Jesse Malin - Geen mysterie meer

Geen mysterie meer

Dat Jesse Malin een hekel heeft aan journalisten is je reinste onzin. Als hij ons ontvangt voor zijn spokenword optreden in Antwerpen, is hij de vriendelijkheid zelve, slurpt hij aan  kopjes thee en vraagt ons voortdurend of we ook geen kopje willen. Maar dat slaan we vriendelijk af om meteen ter zake te komen: een gesprek over soloshows, de coverplaat ‘On Your Sleeve’, de verandering van de muziekwereld en meer.



Dit is je eerste spokenwordshow sinds lange tijd. Waarom nu en waarom in Antwerpen?

Ongeveer vijf jaar geleden heb ik een show gegeven zonder gitaar in New York die drie uur duurde. Dat was best angstaanjagend en eigenlijk heb ik nooit meer naar de opnames geluisterd. Toen ik voor het eerst in mijn eentje een akoestische tour begon, praatte ik gewoon tussen de songs door en mettertijd maakten die verhalen deel uit van de show. Nu ik tussen twee platen zit, wou ik dit opnieuw doen. En een paar van mijn vrienden, John Joseph van Cro Mags en ook Ian MacKaye van Fugazi, zeiden me dat Antwerpen een prima locatie was om terug in de sfeer te geraken. Er zijn al heel wat nieuwe songs klaar en de voorbereidingen op het nieuwe album voor volgend jaar zijn al bezig. Dit is een prima interludium om dingen te doen als dat coveralbum, wat comedy en zo.

 
Je zei net dat het angstaanjagend was vijf jaar geleden. Waarom?
Het is helemaal anders als je een verhaal vertelt en je weet dat je daarna je gitaar kan pakken en een nummer inzetten. Ik heb het ook wel eens geprobeerd zoals Lenny Bruce: een verhaal vertellen, er komt reactie vanuit het publiek en je begint aan de volgende story. Maar zonder band achter je, zonder backup is dat soms heel angstaanjagend. Aan de andere kant is angst waarschijnlijk voor een groot deel de reden waarom ik doe wat ik doe. Van het schrijven van liedjes over het aanspreken van vreemde vrouwen op straat tot op dat podium staan elke avond. Dat schrikt me soms af, maar de angst en de opwinding doen me voelen dat ik leef. Als kind sprong ik al van hoge muren om de adrenaline te voelen stromen.
 
Beschouw je dit als een tryout?
Binnenkort gaan we drie van deze spokenwordshows filmen in New York, maar dan met muziek. Het betreft een soort documentaire die iemand over mij wil maken. Doorheen de jaren heb ik veel verhalen verteld en ik heb ze nooit neergeschreven. Ooit zet ik ze misschien wel eens op papier. Maar het verhaal is nog niet afgelopen : life is still happening.
 

Waar zit hem precies het verschil met optreden als muzikant buiten het feit dat je je niet kan verstoppen achter je gitaar?
Het ritme is anders. Het zijn allemaal waargebeurde verhalen, maar er zit altijd ironie in verstopt. Woody Allen zei ooit: “Tragedie plus komedie is komedie”. Dingen die je op het moment zelf belachelijk of zelfs pijnlijk toeschijnen, doen je lachen als je er later op terugblikt. Hopelijk tenminste.

 

Je zei al dat je dit materiaal wil opschrijven. Hoeveel improviseer je op het podium?
Zowat de helft waarschijnlijk. Meestal begin ik met materiaal waar ik al vertrouwd mee ben. Maar eens je begonnen bent, geraak je in een zeker ritme en komen er nieuwe zaken bij die je dan weer bijstelt. Veel van de zaken die ik vermeld, werden op die manier opgebouwd. Sommige mensen hebben bepaalde verhalen misschien al gehoord, maar er zijn ook nieuwe dingen bij. Het zijn de details die dan het verschil maken. Je zet de waarheid bij wijze van spreken naar je hand.

 

Wat betreft je coverplaat. Op welke basis kies je je covers?
Gewoon liedjes waar ik al van kindsbeen af van houd. Dat kan gaan van de eerste platen van Elton John en Jim Croce tot dingen als Bad Brains en bands als The Hold Steady, Flaming Lips of LCD Soundsystem. Het was in elk geval erg leuk en het toont ook aan waardoor je geïnspireerd wordt. Van Tim Hardin tot Bad Brains. Daar zit toch heel wat verschil tussen, maar een goed nummer blijft een goed nummer. Of dat nu van Crass of van Fleetwood Mac is. Ik vond het ook altijd leuk om van die cassetjes – tegenwoordig cd’s - op te nemen voor vrienden, vriendinnen, honden zelfs. Het was ook plezierig om die dingen zelf te krijgen. Eigenlijk is het gewoon een poging om songs te ontrafelen en ze je eigen te maken. Als je Cat Power een nummer hoort brengen, weet je vaak pas over welk liedje het gaat als je de titel ziet.

 

Maar op een plaat is slechts plaats voor een bepaald aantal songs …
Ik had er inderdaad veel te veel. Op I-tunes en Amazon kan je nog bonustracks vinden. En op de Amerikaanse versie staan andere nummers dan op de Europese plaat. Geen covers op de volgende cd, echter. Dat zijn allemaal de originele hits door de originele ster (schatert).

 

Welke nummers haalden het album niet?
Te veel om op te noemen. Vroeger coverde ik wel eens Sweet Talker van Sister Double Happiness. Between You And Me van Graham Parkers debuut. Second Hand News van Fleetwood Mac. Connection van the Rolling Stones, Santa Fe van Bob Dylan, Angel In Blue van The J. Geils Band. Ik had heel wat liedjes ingeoefend.

 
Is dit een eenmalig project?
Tenzij ik in een karaokebar ga werken en de Yägermeister mijn neus uit komt wel, ja.
 
Door wie zou je jouw songs wel eens gecoverd willen zien?
Een paar plaatselijke artiesten hebben nummers als Brooklyn en Almost Grown gecoverd en Ryan Adams heeft Brooklyn ook wel eens een paar keer live gebracht. Als je songs gecoverd worden door iemand als Toby Keith of Rod Stewart, verdien je er nog een mooie cent aan. Verder vind ik de stem van Gary Floyd, de zanger van The Dicks wel goed. En Lucinda Williams. Het zou me erg gelukkig maken als zij één van mijn nummers zou coveren. De mensen waar ik zelf van houd, eigenlijk. Sam Cooke zou ook heel cool geweest zijn.
 

Je zit zowat een kwart eeuw in de muziek. Hoe hard is die wereld veranderd sinds je begon?
Er zit heel wat minder mysterie in de muziek. Dat heeft te maken met het internet, maar ook met tv. Mensen zijn meer “open minded”. Toen ik jong was en je was voor hiphop, dan had je een hekel aan punkers. Nu lijkt het wel of iedereen alles leuk vind. Het is allemaal één grote mix in hun hoofdtelefoon.

 

Zou je er de voorkeur aan geven dat het terug werd zoals vroeger?
Misschien wel. De seventies was een fantastische periode voor muziek en film. Met de komst van MTV werd de kijker alles ingelepeld: zo moet een meisje eruit zien; deze auto moet je hebben; je huis hoort zo te zijn. Als je die dingen zelf kan uitzoeken, zit er veel meer mysterie in. Neem nu gewoon naar een platenwinkel gaan om een plaat te kopen en daarvoor een uur op de bus moeten zitten. Door tv en internet verdwijnt dat allemaal geleidelijk. Het is natuurlijk fantastisch dat je je muziek kan posten op websites als MySpace en dan gewoon wachten op de man met de dikke sigaar. Maar toch …

 

Stel dat je nu opnieuw zou moeten beginnen. Hoe verschillend zou dat zijn?

Ik zou in elk geval niet meer zelf op stap gaan met lijm en kwast om posters op te gaan hangen. Daarvoor ga je de gevangenis in vandaag. Als kind wil iedereen muzikant worden. Nu lijkt dat helemaal niet meer zo opwindend. Toen ik jong was, leek de muziek een weg naar de vrijheid. Misschien zou ik wel een soort positieve terrorist worden: anarchie en vrede (lacht). Of standupcomedian.

 

Ooit wel eens overwogen om een reünie van één van je oude bands op poten te zetten?
In april hebben we een reünie van D-Generation opgezet : drie nummers op een benefiet voor een muziekschool in de oude CBGB’s met een aantal bands. Dat was tof. Misschien zit een hele set er ooit wel eens in, ja. Een maand geleden was er bijna een reünie van Heart Attack, maar de bassist heeft zich bekeerd en wil niet gezien worden in de buurt van een instituut van georganiseerde chaos.

 

Op je MySpace vermeld je een aantal regisseurs als invloeden. Ooit gedacht aan een carrière als acteur of regisseur?
Ik had ooit één lijn in ‘Bringing Out The Dead’ van Martin Scorcese. Dat was aangenaam. Als iemand me een rol aanbood, zou ik waarschijnlijk geen nee zeggen. Maar of ik het echt zou willen doen? Misschien zou ik eerder een script willen schrijven of regisseren.

 
Schrijf je wel eens fictie?

Voor de verhalen in de songs heb ik soms een idee en daar bouw ik dan een verhaal rond op basis van iets dat ik gelezen of gezien heb. Maar eigenlijk heb ik nog nooit echt geschreven. Dat zou ik misschien wel eens kunnen proberen. Heel wat muzikanten doen het trouwens: Graham Parker, Steve Earle schreef ‘Dog House Blues’, … (Mijmerend) Ooit was ik met Elvis Costello op één of ander evenement en hij vertelde dat hij ooit met Chris Difford van Squeeze aan het praten was en tussendoor liep Difford steeds weg. Toen Elvis vroeg waar hij steeds naartoe ging, bleek dat hij heel dat verhaal was gaan opschrijven.

10 december 2009
Patrick Van Gestel