Low Land Home - Dit keer sta ik niet aan de zijlijn

Op de achtergrond roddelt het andere drie vierde van de band terwijl ze wat chillen in de backstage van JOC Den Eglantier in Sint-Niklaas, maar wij ploffen met Jo “Joshua R.” Geboers in de aanwezige sofa voor een babbel.

Dit keer sta ik niet aan de zijlijn

Vroeger was je actief als Joshua R. Geboers in Bearskin en Mad About Mountains. Wat is nu je echte naam: Jo of Joshua?
Jo Geboers: (lachend) Het is het minder exotische Jo, hoor. Joshua was een verwijzing naar mijn held Father John Misty aka Joshua Tillman waarvan ik destijds serieus fan van was. Het was geenszins de bedoeling om een alter ego te creëren, maar gewoon een artiestennaam. Het vreemde was wel dat zelfs sommige vrienden mij Joshua noemden, terwijl anderen gewoon Jo bleven zeggen. Dat werd een beetje vreemd op de duur, maar het is bij deze duidelijk: het is Jo.

Je heb een ep klaar met je eigen band Low Land Home die ‘Underspoken’ heet. Dat is geen bestaand woord. Waar komt die titel vandaan?
Het paste gewoon goed in het ritme van de songtekst die ik geschreven had voor het gelijknamige nummer, het eerste dat ik ooit zelf schreef. En ik dacht aanvankelijk echt dat het woord bestond, dat het verwees naar iemand die zich niet aangesproken voelt of die zich niet genoeg betrokken weet bij een bepaalde zaak. Ik had dat ondertussen ook al als titel gekozen en toen ik dan ontdekte dat ik het zelf verzonnen had, liet ik het maar zo. Toen ik het ging googlen, kreeg ik maar heel weinig hits, maar het voordeel is nu dat als mensen die term googlen, ze automatisch bij ons uitkomen.

Toen ik daarna een titel moest kiezen voor de ep, koos ik ervoor om hem te vernoemen naar het eerste nummer dat ik zelf schreef, ook al omdat ik daarop de meest positieve reacties kreeg. Dankzij dat nummer werden we geselecteerd voor 'De Nieuwe Lichting'. Het lied gaat erover dat je je niet altijd moet opdringen in een gesprek, dat het ok is om vanaf de zijlijn de dingen te beschouwen, ook je eigen leven.

Zijn al je nummers autobiografisch?
Nee, ik probeer gewoon te kijken naar mijn ervaringen en mijn herinneringen om die dan naar een algemeen niveau te trekken zodat ook andere mensen zich in die gevoelens kunnen herkennen. Zo ging het ook bij Underspoken. Iedereen kent wel het gevoel van een keer aan de zijlijn te staan.

Schreef je ook bij Bearskin al nummers?
Nee, ik was wel sturend lid en ik werkte er wel aan mee. Dat is nu anders bij Low Land Home. Dit keer sta ik helemaal niet aan de zijlijn.

We zijn nu een klein jaar bezig met deze band en ik vind het heel leuk om mijn eigen nummers te schrijven. Dat is ook een leerproces. Het gaat beter en beter en de reacties zijn positief. We evolueren ook als band. In het begin was het voor mij duidelijk een soloproject waarbij enkel bij live-optredens andere mensen kwamen meespelen, maar nu zijn we een hechte groep.

In juni, juli deed ik mijn eerste solo-optreden bij mensen thuis en dan op een klein evenementje van de Gentse feesten. Ik liet via mijn laptop wat sporen meelopen met onder andere wat new wave-achtige drums erop die gemakkelijk te programmeren waren, maar stilaan kwam ik de rest van de band tegen en nodigde ik hen uit om mee te komen spelen. We moeten nu dringend de bio herschrijven, want ik wil hen ook de credits geven die ze verdienen. Sommige nummers waren nooit geworden tot wat ze nu zijn zonder hen.

Waar haalde je de leden voor Low Land Home?
Jolien (Bové n.v.d.r.) zong eigenlijk al mee van bij het eerste optreden. Haar kende ik al iets vroeger. Ik wist dat ze bij andere bandjes zong en ik dacht wel dat haar klankkleur goed bij die van mij zou passen. De anderen zijn vrienden van mijn vriendin. Ik verhuisde nu iets meer dan een jaar geleden van Lommel naar Gent. Ik werkte fulltime en kende er weinig mensen.Toen ik stopte met werken, leerde ik mijn vriendin kennen. In haar vriendenkring zaten heel veel creatieve mensen, veel muzikanten ook. Ik leerde hen kennen, werd bevriend met hen en een paar van hen nodigde ik uit om mee te komen spelen. Het ging dus heel organisch; niet via zoekertjes of zo. Pieter-Jan (Jordens, n.v.d.r.) en Muriel (Boulanger, n.v.d.r.) nodigden zichzelf eigenlijk uit na een optreden. Zo van: “Kan je geen bassist gebruiken?”

En zo zijn we sinds oktober, november van vorig jaar tot deze bezetting gekomen. Het gaat eigenlijk supersnel. Ik ben heel tevreden met waar we nu al staan. We zijn een vriendengroep, maar toch professioneel genoeg om even muzikant te zijn en de uitspattingen te houden voor na het spelen.

Patricia Vanneste van Balthazar doet ook mee op de plaat. Haar bijdrage drukt een grote stempel op het geluid, niet?
Inderdaad. Ik speelde vroeger ook nog bij Astronaute. En met die band stond ik eens op een evenement van het pop up-café van Patricia. Nadien raakte ik met haar aan de babbel. Later kwam ik haar tegen in Gent. Ze herkende me nog als “die bassist van Astronaute”, en ze herinnerde zich nog dat ze wel onder de indruk was van mijn bijdrage. We praatten nog wat; zij over Oko Yono, haar nieuwe project en ik over het mijne. En wat ik vertelde, sprak haar wel aan.

Ik stuurde haar achteraf wat demo’s door. Die klonken erg elektronisch, ambientachtig, wat new wave-rig. Maar toen de band vorm kreeg, gingen we terug iets meer organisch klinken met een paar akoestische instrumenten erbij. Ik hoorde toen in mijn hoofd op sommige nummers een viool. En dus vroeg ik Patricia.

Tot mijn verbazing reageerde ze snel en positief. Ze doet dat niet vaak en ik was dus heel tevreden.  De laatste dag van de opnames van de ep is ze naar de studio gekomen en werden de violen opgenomen. Het was natuurlijk niet mogelijk dat ze ook live zou meespelen en dus lossen we het op met de synths van Jolien.  

Jij komt uit de Limburgse scene en nu werk je in het Gentse. Is er een groot verschil?
Ik blijf ook nu wat meer in de underground hangen, maar het is nu wel praktischer. Vroeger woonde ik in Lommel of Brussel en moest ik telkens ver rijden om te gaan repeteren. Nu zitten we dichter bij elkaar en kan ik per fiets naar de repetities.

Limburgse mensen zijn wel iets toegankelijker over het algemeen. Als je in een Limburgs café komt en je leert daar iemand kennen, is dat meteen je beste maat, telkens je in dat café komt. In Gent heeft iedereen zijn eigen kliek en daar geraak je niet zomaar in, maar dat geldt minder voor muzikanten.

Er klinkt veel melancholie door in de muziek, maar ook hoop in je teksten. Hoe beschrijf je zelf de sound van Low Land Home?
Alles begint redelijk sec met simpele akkoorden aan de piano. Wat erbij komt, tilt de boel op. Ik speel ook vrij laag op de piano omdat ik ook redelijk laag zing. Het palet is melancholisch met die minimalistische piano, ondergedompeld in reverb en harmonische elementen met synthesizers.

In de studio speelde Pieter-Jan op akoestische drums, maar live doen we het met elektronische omdat we willen contrasteren met de plaat en het is ook heel praktisch om de klank te krijgen die we willen.

Een genre kan ik er ook niet op plakken; het past nergens helemaal bij en dat hoeft ook niet. In de nieuwere nummers schuiven we terug op naar het elektronische en gaan we ook meer uptempo. We klinken niet echt “Belgisch” en daar ben ik wel blij mee. Zo springen we er toch een beetje tussenuit.  We moeten misschien een eigen term verzinnen. Dat is nog hip ook (lacht).

Pieter-Jan Decraene van Rhinos Are People Too, deed de productie. Tevreden?
(zonder aarzelen) Zeer tevreden. Hij heeft ook zijn stempel op de ep gedrukt. We zijn kameraden en ook al werkten we daarvoor nog niet samen, ik weet dat we heel wat gemeenschappelijke bands bewonderen. Mocht hij er niet geweest zijn, was de ep misschien eentje in een lange rij geworden. Hij zorgde ervoor dat alles fris klinkt en hier en daar genoeg aandacht aan die synthesizers besteed werd. Hij is thuis in het wereldje van Nick Cave en The National. En die sound heeft hij er ook ingestoken. Daar kunnen we alleen maar blij om zijn.

De slotsong Chemistry lijkt helemaal live opgenomen te zijn. Je stem en je piano klinken heel nabij en je hoort allerlei achtergrondgeluidjes. Namen jullie heel de ep zo op?
Nee, we namen niet op in een en dezelfde ruimte, behalve voor die song. Daar zitten ook maar twee sporen op. We plaatsten één microfoon voor de piano en eentje voor de stem en namen het in één take op. Omdat het zo’n breekbaar nummer is, hoor je ook al die bijgeluiden: het “fiepen” van de pedaal en een paar valse noten.

De piano staat bij mijn ouders en moest gestemd worden, maar de stemmer kwam toen op een tragische manier om het leven en dat kwam er dus niet van. Ironisch genoeg ontdekte ik achteraf pas dat Muriels vader ook pianostemmer is. (heel de band lacht mee) Nu ja, ik vind dat niet erg. Ik hoor niet dat een instrument een tikkeltje vals staat en ik hou van karakter, van natuurlijke dingen. Zeker voor dat nummer kon dat geen kwaad. Op het eind hoor je, als je goed luistert, nog iemand roepen: “Ja, dat is een goede take!” Dat mocht er allemaal op blijven staan. Ik ben ook fan van Grouper en zo. Bij haar hoor je soms dingen als het belletje van de microgolfoven. Dat moet kunnen; het heeft een soort van authenticiteit.

Voor de andere nummers werden de piano en de zang in dezelfde ruimte opgenomen zodat je hoort dat het dezelfde akoestiek is, maar de rest werd achteraf in de studio ingespeeld. Misschien was er nog meer dynamiek ingeslopen, mochten we het anders gedaan hebben, maar dat was technisch niet mogelijk en we wisten op dat moment nog altijd niet goed welke richting we op zouden gaan: akoestisch of new wave. Maar ik ben blij met de keuze: akoestische instrumenten, maar ook jarentachtigsynths, wat ik zelf leuk vind.

Hoe was het om in de preselecties voor De Nieuwe Lichting te zitten?
Dat was speciaal. Vanaf juli tot oktober, november kon je inschrijven, maar toen stond ik nog lang niet zo ver en ik wou de demo’s, die ik had, echt niet insturen. Die waren niet representatief. Eind oktober heb ik dan toch ingeschreven omdat ik dacht dat ze bijna voldoende bands hadden om uit te kiezen. Toen hebben we een nacht doorgewerkt aan Underspoken en All This Time, een traag, breekbaar nummer.

Ik stuurde nog dingen door tot vier uur ’s morgens. Ze dachten even dat ik gek was geworden, maar ik ben nu eenmaal zo gedreven.

Vreemd genoeg vergat ik daarna halvelings dat we ingeschreven waren, tot ik op een dag na het werk zag dat ik een gemiste oproep had van een nummer uit Brussel. Bleken we geselecteerd te zijn. Normaal zouden we die dag in de uitzending gekomen zijn, maar gelukkig kon het uitgesteld worden naar de volgende dag. Ik was trots dat we de jury met dat nummer overtuigd hadden.

Uiteindelijk waren we niet bij de acht laatste, maar daarmee viel er ook wat stress van me af. Mochten we er bij geweest zijn, zou alles wellicht in een te felle stroomversnelling geraakt zijn. Ik wil ook echt de tijd nemen om goed werk af te leveren en alles goed voor te bereiden.

We willen nu zo veel mogelijk spelen en groeien en hopelijk daarna samenwerken met een label. Nu is dat nog wat te vroeg, al kregen we wel positieve reacties. Hoe dan ook zijn we toch wat in beeld geweest doordat we op de radio kwamen. We kunnen het altijd vermelden.

Underspoken wordt de eerste single. Wanneer komt hij uit?
Wel, De clip voor Underspoken  is zo goed als klaar en we brengen hem uit op 13 maart. De ep zelf komt uit op 21 april. We zoeken nu een Gentse plek voor een releaseshow. Op 1 juni spelen we in Trix en in Limburg doe ik iets solo op 28 april.

In het najaar gaan we spelen en ergens in september komt ook de tweede single. Daarvoor hebben we ook al een clip klaar. En ondertussen schrijven we verder aan nieuwe nummers. We spelen live al een drietal nummers meer dan er op de ep staan en er komen er nog bij. We blijven gewoon bezig.

8 maart 2017
Marc Alenus