Driftwood - Live spelen is voor mij een uitdaging
Driftwood, zo heet het eigenzinnige muziekproject van stichter en bezieler Sam De Bock. Samen met Patricia Vanneste (ex- Balthazar, Hydrogen Sea) en Sam Pieter Janssens (And Then Came Fall) zocht de band naar een unieke en eigengereide sound die raakpunten heeft met zowel Massive Attack, Tricky, Lamb als Tom Waits.
Ambitie zat en dus kon een album niet uitblijven : ‘Only Fighters Left Behind’, een soms gitzwart onderzoek naar de gevolgen van verlies, angst, tekortkoming en eigen afschuw.
De bandnaam roept vragen op. Welke betekenis geef je zelf aan Driftwood?
Sam De Bock: We hebben toch wel even moeten nadenken over de groepsnaam. Het album gaat over keuzes maken. En dat is altijd een beetje verliezen. Ik ben nu negenendertig en na een tijdje weet je wat het leven inhoudt, maar soms kan het nog verrassen. Driftwood staat symbool voor drijfhout dat op een rivier stroomt en af en toe komt vast te zitten, als het wat minder goed gaat. Er zijn ook stroomversnellingen en dan loopt het leven wat beter. Dat zit in de plaat en de band: je maakt een leven door en soms kom je vast te zitten.
Je trekt het project samen met Sam Pieter en Patricia. Hoe ben je hen op het spoor gekomen?
Ik had ooit een gesprek met een goeie vriend. Ik gaf hem te kennen dat ik iets wou doen in de muziekwereld. Het bleef maar dagen en die vriend stelde voor om de koe bij de horens te vatten. Ik ben altijd een teamspeler geweest en via via ben ik bij Sam Pieter gekomen. Ik had enkele lange gesprekken met hem en we wilden samen iets uit de grond stampen. We zijn begonnen met muzikale schetsen en dat klikte heel goed. Maar ik vond een project van drie mensen nog mooier, omdat je dan een vogelperspectief hebt en anders naar de dingen kunt kijken. Met drie weet je meer dan met twee en zo raak je vooruit.
Ik heb Patricia gecontacteerd na een jaar samenwerking met Sam Pieter. We zijn samen aan tafel gaan zitten en hebben naar haar mening gevraagd. Ze was gecharmeerd door het project en mijn vraag en heeft er tijd voor gemaakt. In de band komt ze verrassend voor de dag. Ze verbaast met beheerste leadzanglijnen en gedurfde, soms tegendraadse strijkersarrangementen. Ze grijpt hier de kans ten volle voor een stap in haar eigen muzikale ontbolstering. Live zal ze te zien zijn met een basgitaar om de hals, een nieuw leven tegemoet.
‘Only Fighters Left Behind’ heet de plaat. Is dat een antwoord op alle kommer en kwel in de teksten?
Toch wel (grijnst). Eén van de verklaringen voor die titel is dat ik medebestuurder ben van een bouwonderneming in de familie. Het is vaak zo dat je als trekker van een project een soort vechter bent voor dat project. Soms sta je daarin alleen. De titel is - onder andere - zeker een verwijzing daarnaar. Als je je als persoon veel aantrekt, verricht je de arbeid die ermee gepaard gaat en dan sta je vaak alleen. Dat is soms een keuze, maar vooral een vaststelling.
Maar iemand kan zich in een relatie bijvoorbeeld ook dusdanig opstellen om in functie van de andere te handelen of zelfs te leven, terwijl hij of zij er zichzelf volledig mee verliest of mee verraadt. Dan ben je een vechter in stilte en kan je ook helemaal alleen staan en blijf je als wees achter. Ik ben daarin geen eenvoudig iemand om mee samen te zijn, omdat ik vaak gestuurd word door de passie voor een project, een stiel of muziek. En dan durf ik mensen te vergeten. Het is natuurlijk verantwoordelijkheid van de andere om een plaats op te eisen en te vechten om ervoor te zorgen niet vergeten te worden.
Hoe moeilijk is het om songs, waarin verlies en veel van je persoonlijkheid zit, bloot te geven aan de wereld?
Dat is niet eenvoudig. Initieel was het niet de bedoeling om het Driftwood-verhaal die richting in te duwen. Alles is organisch gegroeid door de mensen die eraan meewerkten. Het was vooral voor mezelf en mijn naasten bedoeld. Het persoonlijke verhaal naar buiten brengen, daar moest ik toch in groeien. Ik heb me er moeten over zetten. We hebben iets moois gemaakt en daar mogen we best fier op zijn. Het persoonlijke verhaal, dat eraan vasthangt, is dubbel, maar ook universeel. Ik hoop dat mensen zich herkennen en er iets aan hebben. Misschien krijgen ze een duwtje in de rug, als ze beseffen dat ook anderen soms moeilijke keuzes moeten maken. De plaat is bij momenten “in your face” en dan weer dromerig en heel sferisch.
Er is veel geknutseld aan de plaat. Is het moeilijk om de songs live te spelen?
We hebben veel gerepeteerd de voorbije weken. Live spelen we het album met negen mensen. Het was een hele puzzel om te weten hoe we de plaat voor een publiek zouden brengen. Dat was best een groot studiewerk, maar eens we daardoor waren, zijn we ervoor gegaan. Jille Waegebaert en Filip Tanghe van Balthazer hebben ons geholpen om uit te werken hoe de plaat live moest klinken. Ze waren een uitstekend klankbord. Daarnaast was er de professionaliteit van de band en het teamgevoel dat ons vooruit heeft geholpen. Er wordt goed overlegd tussen iedereen en alles is vlot en helder verlopen. Onze live shows spelen we ook in een soort “live theatre”, een plek, vormgegeven als een tijdelijke schouwburg, waar de muziek in een hedendaags design kan gedijen. Een hele uitdaging om dat “soundwise” goed te brengen.
Welke ambitie koester je met de band?
Ik wil vooral goede shows spelen. Ik heb geen podiumervaring, wat voor mij een uitdaging is. Ik moet uit mijn comfortzone treden. Voor de anderen wordt dat makkelijker. Ook voor Patricia wordt het aanpassen met de basgitaar om de hals in plaats van een viool in de nek. Ik ben blij dat we een plaat konden maken. Dat is alvast al een droom die mag afgevinkt worden. We hebben ook enkele zeer mooie en sprekende videoclips gemaakt voor drie singles. Veel dromen zijn dus eigenlijk al gerealiseerd, in de verte lonkt misschien al een tweede album (knipoog).
(Foto: Sarah Eeckhout)