ILA - Mijn songs zijn mijn therapie
Samen met drummer Cas Kinnaer en gitarist-bassist Sam Smeets vormt de vierentwintigjarige Ilayda Cicek de band ILA. Tussendoor studeert de Limburgse met Turkse roots nog in Antwerpen, de metropool waarin de rusteloze jongedame uit het altijd rustige Peer zich als een vis in het water voelt. En het is daar, in Trix café, dat we elkaar treffen voor een babbel tussen de sanseveria’s. Interviews voelen nog wat onwennig voor haar, maar ze spreekt wel open over de songs, even eerlijk en rauw als ze zingt.
We zijn twee jaar na de debuut-ep ‘Montage’, waarmee we de jonge band leerden kennen. Een plaat met daarop vijf emotionele rocksongs die recht vanuit het hart geschreven leken te zijn. Maar noem het zeker geen emo-rock, want daarvoor zijn de teksten te subtiel en te poëtisch en de songstructuren te verrassend. Dat komt omdat Cicek amper noten kan lezen – “Naar de lessen notenleer ging ik altijd met pijn in de buik.” – en echt op gevoel componeert. Ze schrijft bijna altijd autobiografisch en laat dan de twee geschoolde kameraden er hun ding mee doen.
Voor ILA was corona een ramp, zo vertelt ze. “We zijn vooral een live band en bijna alle optredens die gepland stonden na de veelbelovende debuut-ep vielen in het water. We zijn nog net naar Zwitserland kunnen gaan en op 3 maart 2020 speelden we hier in Trix nog de aftershow van DIIV. En toen was het gedaan”, zucht ze.
Maar kijk. Ze is niet bij de pakken blijven zitten. Op de gitaar – die ze sinds haar negende speelt nadat ze een neef had zien gitaar spelen – componeerde ze nieuwe nummers. Het trio dook vervolgens met Bert Vliegen de studio in. En nu is er ‘Felt’, een mini-album met zeven songs dat uitkomt via Noiseome Records.
“'Felt', zoals de verleden tijd van ‘to feel’”, zo vertelt ze. "Niet in de betekenis van vilt. Opnieuw gaat het over mijn eigen ervaringen en wat ik daarbij gevoeld heb.” Nochtans kan je de songs soms bijna letterlijk voelen. Ze gebruikt woorden als “pieces of cloth”, “flesh”, “stones”, “fur”, maar dat is gewoon haar manier van schrijven: “Ik ben me daar zelf niet bewust van.”
Shilpa Ray, waarmee we haar vergeleken bij het debuut, kent ze niet en ook Ioana Iorgu, de Nederlandse leeftijdsgenote met de vergelijkbare sound, is haar onbekend. “Ik groeide op met Sezen Aksu en Selda Bağcan. Wij hadden geen Pink Floyd-albums in huis of zo. We hadden zelfs geen platenkast. Mijn ouders zijn totaal niet muzikaal. Mijn voorbeelden zijn eerder Scout Niblitt, Nick Cave en PJ Harvey. En ik luister vooral naar Turkse psychedelische rock.”
Het is geen toeval dat ze vooral vrouwen noemt. Ze vindt het ook fantastisch dat vrouwelijke muzikanten tegenwoordig dezelfde kansen krijgen als mannelijke collega’s, al valt het haar nog wel eens op dat ze soms op festivals komt, waar alleen maar witte mannen op het podium staan. “Daar kan ik me wel eens aan ergeren, want er is zoveel meer diversiteit binnen de muziek”, klinkt het. Daar is ze zelf het levende bewijs van.
Net zoals Phoebe Bridgers, Lucy Dacus, Julien Baker en de rest van de golf nieuwe vrouwelijke sterren in wording lijkt Cicek erg gedreven en is de gitaar erg belangrijk. “Toch voel ik geen druk”, bezweert ze ons. “Het is niet omdat we nu weer komen met een mini-album in plaats van met een volledige plaat dat dit was omdat er snel een opvolger moest komen voor ‘Montage’. We voelden ons gewoon nog niet volledig klaar voor een full album. En dat de gitaar terug is nadat ze lange tijd werd verdrongen door beats, dj’s en elektronische muziek, juich ik alleen maar toe. Dat is altijd mijn instrument geweest.”
Klaar of niet, ze werkte wel samen met Michael Badger-Taweel, die eerder al zijn mojo goot over de sound van King Gizzard And The Lizard Wizzard en die van labelgenoten SONS. “Een kwestie van goede relaties tussen ons management en Taweel”, lacht ze. “We zijn wel heel tevreden van zijn werk. De nieuwe plaat klinkt geweldig.”
Dat kunnen we alleen maar beamen. De single Leave Me Dry is tegelijk toegankelijk en de meest potige van de zes songs op de nieuwe plaat: “Eigenlijk wilden we die al voor de zomer uitbrengen, maar ons management vond het beter om nog wat te wachten en wij hadden al zo lang gewacht dat we dachten dat die paar maand het verschil niet meer zouden maken.” Leave Me Dry moet de deur openbreken naar de radio. Die stond eerder al op een kier: “Willy hebben we mee en we zijn ook in het verleden al opgepikt door Studio Brussel en Radio 1, maar we geraakten nog niet in full rotation.”
Dat zou nu wel eens kunnen veranderen, want de gitaren in Leave Me Dry klinken echt fantastisch en ook de andere songs klinken stuk voor stuk dynamisch en intens: “Die intensiteit zoeken we niet kunstmatig op. Die is gewoon het gevolg van het feit dat ik schrijf over mijn eigen emoties en dingen die ik meemaak. Ik vind het belangrijk dat dat kan. In het begin was het wel een drempel waar ik over moest stappen, maar mentale gezondheid is belangrijk en mijn songs zijn een vorm van therapie voor mij.”
Openingstrack Chamber blijkt te gaan over de begrafenis van haar oma. Omringd door heel de familie woonde Cicek de begrafenis bij en, anders dan bij haar opa tien jaar eerder, beleefde ze alles nu van heel dichtbij. Ze wist zelfs niet dat in de moslimwereld de doden zonder kist begraven worden, maar in doeken gewikkeld. De "pieces of cloth", waarvan eerder sprake, zijn de doeken waarin het dode lichaam van haar oma gewikkeld werd. Al die indrukken verwerkte ze in dit nummer.
Het thema van leven en dood zit ook in andere songs. F.O.Y. is dan wel niet gebaseerd op haar eigen leven, maar op het schilderij ‘The Fountain Of Youth’ van Lucas Cranach de Oudere dat ze zag in Berlijn, toch heeft het voor haar een emotionele betekenis. Ze bouwde er een eigen verhaal rond dat vertelt hoe zij aankijkt tegen het leven en de eindigheid ervan.
Ook het geweldige Rebirth, dat eerder een single was ter gelegenheid van ‘A Sentimental Mixtape #2’ eind 2020, past in dat rijtje en staat op de plaat. “Dat nummer gaat over mijn papa. Ik schreef het nadat hij een beroerte had gekregen”, zo leren we van haar. “Het is echt te mooi om het zomaar als losstaande single te laten bestaan en dus hebben we het toch op de plaat gezet”, vertelt ze. “Mijn papa zet dit nummer ook elke dag op om aan zijn dag te beginnen, dus het betekent echt veel voor mij.”
Deity gaat dan weer over totaal iets anders. Het lijkt een afrekening met god, maar dat is het niet, ook al is ze zelf niet gelovig. “Het gaat eigenlijk over een narcistische persoon”, verklapt ze. Ze vertelt er niet bij over wie het gaat, maar hij zal zich wel herkennen, want ze zingt erin: “Through your green eyes the world looks black and white.”
In F.O.Y. en Eternity horen we oosterse klanken. “Ik vind het wel tof en zelfs nodig om te verwijzen naar mijn roots”, zegt Cicek. “Ook dat vind ik belangrijk. Ik weet nog hoe de jongens probeerden de maten van Din te ontcijferen in de studio. “Hoe heb je dat geschreven?”, riepen ze uit. Ik moet er nog om lachen. Die Turkse toonaarden moet ik ergens geabsorbeerd hebben. Illa Ki van Erkin Koray is bijvoorbeeld één van mijn all time favorites. Ik luister daar vaak naar en dat zal dan ook wel weer naar buiten komen. En de jongens vinden dat cool.”
Het is weer een voorbeeld van hoe persoonlijk haar muziek is. Dat blijkt ook uit de cover van de plaat. Daarvoor dook ze, zoals gewoonlijk, in oude familiealbums. “Samenwerkingen met fotografen leverden tot hiertoe nooit iets op, omdat de nummers te veel over mezelf en mijn leven gaan.” Voor ‘Montage’ koos ze een foto van zichzelf als kind. Op de cover van Rebirth stonden haar grootouders, op die van Leave Me Dry haar ouders en op de cover van ‘Felt’ staat een fragment van de huwelijksfoto van haar moeder. “Mijn mama vindt dat niet zo leuk, omdat ze die foto niet mooi vond”, monkellacht ze. “Maar mijn ouders zijn altijd wel supporters van me geweest, ook al zijn ze zelf helemaal niet muzikaal of zelfs maar kunstzinnig. Maar ik mocht wel gitaarlessen volgen bij een student aan het conservatorium. Die volgde ik tot mijn twaalfde en dan heb ik op mezelf verder gedaan.”
Je ziet dat ze zichzelf gelukkig prijst. En nu mag ze dus doen wat ze het liefst doet: optreden. Op 9 oktober stelt ILA ‘Felt’ voor in Trix en op 29 oktober staat de band ook op het reeds uitverkochte ’15 years Noiseome’. Hopelijk komen er nog veel bij.