Headphone - Dit is misschien een beetje een fuck-it-plaat geworden, ja

Met ‘Riot’ heeft Headphone de donkerste plaat tot nu toe gemaakt. Maar ook de warmste. En de dubbelzinnigste. Wie ‘Riot’ in de cd-lader schuift, kan - met een eenvoudige draai aan de volumeknop - kiezen tussen donkere introspectie en al headnudgend door de huiskamer tollen.

Dit is misschien een beetje een fuck-it-plaat geworden, ja



Het eerste wat ons opvalt bij de begroeting: Mariën ziet er minder gestyled, minder ‘conceptueel’ uit dan toen ‘Woods’, de vorige plaat uitkwam. Weg is de White-Lies-meets-Kraftwerk-look. Losser, meer ontspannen, minder krampachtig gefocust. En zonder Nico Steenkiste. Maar gelukkig nog steeds gentlemanlike, hoffelijk en met twee woorden sprekend.

Ian Mariën: ‘Riot’ is de eerste Headphone plaat zonder Nico. Ik stond er dit keer, wat het creatieve betreft, grotendeels alleen voor. Dus dat was wennen. Anderzijds moet je een mouw passen aan zo’n situatie en word je vanzelf ook vindingrijk in het  zoeken naar oplossingen. De plaats is in eigen beheer opgenomen, dus ik kon ook volledig mijn goesting doen. Ik moest tegenover niemand verantwoording afleggen.

Jij tekent voor alle songs, voor de teksten, voor de arrangementen. Krijgt de rest van de band dan tijdens het uitvoren nog de vrijheid om een en ander naar eigen goeddunken in te vullen of worden de teugels eerder vrij strak gehouden?
Mmm…ik ben toch eerder het strakketeugelstype, vrees ik. Maar dat vormt geen probleem. Het is vooral een kwestie van afspraken Als iedereen op voorhand weet waar hij aan toe is, blijft niemand op zijn honger zitten. En live gooien we de rolbezetting wel wat door elkaar. We zoeken met de band naar de beste, meest uitgepuurde liveversie van de nummers. We laten opsmuk en tierlantijntjes zoveel mogelijk vallen, da’s altijd een boeiende oefening voor iedereen.

Maar is het wel mogelijk om trefzeker het kaf van het koren te scheiden, als het om je eigen creaties gaat?
Ik zeg niet dat ik dat helemaal alleen gedaan heb. Ik heb ongveer acht maand aan de nummers gewerkt. Voor we met de opnames begonnen, heb ik een twintigtal songs voorgelegd aan een aantal goeie vrienden – waaronder Nico, trouwens. Die opmerkingen en commentaren hebben me geholpen bij het maken van een aantal keuzes.

Waarom is Nico eigenlijk vertrokken?
Hij was het gewoon wat beu, denk ik. In een band zitten is geen vrijblijvende bezigheid, hé. Het is echt intens. En het is vaak dubbel: je bent bezig met datgene wat je het liefste doet, namelijk muziek maken, maar tegelijkertijd krijgt je romantische kijk op het muzikantenbestaan af en toe een flinke deuk. Je hebt hard gewerkt. Je merkt dat je op weg bent naar iets dat aardig begint te lijken op dat waar je vroeger van droomde. Maar er je wordt ook geconfronteerd met collateral bullshit.

Terwijl je ondertussen in een tourperiode ook nog elke nacht uren in de weer bent met het afbreken-inladen-uitladen-opstellen-afbreken-inladen-terugrijden-uitladen-en-terug-in-het-repetitiekot-sleuren. Wij tourden vooral in België en Nederland, dus dat was eerder met een soort camionette dan met een nightliner met minibar en bedden. En in die omstandigheden kan het wel eens zwaar worden.

Wat bedoel je met collateral bullshit?
Wel euh … de opnames van de vorige plaat verliepen niet zoals gepland. Het klikte niet met de producer. We hebben toen het grootste deel van de opnames  in de vuilbak gekieperd, zijn opnieuw aan de synthpartijen begonnen en een deel van de band werd deels onder druk van de platenfirma aan de deur gezet. Dat was niet altijd even romantisch…

Ed Buller was een mismatch?
Ja, het klikte gewoon niet. We hadden hem nochtans zelf gekozen. Het liep letterlijk al meteen mis. De eerste avond hadden we een ogenschijnlijk onbeduidend meningsverschil over een riff of een zanglijn of wat weet ik. En dat is nooit meer goed gekomen. Vanaf toen mochten we het allemaal zelf uitzoeken. Creatief van mening verschillen, dat kon niet. Dus liet hij ons al na een uur of twee aan ons lot over.

De rest van de opnames waren een soort van straf die we moesten uitzitten. Buller is nogal een materiaalfreak. Hij had ergens in de Brusselse IPC studio’s een ouwe, kapotte Moog ontdekt, en daar heeft hij de hele duur van de opnames zitten aan prutsen, in de kelder bij IPC. Wanneer we iets wilden opnamen, kwam hij een knop indrukken, en dat was het. Maar goed, hij zal ook wel zijn eigen versie van de gebeurtenissen hebben.

Wat opvalt: de storm van Radioheadreferenties was net gaan liggen en nu lijkt het alsof je zelf van bij de eerste noot opzettelijk naar de Oxford Bunch wil verwijzen. Tel daarbij titels als Myotonic , Geek of The Thief. Het is bijna een statement.
Een statement is het niet, maar de omstandigheden hebben er wel toe geleid dat ik echt mijn zin heb gedaan. En dat was een bevrijding. Na de eerste plaat riep iedereen “Radiohead” en “Thom Yorke”. In die mate dat we toen wat krampachtig aan de tweede plaat begonnen zijn en vooral zo ver mogelijk van die referenties vandaan wilden blijven.

En toen begonnen ze over Depeche Mode. Dat hoorde ik toen niet en nu nog steeds niet (wij ook niet, nvdr). En zo is ‘Riot’ misschien een beetje een fuck-it-plaat geworden, ja. Ik heb geen enkele moeite gedaan om ergens niet of wel op te lijken. Als iemand nu echo’s van Radiohead hoort of vindt dat mijn stem hier of daar aan die van Matthew Bellamy doet denken, so be it. Ik hoor Muse niet graag, trouwens, al vind ik Bellamy wel een fantastische gitarist.

Op deze plaat bepalen de drums in grote mate de sfeer. Ze hebben bijna een melodische impact. De laatste keer dat ik me kan herinneren dat drums zo melancholisch klonken was op ‘August’ van PJDS.
Cool! Maar ook daar zat geen uitgesproken bedoeling achter. De vorige plaat klonk kil en minimalistisch. Dat was toen een keuze, omdat we ons ergens tegen afzetten toen. En omdat we met een kleine bezetting speelden. Maar dan neig je al blijkbaar makkelijker naar warm en sfeervol bij je volgende werk. En donker, misschien.

Riot’is inderdaad een donker album. Mind Traveller deed me denken aan een scène uit ‘A Nightmare On Elm Street’, waarin Johnny Depp in zijn slaap vermoord wordt. Freddie, die zich in zijn nachtmerrie had binnengewurmd.
Da’s een grappige associatie. Maar ik kan je niet in detail vertellen waarover die song gaat. Over geen enkele song, trouwens. Ik schrijf graag cryptisch en ik analyseer nadien niet graag wat ik nu wel of niet bedoelde. Het gaat over onvrede, over aantrekken en afstoten, haat en liefde. Veel meer kan ik er niet over kwijt.

Nog andere plannen of bezigheden in het verschiet?
Wel, toevallig schrijf ik sinds kort muziek voor de VRT: kleine soundtracks, scores bij documentaires. Maar de promo van de nieuwe plaat is op dit moment mijn hoofdbezigheid. En een tour ineensteken, samen met onze manager. We hebben voorlopig een twintigtal optredens gepland. Het is behoorlijk do-it-yourself, allemaal. We zijn nu bezig een aantal nummers van de vorige plaat in een nieuwe verpakking te steken, ze aan te passen aan het muzikale concept van de nieuwe. Het wordt weer anders, live. En zeker interessant.

En andere bands producen? Staat dat op het programma? Met jouw obsessie voor sfeer, sound en techniek lijkt dat een vanzelfsprekende stap?
Ik zou dat heel graag doen, maar ik ben helemaal niet zo’n techneut als jij suggereert. Eigenlijk ben ik eerder een plug-and-play-type. Ik ga het niet graag te ver gaan zoeken. Een van mijn favoriete instrumenten is nog de oude Roland TR 707 drummachine. En een van de nummers op de nieuwe plaat zing ik door een karaokemicrofoon uit mijn kindertijd, die we gebruikten om mee te zingen met plaatjes. Een stuk speelgoed eigenlijk. Maar hij had wel de perfecte klank.

Wat verwacht of hoop je voor deze plaat?
Ik hoop vooral dat ze lang leeft. Ik hoop dat ze de tijd krijgt om haar eigen weg te vinden, dat ‘Riot’ de gelegenheid krijgt om te groeien, om fans te vergaren. En dat er veel naar geluisterd wordt, uiteraard.

Luister naar Riot, het titelnummer van de nieuwe Headphone, met zijn killerriff en zijn beukende finale, mogelijk een verrassend festivalanthem in wording.

3 juni 2013
Peter Lissens