Jonas Winterland - Clippremière: Adelaar
"Af en toe heb je applaus nodig om verder te kunnen ploeteren", zegt Jonas Winterland in het gesprekje dat we met hem hadden naar aanleiding van de clippremière van de video bij Adelaar, de song van zijn meest recente album 'Berichten Uit De Schemerzone' die volgens hem meer aandacht verdient.
Dat laatste kunnen we zeker beamen. Ook in ons hart veroverde de song een speciaal plekje. Handen op elkaar dus voor lied én clip, want beiden zijn delicate kunststukjes zoals je die zelden hoort en ziet. En ooit... wordt het opnieuw licht. Zeker weten.
Het is belangrijk om de vraag nu te stellen en dus doen we dat ook: hoe gaat het met je? Was dit coronajaar een zegen of een vloek voor jou als treuzelaar?
Jonas Winterland: Laat ik het zo zeggen: het was een enorme opluchting om te lezen dat schrijfster Saskia De Coster de lockdown een gigantische tegenvaller vond op het vlak van inspiratie. Daarvoor dacht ik dat ik de enige songwriter was die niet druk bezig was om de tijdsgeest in fantastische songs vast te leggen. Het is simpel: als mijn leven op een laag pitje staat, dan de inspiratie ook. Je moet eerst ervaringen opdoen. Daarna pas kan je creëren. Thuis opgesloten zitten, dat is ontegensprekelijk ook een ervaring, maar allesbehalve een inspirerende.
Er is ook de harde economische realiteit: ik heb alle uitgaven gedaan om mijn boek en plaat eind januari uit te brengen. Daar heb ik drie keer mee gespeeld en toen ging de boel op slot. Quasi alle inkomsten uit concerten loop ik mis. Dat is even slikken. Maar ik aanvaard de situatie zoals ze is. Iedereen ziet af. En het heeft geen zin om je eigen miserie op een weegschaaltje te leggen om ze met die van een ander te vergelijken. Gelukkig heb ik op materieel vlak niet veel behoeften. Geef mij een stoel, een gitaar, af en toe een goed boek en ik ben tevreden. Maar wanneer ik financieel in staat zal zijn om iets nieuws uit te brengen? Geen idee.
Veel heb je niet kunnen spelen, maar je mocht wel gaan optreden in het landgoed van Herman Van Veen. Hoe was dat?
Ik moet eerlijk zijn: qua Nederlandstalige muziek volg ik eerder de voetsporen van Gorki en De Mens. Maar dat neemt niet weg dat Herman Van Veen ontegensprekelijk een icoon is: de soundtrack van 'Alfred Jodocus Kwak' is één van mijn vroegste muzikale herinneringen. En het is ook via hem dat ik voor het eerst in aanraking kwam met de muziek van Leonard Cohen. Zijn vertaling van Suzanne vind ik nog altijd prachtig, net als Liefde Van Later, een Jacques Brel-vertaling. Als je zulke nummers probleemloos naar je hand kan zetten, dan ben je een grote. En dan doet het mij wel wat, als zo iemand mij persoonlijk uitnodigt. Achteraf kwam hij ook nog eens zijn bewondering uitspreken over mijn liedjes en vroeg hij met aandrang om nog eens terug te komen, als ik nieuwe songs geschreven heb. Uiteraard ga ik dat doen.
Je kreeg onlangs met gehoorproblemen te maken. Hoe kwam dat en hoe erg was dat voor jou als muzikant?
Dat was doffe ellende. Ik kan het niet anders zeggen. Van de ene dag op de andere was ik doof aan één oor. Dat zorgde niet alleen voor blinde paniek, maar maakte het voor mij ook onmogelijk om nog muziek te spelen of te beluisteren. En als ik dat niet meer kan, dan gaat het niet goed met mij. Ik functioneerde echt niet meer en ging kapot van de stress. Veel huilbuien gehad ook. Dat gehoorverlies heeft anderhalve maand aangesleept en er was mij al gezegd dat het blijvend zou zijn. Tien dagen na het stopzetten van de behandeling is het ineens spontaan beginnen verbeteren en op mijn laatste gehoortest, de laatste dag voor het UZ van Brussel opnieuw in coronamodus overschakelde, bleek dat mijn linkeroor volledig hersteld was. De oorarts viel haast van haar stoel.
Nu kan ik al een week weer gitaar spelen en gisteren heb ik een nieuwe song geschreven. Er blijft wel nog wat onrust hangen, omdat ik niet weet wat het gehoorverlies veroorzaakt heeft en wat uiteindelijk voor herstel gezorgd heeft. Waarschijnlijk zal ik dat ook nooit weten. Er stond een mri-scan gepland, maar door de coronacrisis zal die wellicht niet of pas veel te laat kunnen doorgaan. In elk geval heb ik nog maar eens vastgesteld dat muziek zeer belangrijk is voor mij. Er zit dus niets anders op dan songs te blijven schrijven zo lang ik ertoe in staat ben.
Het is van begin van dit jaar geleden dat ‘Berichten uit de Schemerzone’ verscheen. En jij noemde Adelaar jouw lievelingsnummer. Toch komt het nu pas uit als single. Waarom?
Er zijn twee redenen. In eerste instantie maakte ik de clip als cadeau voor de fans. Adelaar is een song over afzondering en isolatie. En ik heb gemerkt dat het voor veel fans is uitgegroeid tot een soort soundtrack bij de lockdown. En de tweede reden is dat het dus inderdaad mijn persoonlijke lievelingsnummer van de plaat is en dat ik vind dat het lied nog wat meer luisteraars verdient, zo simpel is het. Adelaar is vooral een heel eerlijk nummer. Iets wat ik op een bepaald moment in mijn leven gewoon moest schrijven.
Maar een goed nummer en een goed radionummer, dat zijn twee heel verschillende dingen. Adelaar is zeer lo-fi opgenomen: je hoort alleen mijn stem en akoestische gitaar. Zelf hou ik enorm van die puurheid, maar radio’s zitten daar niet altijd op te wachten. Maar de tijd dat ik alleen clips maak voor de songs die de radio’s goed vinden, die is voorbij. Ik maak clips voor de nummers die ikzelf in de kijker wil zetten. Zoals ik ook voor Overal Mist gedaan heb.
Bij het woord “adelaar” moeten wij altijd denken aan het verhaal dat onze inspecteur Godsdienst altijd vertelde uit 'Deuteronomium', waarin een adelaar haar jong uit het nest duwt en dan een duikvlucht neemt en het jong redt door het met haar vleugels op te vangen. Het is biologisch niet juist, maar het past op één of andere manier wel bij jou?
Het is in elk geval een goede omschrijving voor wat een songwriter doet: je werkt anderhalf jaar lang geduldig aan nieuwe liedjes, zet die zo goed mogelijk op plaat en dan duw je die inderdaad botweg het nest uit. Klaar om afgemaakt te worden door de recensent, of – erger nog – compleet genegeerd te worden. Maar dat is "part of the deal". En ook dat deel accepteer ik. Mijn geluk haal ik uit het maken van liedjes, niet uit het applaus dat ik krijg voor wat ik gemaakt heb. Enfin, dat is de theorie. In de praktijk heb je af en toe applaus nodig om verder te kunnen ploeteren.
Voor de clip deed je een beroep op Vicky Bogaert van The Untold wat een totaal ander resultaat oplevert als de clip bij Overal Mist. Ben je tevreden over het resultaat?
Enorm. Kijk, die clip werd gemaakt in die periode dat ik niet naar muziek kon luisteren. Ik kreeg toen de raad om mij te focussen op iets anders dan muziek. Dat werden dus onder andere de beelden van deze clip. Pas zeer recent heb ik beeld en muziek voor het eerst samen kunnen bekijken en beluisteren. Toen kon ik alleen maar vaststellen dat Vicky Bogaert mijn liedje perfect heeft aangevoeld. In wat we maken, delen we een soort liefde voor mensen die beschadigd zijn. Misschien omdat we het zelf ook wat zijn? In elk geval: ik heb haar het lied niet moeten uitleggen. Misschien is dat wel de definitie van een goed lied: een lied dat je niet moet uitleggen.