King Dalton - Een levensveranderende ervaring voor de prijs van een gin tonic
De gps slaat tilt op weg naar het dorpje Doel waar we Jorunn Bauweraerts en Tomas De Smet van King Dalton zullen treffen. Nieuwe banen en rondpunten worden hier aangelegd, telkens er weer een stukje poldergrond wordt ingepalmd door verdere havenontwikkeling. Kwalitatieve grondstoffen lijken daarbij gemeden te worden. Want zelfs in die nieuwe asfaltbanen zitten al diepe putten. Nabij de dorpskom moeten we onze identiteitskaart in een apparaat steken om ons te legitimeren. Welkom in Absurdistan? Nee, zo blijkt wanneer we het feest betreden waar beiden optreden met Orgamusa, die andere band waarin ook Jorunns broers meespelen. We treffen er alleen maar warme, authentieke mensen.
Vorige keer troffen we jullie in een vervallen villa in Kalmthout, dit keer in het verminkte dorpje Doel. Jullie lijken een voorliefde te hebben voor vergane glorie.
Jorunn Bauweraerts: Absoluut.
Tomas De Smet: Ik moest er ook aan denken. Ergens is dit een wereld apart, een eigen entiteit binnen de wereld. En dat is bij ons ook zo. Met onze muziek creëren wij een eigen wereld. Doel blijft bestaan midden in die haven, die alsmaar groeit. En dat is in de maatschappij ook zo. Alles moet alsmaar meer, groter, sneller. En ondertussen zijn er kleine, oh zo waardevolle dingetjes die blijven bestaan, ondanks alles. Die dingen trekken ons aan.
Bauweraerts: Verval heeft ook veel schoonheid in zich. Voor mij veel meer dan al dat afgelikte, gladde en elektronische dat zo in is tegenwoordig. Heel veel kunstenaars worden geïnspireerd door verval, door vergane glorie. Van daaruit ontstaan weer nieuwe dingen. Dat zijn de wetten van het leven.
Worden jullie daar dan ook niet wat moedeloos van? Dat zoveel mensen die schoonheid niet zien? Dat iedereen meeloopt in die mallemolen van alsmaar groter, sneller, beter, nieuwer?
Bauweraerts: Ha nee, want zelfs in die alsmaar voorthollende wereld treedt weer verval op. Niets kan oneindig blijven groeien. Dat zie je nu ook meer en meer. De helft van de mensen loopt tegen een burnout aan en zit onder de depressiva. Ook dat is weer een vorm van verval.
De Smet: Ook ik laat mij niet ontmoedigen. Ik put daar net kracht uit. Het geeft mij energie om zelf dingen te maken die de moeite waard zijn. Je voelt dat daar een kracht in zit, die je in die moderne wereld niet vindt. Het is een wezenlijk kenmerk van een artiest om die kracht te gebruiken.
Jullie nieuwe plaat heet ‘The Third’, maar je kan het ook lezen als King Dalton de Derde. Is er met elke plaat een nieuwe King Dalton?
Bauweraerts: We klinken inderdaad toch weer anders, ja.
De Smet: Dat is ook normaal. Wij zijn een band, een groep mensen. En binnen die groep veranderen de relaties tussen de leden. Ook elk lid op zich maakt een evolutie door. Dat maakt het soms wel moeilijk, maar tegelijk ook interessant.
Bauweraerts: Een band is stilaan ook iets wat haaks staat op de wereld. Je ziet vaker en vaker dat mensen solo gaan om hun eigen ding te kunnen doen. Dat lijkt gemakkelijker, maar om op te treden, vormen ze dan toch weer een groep.
Toch zitten er ook nu weer, net als in ‘Thilda’ heel wat verwijzingen naar reizen in de teksten.
Bauweraerts: Het is vaak bij Pieter (De Meester, nvdr.) dat die thema’s van “vluchten”, “weg willen”, “het zoeken naar een eigen plek” terugkomen.
De Smet: Ook dat maakt deel uit van de evolutie die iedereen doormaakt. Soms heb je een periode waarin je denkt: daar moet ik nog heen en dat wil ik nog zien. En dan weer kom je tot het besef dat je ook kan reizen in je hoofd. Elk gaat op zijn beurt door die verschillene fases. Ook dat creëert weer een dynamiek in de sound van een band; zeker in die van ons waarin verschillende leden nummers aanbrengen. We moeten constant zoeken naar een evenwicht.
Jullie zingen ook vaak over speelkaarten en muntstukken. Zitten er gokkers in King Dalton?
Bauweraerts: (lachend) Nee, dat niet. Wij maken ons schuldig aan vele zonden, maar die niet.
De Smet: Nee. Moest het wel zo zijn, zouden we het zeggen, maar niet dus. Al had het gekund.
Bauweraerts: Laat ons wel zeggen dat heel het leven een gokspel is.
De cover is een beetje mystiek deze keer, met drie donkere cirkels en een lichtere doorsnede. Zit daar een speciale betekenis achter?
Bauweraerts: We wilden voor deze plaat iets dat open bleef. Met lettertypes en zo kan je meteen in een bepaalde sfeer terechtkomen, een bepaalde verwachting creëren en dat wilden we dit keer vermijden. Mensen moeten met een zo open mogelijke mindset naar de plaat beginnen luisteren.
De Smet: Het is sowieso een heel proces geweest. Er waren verschillende voorstellen, maar uiteindelijk is het dit geworden. En ik ben er heel tevreden mee, want je kan niet voorspellen wat voor soort muziek er achter de hoes zit.
Ons deed het wat mystiek aan, ook al omdat de foto op de achterzijde van het tekstvel behoorlijk raadselachtig is. We zien een fel licht tussen de bomen van een nachtelijk bos of is het een illustratie bij Light On The Water, de slottrack?
Bauweraerts: Dat zou eerst de hoes worden.
De Smet: Mystiek is sowieso wel iets dat in onze muziek sluipt.
Jullie namen de plaat op in zes verschillende studio’s. Waarom was dat?
Bauweraerts: Het kon gewoon niet anders.
De Smet: Het was puur een kwestie van tijd. Na de vorige plaat namen we even een adempauze. We hadden een paar maand samengehokt in die villa en daarna moesten we toch even afstand nemen. Het was toch wel heel intensief. Toen we het opnieuw voelden kriebelen, legde ik een studio vast en keken we waarmee iedereen afkwam en tastten we de sfeer af. Toen we dan onze agenda’s bekeken, bleek dat we niet anders konden dan hier en daar eens een studio boeken. Daarna moest de plaat af zijn.
Is 'The Third' jullie ‘Rumours’ geworden? Naar verluidt zat er heel wat spanning op de lijn tussen de bandleden onderling. In de perstekst wordt zelfs gewag gemaakt van “the last waltz of King Dalton”.
De Smet: Spanning kan je het wel noemen ja. Of het echt ons laatste album wordt, daar durf ik nu geen uitspraak over te doen, maar het zou wel kunnen, ja. Het kan alle kanten uit, maar het zoeken naar evenwicht tussen de verschillende persoonlijkheden in de band was dit keer wel extra moeilijk.
Er is wel iets moois uitgekomen.
Bauweraerts: Gelukkig wel. Er zit veel dynamiek in de plaat. Ik vind het de tofste. Dat moet je altijd vinden van je laatste, maar ik meen het.
De Smet: Ik heb alleszins het gevoel dat we nog meer zijwegen hebben uitgeprobeerd en geëxperimenteerd hebben met hardheid, zachtheid en vooral meer openheid. Deze plaat is minder volgestouwd. Dat hadden we vorige keer ook geprobeerd, maar dat was niet echt gelukt (lacht). De aanpak was ook heel anders. Vorige keer hadden we een demo, daarna een preproductie en dan zijn we nog eens opnieuw begonnen. Nu ging alles, net door het tijdsgebrek, veel spontaner. We geloofden meer in onszelf.
Bauweraerts: De grootste magie ontstaat in iets wat spontaan groeit. Als je nadien begint te sleutelen, krijg je toch een soort ersatz-magie. De klank zal misschien perfecter zijn, maar het zal minder raken. Kijk naar sommige oude platen die opgenomen zijn rond één microfoon. Die blijven ook vandaag nog meer dan overeind, ook wat klank betreft.
De Smet: Er mag inderdaad gerust een foutje in blijven zitten. De meeste nummers op deze plaat zijn in de meeste gevallen eerste takes. Gewoon even repeteren, dan opnemen en klaar. Af en toe werd er wel eens iets opnieuw gedaan, maar nooit eindeloos en zo bleef de energie bewaard.
Verschillende tekstfragmenten lijken wel te verwijzen naar een nakend einde. In Shuffle The Cards staan de woorden “Checkmate is coming” en in het stomende High Tide zingt Pieter “I feel the ship is slipping away, leaving me behind”.
Bauweraerts: Dat lijkt er inderdaad op, nietwaar?
De Smet: Dan ga ik niet verklappen waar die songs werkelijk over gaan. Dat is trouwens het leuke aan muziek. Iedereen kan er zijn eigen verhaal van maken. In interviews verklappen hoe de vork werkelijk aan de steel zit, kan alleen maar de betovering doorbreken.
Er zit ook weer wat fijne elektronica verscholen in de nummers. In het dankwoord vermelden jullie ook Eefje De Visser. Is er een verband?
De Smet: Haar man is een vriend. Hij heeft samengewoond met Pieter en hij is geluidsman.
Bauweraerts: Eefje heeft ook wel wat demo’s mogen horen voor de definitieve afwerking en haar feedback kunnen geven.
Een heel mooi idee vond ik dat uit Velvet Highway: "You can not jump twice into the same river / for the water keeps on flowing.” Wie schreef dat?
Bauweraerts: Dat komt van Homerus eigenlijk.
De Smet: Die song is een samenwerking van ons beiden. Er zit een brug in dat nummer. Eerst was die instrumentaal, maar toen opperde ik tegen Jorunn dat we misschien dat thema van nooit twee keer hetzelfde kunnen doen konden gebruiken en toen heeft zij die zin geschreven.
Bauweraerts: Maar het komt ongeveer in die bewoordingen van Homerus.
Van de single Walking Wounded weten we dat die is geschreven door Jorunn. Het is ook een buitenbeentje op de plaat. Waarom werd die song als single gekozen? Er staan nog heel wat sterke, singlewaardige songs op de plaat zoals het al genoemde Shuffle The Cards, maar zeker ook Adventure Time.
Bauweraerts: Dat was een idee van onze manager eigenlijk.
De Smet: ... en als hij denkt dat hij ons kan verkopen via dat nummer, gaan wij daar niet tegenin. We hebben veel respect voor Yves, want hij heeft altijd achter ons gestaan en gelooft keihard in ons. Hij ziet de puurheid in van onze muziek en als hij dan zo sterk van een nummer overtuigd is, gaan wij daar in mee. Voor ons zijn sowieso al onze nummers evenwaardig. Ik denk dat hij met dit nummer de spanning er wat in wou houden over hoe de nieuwe King Dalton zou klinken.
Bauweraerts: Hij is enorm betrokken. Zo’n manager vind je nergens anders.
De Smet: Hij heeft de kans gehad om bij een groot label te gaan werken, maar als het niet zuiver om de muziek draait, hoeft het voor hem niet. Hij snapt dat waar we het in het begin over hadden.
Jullie lijken ons echt vrije geesten. Jullie nemen je eigen plaats in, leven in een eigen gecreëerd universum, maar als jullie gaan optreden, komen jullie toch in contact met mensen die wel vast zitten in de oppervlakkigheid van onze tijd. Is dat niet moeilijk?
De Smet: Bij onze optredens valt dat goed mee.
Bauweraerts: Soms hebben we dat wel als we in culturele centra gaan spelen. Dan staan we soms voor een publiek uit een compleet andere wereld dan de onze. Maar dat is dan ook net weer een uitdaging. Het is gemakkelijker om in je comfortzone te blijven en te spelen voor eigen parochie. Maar het is spannend om af te tasten hoe we enerzijds een burgerlijker publiek kunnen behagen en anderzijds hen wat uit te dagen om op hun beurt uit de comfortzone te treden in onze richting.
De Smet: Zo komen we terug bij het begin van dit gesprek: als je zelf heel fel gelooft in wat je doet; als je dat echt de moeite waard vindt, probeer je daar de mensen in mee te nemen. Als kunstenaar probeer je sowieso een manier te vinden om over te brengen dat wat je doet, iets moois is. Je probeert een opening te creëren tussen jouw wereld en die van je publiek.
Bauweraerts: Onderschat ook nooit je publiek. We horen soms mensen na een show enthousiast vertellen dat ze eerst wat aan onze muziek moesten wennen, maar dat ze gaandeweg helemaal mee waren. Ze maken dan echt een ervaring mee. Op zulke momenten voel ik mij gezegend dat ik dit beroep uitoefen. Ik geloof trouwens dat in iedereen het potentieel zit om af en toe uit te breken. De enigen die echt verloren zijn, zijn diegenen die niets geven om cultuur of die vinden dat optredens te duur zijn. Maar zeg nu zelf: voor de prijs van een gin tonic, kan je al een ervaring meemaken die je leven kan veranderen.
Gaan jullie ook toeren met dit album ook al is het misschien het laatste?
Bauweraerts: Ja hoor. We hebben nu eigenlijk een nieuwe booker via Rumoer! Daar zijn we heel blij mee.
De Smet: Er zijn nog niet zoveel data bekend, maar we doen alle grote Vlaamse steden aan en spelen in mooie zalen zoals de AB, De Handelsbeurs, de Bourla, 4AD en zo. Daar zijn we al blij mee. Het zijn allemaal credibele plaatsen. Waarschijnlijk zullen er wel nog wel data en festivals bijkomen, maar welke en hoeveel is af te wachten. Pieter tourt ook met Stavroz en dat is soms wel moeilijk combineerbaar.
Hier ontdek je waar King Dalton de komende maanden jou voor de prijs van een gin tonic een levensveranderende ervaring bezorgt.