Flip Kowlier - Ik voel me gepensioneerd sinds mijn 18e

Een waterig zonnetje straalt boven Gent. Donkere wolken komen af en toe dreigen, maar het weerhoudt de Gentenaar er niet van om volop te genieten op een van de talrijke terrasjes. Onder hen bevindt zich ook Flip Kowlier, de sympathieke en immer goedlachse West-Vlaming. Na zijn triomfantelijke passage op Pukkelpop stort de rapper van ’t Hof van Commerce zich op de promotie van zijn derde soloplaat, ‘De man van 31’.

Ik voel me gepensioneerd sinds mijn 18e



Waar de titel van je album naar verwijst, is duidelijk, maar waarom heb je gekozen voor zo’n beschouwende titel?
Omdat het een beschouwende plaat is, die eigenlijk een beetje een stand van zaken geeft. Niet dat alles wat er in mijn leven al gebeurd is er nauwkeurig geformuleerd staat, maar als je een plaat maakt, is dat toch altijd een afdruk van je leven. Daardoor ga je de dingen die je echt belangrijk vindt ook wel duidelijker aanwezig zien in de nummers.
 
Is Flip Kowlier op 31-jarige leeftijd volwassen geworden?
Ik ben al volwassen vanaf mijn achttiende en tegelijk ook nog even kinds als toen. Ik voel me al gepensioneerd sinds ik achttien ben, omdat ik het gevoel heb dat alles wat ik nu doe een hobby is. Ik heb nooit tijd, terwijl ik eigenlijk niets aan het doen ben. Het mag niet altijd even betekenisvol zijn wat ik doe, maar toch voelt het niet leeg aan. Sommige zaken hebben nu eenmaal meer betekenis dan andere. Ik kan op persoonlijk vlak soms dingen maken waar ik heel tevreden over ben of meespelen op een of andere benefiet. Ik denk wel eens na over ouder worden, maar ben er toch niet vaak mee bezig. Er is in grote lijnen ook niet echt een verschil met vroeger. Ik doe nog altijd mijn ding en ga dat ook altijd blijven doen.
 
‘De man van 31’ is je derde plaat. Het is een cliché dat de tweede plaat de moeilijkste is om te maken, maar jij leek die hindernis heel vlot genomen te hebben. Hoe zit dat nu met de derde plaat?
Ik vond de tweede plaat toch moeilijker dan de derde. Op de tweede plaat wil je jezelf echt bewijzen en tonen dat de eerste geen toevalstreffer was. Daardoor ga je je in bochten wringen om te bewijzen dat je het wel kan. Terwijl ik bij deze plaat iets had van: “Ik doe gewoon mijn ding en ik zie wel waar ik uitkom”. Door er heel vrij en open aan te beginnen, is er op de een of andere manier meer lijn in geslopen dan ik ooit had kunnen vermoeden. Op die drie platen ben ik qua productie enkel professioneler geworden, qua inhoud iets persoonlijker en muzikaal denk ik dat de sound iets beter in elkaar zit.
 
Zowel ‘Ocharme ik’ als ‘In de fik’ deden het erg goed. Ze behaalden allebei zelfs platina. Brengt dat extra druk met zich mee?
Niet speciaal nee, ik hoop natuurlijk dat het even goed gaat, maar dat valt niet te voorspellen. Ik vind het persoonlijk de beste plaat die ik al gemaakt heb, maar dat is ook echt wel de bedoeling, want anders heeft het geen zin. Dat wil daarom echter niet zeggen dat de mensen het goed zullen vinden of dat het goed zal verkopen. Ik hoop van wel, maar we zullen zien.
 
Lig je ook wakker van de recensies die over je albums verschijnen?
Ja, al is wakker liggen wat veel gezegd. Ik heb het geluk gehad dat ik tot nog toe eigenlijk nog geen negatieve recensies heb gekregen. Maar als er dan al een zekere kanttekening bij geplaatst wordt, heb ik wel al zoiets van: “ah ja?!”. Ik denk dat dat wel natuurlijk is. Je werkt heel lang en intens aan een plaat, dan is het gewoon heel moeilijk om daar zo maar even iemand anders zijn gedacht over te horen zeggen. Terwijl je eigenlijk muzikant wordt om vrij te zijn. Je komt van school en je moet niet meer luisteren naar een leraar, je moet niet gaan werken voor een baas, maar dan kom je plots voor een nieuwe jury te staan: de recensenten! Het is een kwestie van ego en soms heb je het daar gewoon moeilijk mee. Bij het creatieve proces speelt zoiets niet mee, maar het laat wel zijn stempel na als je een plaat gemaakt hebt en je leest de recensie. Ik ben van mening dat als je een album niet goed vindt, dat je er dan beter over kan zwijgen. Waarom zou je als recensent al je moeite stoppen in een recensie waarin je iets volledig afbreekt? Ik zou liever de platen kennen die ik wél moet kopen.
 
Volg je dan ook alles wat ze over je schrijven op pakweg YouTube, Myspace en aanverwanten?
Ik durf mezelf af en toe wel eens googelen of mijn naam intikken op YouTube of op krantensites. Als je daar je naam intikt, kom je soms grappige dingen tegen zoals artikels over jou. Vaak hebben die krantensites ook een forum waar lezers hun reacties kwijt kunnen. Onlangs stond er in de krant zo een artikel over het feit dat ik mee ging doen aan de actie ‘Busking’, waarvoor ik in de metro ga spelen. De reacties daaronder waren ongelofelijk! Er was een gast die het volgende schreef: “In een interview een aantal jaren geleden zei Flip Kowlier nog dat hij zo tegen jambies – jambies!! – en straatmuzikanten was.” En dan in grote letters: “hypocriet!” Dan vraag ik mij toch af waar die mensen mee bezig zijn, al vond ik het wel vrij grappig om te lezen. Dat moet blijkbaar toch diep gezeten hebben (lacht). Als je weet dat het de best verkopende krant van Vlaanderen was en je ziet dan hoe de reacties daarop zijn, dan geeft dat je toch een beeld van de Vlaming. Ik kan zeggen: ik ben niet de gemiddelde Vlaming. Ik heb er niets op tegen, maar ik ben hem niet.
 
Je woont nu al een hele poos in Gent. Voel je je Gentenaar of West-Vlaming? Vlaming of Belg?
Belg en West-Vlaming, maar niet echt een Gentenaar. Op mijn paspoort staat dat ik een Gentenaar ben, maar ik ben er geen. Ik woon er wel heel graag. Ik woon liever hier dan dan ergens in West-Vlaanderen. Gent heeft als stad immers alles wat ik verlang. Ik zeg ook België en niet Vlaanderen, omdat ik er niet tegen kan dat er mensen zijn die zouden willen splitsen. Het is niet zo dat ik de communautaire beslommeringen nu op de voet volg, maar ik weet gewoon dat er mensen zijn die dat willen. Echt belachelijk vind ik dat. Dat zo’n boedelscheiding er nu wel lijkt aan te komen? Ik weet het niet hoor. Ik denk dat er heel veel mensen zijn die dat niet graag zouden zien gebeuren. De Walen zijn toch toffe gasten? Nog niet zo lang geleden waren de rollen trouwens volledig omgedraaid. Toen waren wij afhankelijk van de Walen. Toen was er geen enkele Vlaming die pleitte voor onafhankelijkheid. Komaan! We zijn al zo’n belachelijk klein landje! Daarom zeg ik Belg.
 
Wat jouw positie hier betreft: eigenlijk mogen we wel zeggen dat jij de dialectpop en –rock een enorme boost hebt gegeven. Na jou volgden een rist groepen die ook in het dialect zingen. Er wordt dan vaak naar jou verwezen. Streelt zoiets jouw ego?
Ja, absoluut. Ik hoor het u graag zeggen. Ik zou het zelf nooit beweren, maar als mensen dat zeggen, vind ik dat wel tof. Er stond onlangs alweer een artikel in De Morgen – en het is niet het eerste dat ik erover lees – over hoe ik daar blijkbaar toch wel een voortrekker in ben. Als er zo nog drie of vier artikels verschijnen, begin ik het te geloven en ga ik het overal verkondigen (lacht). Het grote verschil is dat in het dialect zingen vroeger typisch was voor kleinkunst en folk, terwijl wat ik deed echt wel pop was en dat bestond zo nog niet echt. Al kan je De Strangers misschien ook pop noemen, maar dan van een ander genre en niveau.
 
Hoe moeilijk is het eigenlijk om in de taal te zingen waarmee je opgegroeid bent? Uiteindelijk sta je toch een stuk naakter, omdat de mensen sneller begrijpen waarover je zingt, terwijl je in het Engels met de meest banale onzin gemakkelijk wegkomt.
Ik heb er nog nooit op die manier over nagedacht. Bij mij komt dat gewoon door het feit dat het zo natuurlijk is. Laat ons eerlijk zijn, je haalt het voorbeeld aan van het Engels, maar er zijn veel meer mensen die Engels spreken dan West-Vlaams. Zelfs de West-Vlamingen hebben moeite om mij te verstaan, als ik het mag geloven (lacht). Ik voel me daar dus zeker niet naakt door.
 
De voorbije weken stond in Humo een lijst van de 100 beste zangers. Wat vond je daar van?
(schertsend) Stond ik er niet bij? Een schande! Ik weet het niet. Ik heb het niet echt gevolgd. Het is natuurlijk een subjectieve lijst. Een paar jaar geleden stond ik op de tweede plaats in de rubriek ‘beste zanger nationaal’, na Arno. (lacht) Laat ons eerlijk zijn: ik ben geen al te goede zanger en Arno nu eigenlijk ook niet hé. Ik heb het gevoel dat we allebei wel iets met onze stem kunnen doen dat overtuigend genoeg is en dat goed werkt voor wat we doen. Ik zou graag meer technisch kunnen zingen, zoals Koen Wauters. Dat bereik zou ik wel graag hebben, maar nog belangrijker is dat je iets kan doen met wat je hebt. Er zijn weinig mensen die technisch heel goed zingen, maar dat dan ook nog eens met gevoel doen. Bono kan dat bijvoorbeeld en Freddy Mercury kon dat. Je hebt er heel veel die fantastisch kunnen zingen, maar waarbij ik niet het gevoel krijg dat het me raakt. Ik had dat zelfs met Jeff Buckley.
 
Je bent een heel bezige bij en de afgelopen jaren heb je heel wat zaken op je conto gezet: tweemaal meegedaan op de theatertournee van Gorki, een Tura-cover, de plaat van Brahim geproducet, een nummer met Gabriel Rios en Michael Franti, een lied voor Radio 1. Er bestaan zelfs twee boeken met jouw naam op de kaft. Heb je het nodig om met verschillende projecten bezig te zijn?
Ik ben wel graag met verschillende dingen bezig, maar zo’n bezige bij ben ik niet. Als je het zo opnoemt, lijkt dat misschien wel zo. Toch vind ik nog heel veel tijd om thuis op mijn gemak niets te doen, dus dat valt allemaal nog wel mee. Ik zou meer kunnen doen, maar ik wil niet. Ik heb de tijd dat ik niks doe heel hard nodig.
 
Staan er zo nog nieuwe projecten op stapel of focus je je nu even volledig op je solocarrière?
Die is momenteel wel het belangrijkste. Voor de rest zijn er vage en minder vage plannen. Ik denk echt wel dat ik een rockplaat ga opnemen. Ik wil dat al langer doen en door nu enkele keren met de Ex-Drummerband te spelen en de single De Grotste lul van ’t stad te maken, heb ik echt wel de smaak te pakken gekregen. Ik zou ze niet onder mijn eigen naam uitbrengen, maar onder de naam ‘Spierbundel’. Ik ben op de moment echter nog bezig met een band samen te stellen en bovenal, ik heb nog geen nummers, dus het zal niet voor heel binnenkort zijn (lacht).
 
Weet je eigenlijk wat er zich in je geboortejaar 1976 zoal heeft afgespeeld? Het was de moeite: Mao stierf, Fidel Castro werd president, de eerste aflevering van Sesamstraat, Lucien Van Impe won als laatste Belg de Tour de France, The Eagles brachten ‘Hotel California’ uit, Belle Perez, Udo en Regi Penxten van Milk Inc zagen toen ook het levenslicht.
Serieus? Zijn die allemaal 31? We zouden beter een gelegenheidsgroep ‘De mannen van 31’ vormen. Regi en Belle Perez… twee mensen waar ik eigenlijk wel respect voor heb. Jan Leyers heeft ooit gezegd: “commercieel zijn is een kunst” en dat is waar. Of Regi mij mag bellen voor zijn soloplaat met verschillende artiesten? Ik zou daar op zich niks op tegen hebben, als ik dan echt mag meebeslissen en het niet gewoon een Regi-nummer is dat ik moet inzingen. Maar als het een echte samenwerking is, zou ik er niks op tegen hebben en zou er misschien wel iets heel leuks uit de bus komen.

We kijken al halsreikend uit naar zo\'n samenwerking!
8 november 2008
Bjorn Borgt