Hooverphonic - Alweer tien nieuwe kinderen

Hooverphonic trekt de komende maanden met een tienkoppig strijkersensemble en meerdere karaktervolle stemmen door het land. De band brengt nieuwe en oude hits. De Waaslanders stellen de nieuwe plaat ‘In Wonderland’  voor, hun meest eclectische tot nog toe. Wat dat betekent, legt frontman Alex Caliier met veel bezieling uit.

Alweer tien nieuwe kinderen



Hoe bijzonder blijft het voor jou om een nieuw album uit te brengen?
Alex Callier
: Dat zijn opnieuw tien kinderen die je loslaat op de wereld, die een eigen leven moeten leiden (lacht). Het blijft spannend en magisch. Een eerste single is altijd superspannend. Badaboum is gelukkig veel op de radio te horen. Het was vijf weken lang het meest gedraaide nummer in België (nummer één in Airplay charts national, nvdr) en dat ebt die spanning wel weg, maar daarvoor was ik erg zenuwachtig. Het is elke keer een vraagteken of mensen het tof zullen vinden. Eigenlijk is ‘In Wonderland‘ trouwens geen echt album. Het is een vrij eclectische plaat, gebouwd rond vijf singles met a- en b-kant die gecompileerd werden op een album. We durven op de cd heel extreem gaan en het is niet altijd evident voor de mensen om ons hierin te volgen; dat beseffen we goed. We beleven anderzijds daardoor des te meer voldoening aan ons plaatje.

Als je terugkijkt op de opnames, was dit een moeilijke cd om te maken?
Het was vooral een hele leuke plaat om te creëren. Van de tien nummers zijn er acht oude nummers en twee nieuwe songs. Die oudere liedjes heb ik door de jaren heen geschreven met mensen waarmee ik vaak samenwerk. Als je nummers schrijft in functie van Hooverphonic, zijn die perfect te transponeren naar een stem die je voor ogen hebt, de stem die het lied uiteindelijk zal inzingen. Denk maar aan Amalfi, dat perfect gemaakt was voor Noémie. Ik schreef destijds twee nummers met Felix Howard en pas nu kwamen die naar boven. In Badaboum zit er een Frans stuk en dus moest dat echt wel door een Française ingezongen worden.

Met Cocaïne Kids had ik dat ook, dat rapstuk moest door een echte Engelstalige artiest gebracht worden. Na het vertrek van Noémie hebben we overwogen om ook mannenstemmen onze songs te laten inzingen. Dat proces verliep heel spontaan. We hingen niet meer vast aan één zanger of zangeres en zo is het idee ontstaan om met verschillende stemmen te werken. Op de vijf singles hebben we telkens weer een andere sfeer gecreëerd zonder de typische Hooverphonic-stempel te verloochenen. Het was de ideale plaat om met opzet de minst coherente cd te maken. We hebben enkele singles met een eigen sfeer en stem gecompileerd zoals dat de gewoonte was in de fifties en sixties.

Hoe vind je de juiste stem bij het juiste nummer Was dat een moeilijke zoektocht?
Het was niet alleen de juiste stem, het was ook zoeken naar een soort collaboratie tussen ons en de zanger die meeschreef aan het nummer. De stemmen, waarvoor we uiteindelijk kozen, heb ik door de jaren heen leren kennen. Elk van hen had een uitgesproken stemgeluid. Wat ik ook probeerde met andere stemmen, het origineel werd nooit verbeterd. Ik heb al die mensen moeten overtuigen om die originele demotakes te mogen gebruiken. Ik wou het moment, dat we toen gecapteerd hadden, vasthouden. Daar zat iets speciaals in. We hebben gekozen voor toffe stemmen en die allemaal op de plaat gezet. Uiteindelijk hoor je dus meerdere stemmen, zowel mannelijke als vrouwelijke, met verschillende timbres die aan elk nummer een eigen karakter geven. Zo krijg je een eclectische plaat, met melancholische strijkers als rode draad. Zo konden we opnieuw sferisch, vernieuwend en creatief ongebonden uit de hoek komen.

Hoe gaat dat in zijn werk om al die stemmen live te laten klinken?
De basis blijft een goed nummer met een mooie stem. Live on the road gaan twee zangeressen en een zanger mee. Af en toe komt daar nog een guestperformance van de mensen, die op de plaat zongen, bij. We hebben hard gezocht naar solozangers en zangeressen om ons te vergezellen. Echte artiesten, geen backingvocalisten, maar mensen die ook een podiumprésence hebben. Het was een moeilijke zoektocht die toch gelukt is. We hebben uiteindelijk gekozen voor Pieter Peirsman, Kimberly Dhondt en Nina Sampermans. Rond die mensen is de show gebouwd. Nina’s stem is wat frêler, Kimberly klinkt soulvol en Pieter komt lyrisch over. We gaan ook met tien strijkers op pad. Soms spelen we versies die ver liggen van de plaatversie. Zo krijg je nog meer variatie.

Zorgen die strijkers ook nu weer voor een extra dimensie?
Absoluut, het is niet de eerste keer dat we dat doen. Op de vorige plaat stonden geen strijkers, maar voor deze nummers was dit toch een must. Voor mij was het belangrijk om de strijkers live te laten horen. Het creëert zoveel sfeer, energie en emotie. We hebben niet lang getwijfeld om ze mee te nemen, ondanks het feit dat dit toch wel een vrij dure operatie is.

Welke ambities koester je bij deze plaat?
Ik hoop dat we de komende twee jaren op boeiende plaatsen mogen spelen. We beginnen in België , Nederland en Luxemburg, gaan ook even naar Praag en Boedapest en daarna komt het festivalseizoen eraan. In het najaar is Frankrijk dan aan de beurt. We willen graag in toffe zalen en op leuke festivals spelen. Dat is wat we al jaren doen en het motiveert ons om ervoor te blijven gaan. We go with the flow. Hoe minder verwachtingen je hebt, hoe meer er gebeurt. Als de show goed is, zal die zichzelf wel verkopen.

Noémie is er niet meer bij, hoe vervelend is het om telkens vragen over haar te moeten beantwoorden?
Helemaal niet (lacht). Toen Geike wegging, was dat misschien vervelend, want zij had dat zelf beslist, maar het vertrek van Noémie kwam er in onderling overleg. Alles is vrij gemakkelijk verlopen. We zaten gewoon op een andere golflengte en hebben de juiste conclusies getrokken. Wij wilden niet verder met haar, zij niet met ons. Mensen denken dat er gigantische ruzies waren, maar dat was niet het geval. Als ik morgen Noémie tegenkom, dan is er geen probleem en praten we als volwassen mensen. We kunnen zeker met haar door dezelfde deur. Met Geike is dat niet anders. Het was gewoon een kwestie van andere artistieke ideeën. Ieder mag zijn ding doen.

De plaat heet ‘In wonderland’. Was de titelkeuze een moeilijke bevalling?
Ik vind het één van de mooiere nummers op de plaat en ik geef eerlijk toe: na twintig jaar Hooverphonic voel ik me nog altijd ergens “In Wonderland”. Het is toch wel een droomwereld waar we dagdagelijks in zitten; het onverwachte, met veel feeërieke momenten. We hebben veel meegemaakt, maar toch gebeuren er nog onverwachte dingen. Daarvoor doe je het. We zijn als het ware verslaafd aan een soort onzekerheid. Die voelt nog altijd tof aan. Zelfs na al die jaren.

Hooverphonic speelt de komende weken in Brussel (Ancienne Belgique, 6 april), Antwerpen (De Roma, 14 april) en Gent (Capitole, 21 april). Ticketverkoop via www.greenhousetalent.be of www.hooverphonic.com.

18 maart 2016
Steven Verhamme