vaak over.  Ook op de tourbus en zo werd het een belangrijk thema voor de nieuwe plaat. Op zich gaat enkel het titelnummer over dat persoonlijke drama. Het is dus niet zo dat de hele plaat een weerslag is van haar rouwproces. Het was wel een van de eerste liedjes voor de nieuwe plaat.

Het valt meteen op hoe hecht jullie klinken op dit album. Was dat iets waar jullie naar gezocht hebben of kwam dat vanzelf?
Eigenlijk is het net dat wat de sleutel was voor ons instant succes. We vonden elkaar heel snel waar het stemmen en muziek aanging. Omdat dat onze sterkte is, hebben we dat geprobeerd nog sterker uit de verf te laten komen. Ook live zijn we steeds meer naar elkaar toegegroeid en die live vibe hebben we ook proberen vatten. Zo is de nieuwe plaat steviger gaan klinken dan de debuutplaat.

Zijn jullie voor het schrijven van de nieuwe nummers in afzondering gegaan?
Wij hebben een eigen oefenruimte in Utrecht en daar zijn we wekelijks vier à vijf dagen na elkaar naartoe gegaan om er van ’s morgens tot ’s avonds te werken. Ik woon ook samen in één huis met de twee andere jongens, dus we zitten sowieso veel samen.

De studio van Reyn Ouwehand, waar deze plaat werd opgenomen, heet The Church. Is het ook echt een kerk?
Ja, en binnenin heeft hij die omgebouwd tot een studio, maar de akoestiek is nog echt zoals in een kerk en dat past heel mooi bij onze muziek. Je hebt daar een soort van natuurlijke galm, die heel mooi te combineren is met onze sound. De eerste plaat is daar ook opgenomen en het klikte goed met Reyn, dus waarom zouden we het dit keer anders doen? Dit keer heeft hij wel meer invloed gehad. Het was zijn idee om blazers en strijkers te incorporeren in onze sound en dat werkt heel goed. Hij heeft ook alle arrangementen geschreven.

Er klinkt heel wat melancholie door in de muziek. Toen ik jullie een keer bezig zag achter de schermen (in Schilde in 2013) leken jullie echt een vrolijke bende met Maxime als ‘one of the guys’.
Op het podium zijn we inderdaad heel wat serieuzer dan achter de schermen. En onze muziek klinkt ook vrij doordacht. Mensen denken dan ook dat wij niet van feesten houden, maar we zijn eigenlijk de grootste lolband ooit. Het past gewoon niet om de hele tijd te staan grappen en grollen bij onze muziek. Wij zijn geen rockband of een feestband, maar achter de schermen maken we dat weer goed.

De gitaren zijn op dit album heel bepalend voor de sfeer en klinken tegelijk meestal erg ingehouden, zelfs in het middenstuk van In Between waar je eens flink mag uithalen.
We hebben een beetje een bijzondere bandsetting, waarbij de focus inderdaad ligt op elektrische gitaren en stemmen. We hebben daar heel lang mee geëxperimenteerd en de grenzen daarvan afgetast. Zo kwamen er steeds meer instrumenten bij. Uiteindelijk was het voor Tom en mezelf kunst om de gitaren zo breed mogelijk te trekken en de ruimtes te vullen in de muziek. Daarop moeten dan de stemmen mooi klinken. Wat gitaarsound betreft zijn we vooral geïnspireerd door Sigur Rós en Bon Iver. Live zal het nog meer neigen naar postrock. In de outro’s van For Us To Remember en Filthy Youth en dat deel van In Between bijvoorbeeld.

Jullie zingen gedrieën (alleen Tom Broshuis niet, nvdr) en klinken heel echt. Is het album ook echt groepswerk of hebben jullie een duidelijke rolverdeling?
Muzikaal zijn we echt een groep. Soms brengt iemand wel een basisidee aan. Tom bijvoorbeeld had heel wat ideeën, die hij inspeelde op zijn akoestische gitaar. Maar in de oefenruimte nemen we het samen over en sleutelen we lang aan de liedjes. Tenminste als het meteen goed voelt met zijn vieren. Als iemand van ons bij een song een slecht gevoel heeft, voeren we hem ook meteen af. Als het goed voelt, kunnen we er uren aan puzzelen.

Mijn favoriete track is The Filthy Youth. Welke is die van jou?
(twijfelt) Voor mij is het die ook, denk ik, al ben ik dan wel de enige van de band die dat nummer zou kiezen. Voor Maxime heeft natuurlijk We Only Part To Meet Again een bijzondere plek in haar hart en de andere twee zouden For Us To Remember kiezen. Maar Filthy Youth vind ik leuk omdat het een uptempo song is. En ik hou vooral ook van de outro met die blazers. Toen ik die blazerspartij voor het eerst in de studio hoorde, was het meteen raak. Het is een mooie melodie en het geheel vond ik echt een grote stap voorwaarts ten opzichte van de vorige plaat.

Een andere song, die er uitspringt, is For Us To Remember, met een keer Maxime niet in de hoofdrol.
Ja, daarin zingt onze drummer Sam. Hij is net als Maxime verantwoordelijk voor de leadvocals, maar Sam is meer en meer gaan drummen en meer gaan zoeken naar mooie, tweede stemmen en zo komt het inderdaad dat Maxime nu meer als "hoofdzangeres" naar voor wordt geschoven. Ik speel daar bas en Tom doet de gitaar. Er zit veel effect op; ook een soort van achterstevoren-effect, dat steeds herhaald wordt. Het einde gaat echt helemaal over de kop en dat vinden we heel gaaf. Het is zowat het hardste stuk wat we ooit hebben opgenomen. Dat was leuk.

Je hebt het al een paar keer vermeld: jullie hebben ook blazers en strijkers toegevoegd. Wie heeft die ingespeeld?
We hebben een strijkkwartet uitgenodigd in de studio en twee hoornblazers, die we heel warm vonden klinken. De klankkleur van dat instrument past heel mooi bij onze plaat.

Gaan jullie die ook meenemen op tournee?
Nee, we willen dat een beetje exclusief houden. Het is de plaat van ons vier en enkel bij speciale gelegenheden en grote shows zullen we in ruimere bezetting spelen. Het moet telkens een verrassing zijn of ze er bij zijn of niet.

De hoes is redelijk bevreemdend: het lijkt alsof je van op een hoogte neerkijkt op de zee en tegelijk zie je die vogels op die bruine achtergrond.
Het is een foto van een man uit Istanbul en we vonden die heel mooi. Iedereen kan er iets anders in zien. Sommigen zien het als twee delen, maar voor mij zijn het schaduwen van vogels op een platform waarvan je naar de zee kijkt.

In Nederland is de plaat al uit. Hoe zijn de reacties?
Heel goed. We hebben in februari in achttien platenzaken gespeeld om de plaat te promoten. Dat was leuk om te doen en de plaat werd goed ontvangen. Dat is wel geruststellend en geeft een fijn gevoel. Ook heel wat shows verkochten vooraf uit en dat is heel fijn. Zo’n tweede plaat is echt wel spannend omdat de lat gelegd is door het debuut. Maar daar gaan we nu gewoon overheen springen, ook live.

Mister & Mississippi speelt eerst in eigen land en Duitsland, maar komt op 3 april ook naar de N9 in Eeklo en op 8 april naar De Roma in Borgerhout.

14 maart 2015
Marc Alenus