Marble Sounds - Gezond fetisjisme

Niets leuker dan babbelen over een nieuwe plaat ('Tautou'). Als de man aan de andere kant dan ook nog wat te vertellen heeft, maakt dat het des te boeiender. Wij zaten met Pieter Van Dessel, frontman en songschrijver van Marble Sounds, aan tafel in de Brusselse Falstaff en praatten over Franse cinema, vrouwenstemmen en vrouwen tout court.

Gezond fetisjisme



Eerste vaststelling bij het beluisteren van de nieuwe plaat en bij The Ins And Outs: is dit wel Marble Sounds?
Pieter Van Dessel:
(lacht) Dat zal dan een compliment zijn, zeker? Het was niet de bedoeling om niet als Marble Sounds te klinken, maar wel om muzikaal een nieuwe stap te zetten. En die eerste song is dan een beetje een statement. De tekst begint ook niet toevallig met: “Changes on the horizon”; op een manier, die je niet gewend bent van Marble Sounds. Dat is niet toevallig. Maar later hoor je het “vroegere” Marble Sounds wel terug.

Kost het je moeite om “anders" te zingen?
Totaal niet. Het is vooral een kwestie van hoger en luider te zingen. Het is niet de meest radiovriendelijke song van het album. Het kan de mensen prikkelen en zich doen afvragen wat er gaat volgen, hopelijk (lacht).

En toch wordt dat niet helemaal doorgetrokken?
Er staan zeker nog een aantal vintage Marble Sounds-dingen op. Maar uiteraard werden de liedjes niet geschreven in de volgorde waarin jij ze hoort. Als we waren begonnen met het laatste liedje, roep je meteen een andere sfeer op.

Dit was de eerste keer dat je hebt gewerkt met een producer?
We hebben inderdaad samengewerkt met Jasper Maekelberg. Dat heeft vooral veel veranderd op gebied van klank. De eerste twee platen heb ik grotendeels zelf opgenomen. Maar met elke nieuwe plaat besteed ik meer en meer uit. Ik ben zelf geen technieker. Op de eerste plaat heb ik voor het eerst in mijn leven drums opgenomen, terwijl dat op de tweede plaat in de studio werd gedaan. Nu heb ik effectief de opnames in de handen van Jasper gelegd.

De strijkersarrangementen werden verder uitgediept door een arrangeur. Nadat ik een aantal strijkers geprogrammeerd had, is dat naar Roel Das gegaan. Vanuit zijn klassieke achtergrond heeft hij die arrangementen fantastisch uitgewerkt, met heel veel noten. Daarna hebben we dan een soort van middenweg gezocht tussen de pop en het klassieke. De plaat is dan misschien wel opgebouwd rond die strijkers, maar er moest sowieso nog plaats gelaten worden voor andere instrumenten. Dat was een evenwichtsoefening, waarbij we de eerste strijkersarrangementen een beetje hebben moeten vereenvoudigen. Maar hij heeft er zo’n schone kleuren in gestoken; kleuren waar ik zelf nooit was opgekomen.

De piano is duidelijk belangrijk geweest voor deze plaat.
Klopt. Ik ben een vrij beperkt gitaarspeler. Ik zit bovendien aan mijn plafond. Let wel: omdat ik zo beperkt was op gitaar, was het net leuker om op dat instrument songs te schrijven; gewoon omdat die beperking mij richting en inspiratie gaf. Een piano heeft zoveel toetsen, zoveel mogelijkheden. Nu leek het me interessant om vanuit dat perspectief songs te schrijven, om bewust die stap te zetten naar een ander soort Marble Sounds.

Gaat dat ook zijn invloed hebben op de live shows?
Ik zit veel achter de piano, maar ik ga ook nog gitaar spelen. De oudere songs blijven intact. Dat gaat goed samen, die twee soorten Marble Sounds. Een keer Photographs spelen tussen de meer filmische liedjes kan ook mooi zijn, al voelt het misschien een beetje raar aan.

Wie is de vrouwenstem deze keer? En kies je die bewust?
Deze keer is het Renée Sys, die onder de naam Renée zelf al platen heeft gemaakt. En het is eerder een kwestie van de gelegenheid, die je moet creëren. Je moet tenslotte de medewerking nog krijgen. Op de eerste plaat was dat Miwako Shimizu voor Sky High. In het MySpace-tijdperk was dat na een paar berichtjes in orde. Ook met Aino Vehmasto op Leave A Light On liep dat heel vlot. Nu was het wel tof om met een stem als die van Renée te werken omdat zij vaak met ons de baan op ging om precies die liedjes te zingen. Nu wilden we een stem op plaat hebben, die we ook live zouden kunnen inzetten; zodat het overeenkomt.

Hoe zit het met de ambitie om in het buitenland te spelen?
We gaan het gewoon nemen zoals het komt. We hebben bijvoorbeeld een uitnodiging gekregen om in Istanboel, Turkije te gaan spelen. Gewoon eenmalig, in een heel leuke zaal. Dan ga je daar uiteraard op in, maar het is niet dat we actief gaan zoeken om daar te spelen. We staan ook op Eurosonic. En hoe mooi dat ook is, het blijft toch een beetje een veemarkt. Ik speel dan liever in een zaal als Het Depot. Ook op een festival is dat gevoel anders. Op zo’n showcasefestival is het “industriegegeven” er, wat mij betreft, te veel aan, maar misschien ben ik gewoon te negatief (lacht).

Waar heb je deze keer de plaattitel gepikt?
De eerste was inderdaad een citaat uit een film van Michel Gondry en de tweede kwam van een blog van een Canadese vriendin. Deze keer verwijst de titel naar de actrice Audrey Tautou, die je misschien wel kent van ‘Le Fabuleux Destin d'Amélie Poulain’ of uit ‘L'écume Des Jours’ van Michel Gondry. Ik zocht deze keer bewust naar een eigennaam. En deze naam past gewoon in het universum van de plaat.

En wat is dan de connectie tussen titel en plaat?
Die is niet meteen aanwijsbaar. Het is tenslotte ook maar de titel van een plaat. Hij past gewoon in het universum van Marble Sounds; de wereld van Michel Gondry, die ook ‘Nice Is Good’ opgeleverd heeft. Het is ook een filmische plaat en dan zoek je naar een titel, die daarop betrekking heeft. Bovendien is het een mooie vrouw, Audrey Tautou, en er zijn nog andere songtitels, die verwijzen naar vrouwen; dus het klopte wel.

Film is duidelijk belangrijk voor je.
Vreemd genoeg loop ik de cinema niet plat, maar het is wel inspiratie.

Als je een song schrijft, horen daar dan beelden bij?
Niet echt eigenlijk. Bij mij gaat het niet zoals bij Stromae, die meteen het ganse concept in zijn hoofd heeft. En zelfs als we clips maken, laat ik de regisseurs meestal helemaal vrij. Bij videoclips is er immers vaak weinig budget en veel goede wil. Dus laat ik de regisseurs hun ding doen. Maar er horen niet meteen visuele ideeën bij de songs.

Je had het al over de France cinema, waardoor je geboeid was. In Tout Et Partout wordt Frans gezongen …
Dat nummer past trouwens mooi bij de plaattitel ‘Tautou’. Dat zijn allemaal van die kleine kronkels in mijn hoofd. Het is trouwens het enige nummer dat ik niet alleen heb geschreven. Jean Baudouin is perfect tweetalig Frans en Engels en die heeft het Franse gedeelte geschreven. Hij stond er ook op dat het nummer een duet werd, een dialoog tussen een vrouwen- en een mannenstem.

Zou je overwegen om een volledig Franstalige plaat op te nemen? Of eventueel in het Nederlands te gaan zingen?
Volledig Frans misschien wel, als Jean de tekst wil schrijven. Nederlands lijkt me een stuk moeilijker. Frans is een mooie taal om in te zingen, met al die klanken. Jean schrijft niet alleen mooie teksten, hij speelt ook met al die klanken en woorden. In Tout Et Partout zitten ook zo’n dingen. Helemaal achteraan wordt dat dan : “En tout, t’es partout”. Dat kan toch alleen maar in het Frans. Ook Stromae doet dat voortdurend. Bovendien is dat een fantastisch performer. De muziek heeft soms wat weg van kermisgeluiden, maar hij weet me wel te ontroeren.

Je koos voor opvallende titels als KV en Roque, de instrumental,…
Dat zijn nu net de twee vrouwen. Dat zit allemaal mooi verstopt (lacht). K.V. zijn de initialen van de loopster, die in 1967 de Boston marathon als eerste vrouw uitliep. Vrouwen mochten in die tijd nog niet deelnemen. Dus ze had zich ingeschreven met haar initialen, K.V., hetgeen staat voor Katherine Victoria, om de organisatie te misleiden. Tijdens de race was er een official, die haar uit de race wou halen, maar één van haar vrienden heeft die official dan weggeduwd. Daar zijn enkel foto’s van, geen videobeelden. Toen ik die foto’s zag, vond ik dat zo intrigerend en mooi, ook al omdat er geen beelden van bestonden. Dus heb ik een song over die foto geschreven.

En Roque staat voor Jacqueline Roque, de laatste vrouw van Picasso, die heel vaak door hem in portretten werd afgebeeld. Zij is lang gelukkig geweest met Picasso, maar na zijn dood kwam er ruzie met zijn kinderen en pleegde ze uiteindelijk zelfmoord. Ook dat vond ik heel intrigerend. En These Paintings Never Dry verwijst daar naar. Oorspronkelijk wou ik dat nummer Roque noemen, maar uiteindelijk heb ik het stukje instrumentaal naar haar vernoemd en de andere titel gewoon behouden.

Maar waarom dan in twee delen?
Dan hadden we tien nummers op de plaat (lacht). Alle platen van Marble Sounds bevatten tien liedjes. Ik ben nogal een fetisjist als het op zo’n dingen aankomt. Bij de vorige plaat was er een week voor de release een liedje weggevallen omdat we het niet goed genoeg vonden. De rest van de groep kon daarmee leven, maar voor mij moesten er tien nummers op een plaat staan. Het moet een even cijfer zijn. Dus toen heb ik gewoon een nieuw nummer gemaakt.

Is het slechts een indruk dat de periodes tussen twee albums nu korter zijn?
Die periodes zijn inderdaad iets korter. Ook was oorspronkelijk voorzien om de plaat in het najaar uit te brengen, maar voor Zeal kwam het beter uit om ze begin 2016 te releasen. De songs zijn eigenlijk heel snel geschreven. Ik had deze songs al in 2013. Ze zijn er toen al uitgerold. Vroeger stuurde ik af en toe wel eens een song naar de andere bandleden, maar deze keer waren dat er gewoon tien in één keer. De blauwdruk van ‘Tautou’ zat daar al helemaal in. Bij het opnemen komen er dan wel strijkers bij, er worden arrangementen aan toegevoegd, de groep speelt mee, …

Toen de tweede plaat uitkwam, deden we het vrij rustig aan. Die werd wel goed ontvangen, maar was nog niet echt op de radio te horen. Dus ik had tijd om die nummers te maken. Toen Leave A Light On dan volop in de ether ging, barstte het helemaal los. Dat zat allemaal tussen het schrijven en het opnemen van de nummers in.

Met al de klassieke arrangementen in je songs zien wij jullie wel passen op een festival als Crosslinx.
We hebben daar al gestaan; toen Tindersticks er speelden in 2010. Die zijn trouwens van het podium weggelopen omdat er te veel rumoer was in de zaal. Wij speelden toen in de foyer. Met de strijkers gaan we wel spelen op Little Waves. Daar zullen we met zowat zestien mensen op het podium staan. Maar voor volgend jaar is het misschien een idee.

Vraagt zoiets als Little Waves dan veel voorbereiding?
We hebben vier uur repetitietijd geboekt met het orkest en dat is voldoende. Als de partituren in orde zijn en wij kennen onze nummers, moet dat zeker te doen zijn.

Marble Sounds stelt de nieuwe plaat uitgebreid voor, check hier de tourdata.

Foto: Agathe Danon.

12 januari 2016
Patrick Van Gestel