Fritz Kalkbrenner - De perfecte sound is een zwart gat

Hij wordt al lang niet meer omschreven als "het broertje van", want met enkele aangenaam wegluisterende albums, een top-zeven-notering in The Greatest Switch en een straffe livereputatie wint Fritz Kalkbrenner nu zelf zieltjes bij de vleet. We hadden een gesprek met de man over zijn Tour de France, de karakteristieke vocals tijdens liveshows en het verschil in publieksbeleving.

De perfecte sound is een zwart gat

Je nieuwe album 'Grand Départ' is net uit. Hoe beleef je die laatste weken in aanloop naar de release? Valt de stress weg omdat je niets meer kan wijzigen of maakt je dat net gek?
Fritz Kalkbrenner
: Neen, ik ben er vrij zelfzeker over. Nadat je een album klaar hebt, volgen nog het mixen en masteren. Ondertussen moet je nog een lay-out bij elkaar zoeken. En dan… begint het wachten. Het gevoel tijdens die laatste weken is er dus vooral één van ongeduld. Terwijl elke artiest iets heeft van: "Let the beast go!".

Qua sound valt er niet veel evolutie te noteren. Heeft Fritz Kalkbrenner de eeuwig durende queeste richting de perfecte sound opgelost?
Er is inderdaad continuïteit aanwezig wanneer je dit album na het vorige beluistert. Maar ik probeer nog wel kleine stappen vooruit te zetten hoor. Ik ben niet de man van een revolutionair andere aanpak. Geen metamorfoses dus, aangezien ik me echt comfortabel voel bij wat ik nu doe. Ik zit dicht bij de ideale klanken die ik in gedachten heb.

Filosofisch gezien kom je als producer zelfs niet veel dichter. De perfecte sound is een zwart gat. Die kan je simpelweg niet bereiken. Er zal wel altijd iets zijn dat je wil wijzigen, maar op een gegeven moment moet je het loslaten. Ik zou perfect nog een jaar aan deze plaat kunnen werken, maar je loopt het risico door te blijven prutsen de nummers opnieuw slechter maken.

Het lijkt wel alsof je amper pauze pakte het afgelopen jaar. Hoe werk je dan aan een heus album?
Van februari tot april deed ik het wat kalmer aan, al zal je daar weinig van gemerkt hebben. Ik speelde nog steeds in de weekends, zij het wat minder vaak. Tijdens de week was het continu studiotime. Ik probeerde er zelfs een nine-to-five-job van te maken.

De albumtitel haalde inspiratie bij de Tour de France. Grote wielerfan?
Geen diehard, maar ik kan erover meepraten. Het grappige is dat mijn grootvader een wielrenner was en droomde van wedstrijden als de Tour en de Giro. Dankzij hem ken ik de term "grand départ". Bij jullie, in Nederland en uiteraard in Frankrijk weet iedereen wel waarover het gaat bij die twee woorden; in Duitsland is dat iets minder het geval.

Er moet toch iets speciaals rond die wedstrijd hangen. Eerder maakten ook Kraftwerk en Faithless al een eerbetoon.
Ik kijk er wel af en toe naar, maar er is geen magische verbintenis of zo (lacht). Die "grote start" ieder jaar opnieuw vond ik een goede metafoor voor het album. Je begint ook opnieuw van nul en probeert er iets groots van te maken.

Jij bent fan van het wielrennen terwijl je broer telkens met een voetbalshirt achter de decks staat. Zien we jullie ooit tezamen op een podium?
Goh... Zeg nooit nooit, maar we zijn het alleszins niet van plan. We hebben het allebei druk. Ooit misschien.

Tijdens je sets zing je vaak de vocals live, wat best uniek is. Is het een statement om te breken met saaie laptopsets?
Ik heb er een tijdje over gedaan om mezelf die techniek aan te leren, maar nu voelt het goed dat extraatje te kunnen toevoegen aan mijn set. Het is wel wat multi-tasken, dus soms levert dat obstakels op. Maar het is zeker geen steek naar anderen. Andere artiesten moeten doen wat ze willen doen. Ikzelf had er de nood aan en heb het dan maar zelf mogelijk gemaakt. Ik doe het zeker niet om mijn show of imago bewust anders te maken; ik zing gewoon graag. Wanneer ik produce in de studio, zing ik ook. Ik denk er niet te vaak over na wat anderen ervan denken.

Denk je dan ooit iets anders met je stem te gaan doen? In een klassieke band of als verhalenverteller?
Daar zinspeel ik alleszins niet op. Tijdens het maken van mijn muziek kan ik mijn ei al kwijt met instrumenten. En soms krijg ik de vraag om die in de liveshow te integreren, maar om eerlijk te zijn: ik maak nog steeds elektronische dancemuziek. Ik wil nog steeds een beetje power. Misschien zie je me in een maatpak zoals Bryan Ferry wanneer ik vijfenveertig ben; met unplugged versies van mijn nummers (lacht).

Er staan nochtans meer instrumentale nummers dan vocale op je album. Is het soms moeilijk de juiste woorden te vinden bij elektronische muziek?
Soms is het inderdaad best moeilijk. Wanneer je het goed vindt klinken, moet je jezelf niet nodeloos martelen door er per se nog vocals bij te schrijven. Als lyrics schrijven vlot gaat, zal het wel goed komen. Maar wanneer het regel per regel moeilijk is, moet je eerlijk zijn en die achterwege laten. Die click voel je. Je eigen muziek mag je niet gaan vervelen.

Je vorige tournee was best een succes. Neem je dat gegeven dan mee in het schrijven van die nieuwe plaat?
Nee, je moet de muziek voelen wanneer je ze maakt. Niet met een bepaald doel in het achterhoofd als: "Dit moet live knallen!". Pas wanneer het album af is, kan je kiezen welk nummer live zal werken en welk niet. Je moet dat ook testen met een publiek, want het is al vaker gebeurd dat ik ervan overtuigd was dat een nummer live niet zou werken, maar dat het publiek er helemaal weg van is. Hoe je singles opgepikt worden, vertelt ook al één en ander.

Maar we zijn nog bezig met de liveshow rond deze plaat uit te werken. Welke lichten, welke visuals, wat zal de set-up zijn, … Ik kan je dus nog niet zeggen hoe het er gaat uitzien. We hebben gelukkig nog even de tijd tot februari.

Zeker in België was er een zekere vibe rond je passage. Merk je een verschil wanneer je volop tourt van de ene stad naar de andere? Of kunnen we eerder spreken van een Europees publiek?
Ik probeer het publiek wel af te toetsen: welk gevoel er hangt rond elke show. In de Ancienne Belgique was dat heel fijn. Maar je hebt inderdaad artiesten, die niet eens weten in welk land ze zijn. Er zijn mensen die fan zijn van wat je doet, die de moeite nemen om naar je show te komen en zich rot te amuseren. Dan moet je wel iets teruggeven. Het is een wisselwerking.

Een Europees publiek is er niet echt, je hebt verschillen: In Zwitserland zijn ze evenzeer fan, maar is het publiek meer "lean back". In België en Nederland zijn ze uitbundiger. Wat ik wel merk, is een verschil tussen Europa en de Verenigde Staten. Daar ben ik nog nieuw, en doen ze er in het algemeen iets langer over om de dingen te begrijpen (lachje).

Belgians do it better dus!

4 januari 2017
Ben Moens