Dez Mona - Een manifest tegen hokjes denken

Dez Mona creëerde samen met het barokensemble BOX de eigentijdse opera ‘Sága’. In De Singel, het huis waar Sága tot leven kwam, zaten we met zanger Gregory Frateur en contrabasspeler Nicolas Rombauts aan tafel.

Een manifest tegen hokjes denken



Hoe was het om samen te werken met het barokensemble BOX?
Nicolas Rombauts
: Hoeveel eerbied we ook hadden voor de barokinstrumenten, ze waren niet belangrijker dan het klokkenspel, de elektrische gitaar of de accordeon. Het ging erom dat we de klankkleur konden gebruiken. Ik denk dat die gelijkwaardigheid belangrijk was voor het slagen van het project.
Gregory Frateur: Ons uitgangspunt was niet de ontmoeting van twee werelden, we hebben er bewust geen oefening van willen maken. We zijn het arrangeerproces ingestapt met kleine delen van songs die de muzikanten samen met ons hebben ingevuld. Met hún instrument en vanuit hún achtergrond. Je kan aan een luitist niet vragen om iets op een bepaalde manier te spelen. Het werkt juist omgekeerd, je moet zelf je eigen stem of instrument in die muziek plaatsen.

Schuilt in die manier van werken niet het gevaar dat je de eigen koers uit het oog verliest?
Frateur
: In heel de kruisbestuiving en de aankleding van de muziek bleven wij ons op een heel intuïtieve manier bewust van de richting die we uit wilden. We merken dat we een soort controlemechanisme hanteren dat niet zichtbaar is of uitgesproken wordt, maar dat ervoor zorgt dat de muziek blijft klinken als Dez Mona.

Er worden heel wat bijzondere instrumenten bespeeld, ondermeer een viola da gamba, theorbe, harp, contrabas en klavecimbel.
Frateur
: Dat we gewerkt hebben met drie klassiek geschoolde barokmuzikanten – een luitist, een harpiste en een viola da gambaspeler - betekent niet dat we in hokjes gedacht hebben. Ik wou er absoluut een klavecimbel in, maar in plaats van een muzikant te zoeken die dat instrument beheerst op de klassieke manier, hebben we onze muzikant Tijs Delbeke gevraagd om het te bespelen. Als pop- en rockmuzikant heeft hij de klank van het klavecimbel een bijzondere kleur en swing gegeven.

De kritieken na de première van Sága waren buitengewoon lovend. Barokkenner Steven Grondelaars vond jullie beter spelen dan de klassieke muzikanten.
Rombauts
: De mensen achter de instrumenten zijn belangrijk voor ons. We zoeken geen instrumentalisten. Natuurlijk kan je meteen tien objectief betere muzikanten vinden, net zoals je ook tien betere contrabasspelers of tien mensen met een even indrukwekkende stem als Gregory kan vinden. Daar gaat het niet om. Het gaat om de persoonlijke invulling van iemand, die, zoals Pieter Theuns het uitdrukt, “out of the box” durft te denken. De muzikanten van BOX hebben dat fantastisch gedaan.
Frateur: In die wereld is men volgens mij te zeer gericht op de oefening. Ook Kurt Van Eeghem, een man met een voorliefde voor klassieke muziek en opera, verwachtte blijkbaar meer. Dat is zijn goed recht, maar ik verwacht ook meer van hem. Ik verwacht dat hij als muziekkenner probeert onbevooroordeeld naar de muziek te luisteren. Chantal Pattyn, die erg lovend was, voorspelde dat een aantal puristen het niet goed zouden vinden, gewoon omwille van het feit dat we ‘Sága’ een opera noemen.
Rombauts: Puristen zijn nodig om een stijl of een richting groot te maken maar niet om die in leven te houden. Dat is een belangrijk verschil. Dit is voor ons een manifest tegen hokjes denken op alle mogelijke vlakken.

Los daarvan lijken de nummers zo sterk dat ze in een sobere versie, met alleen jouw stem en de contrabas van Nicolas, meer dan overeind zouden blijven.
Frateur
: We hebben ze al op die manier gebracht. Op het moment dat de arrangementen klaar waren, kwam er een vraag om een performance te doen met ons twee. Ik vond het een heel leuke oefening om op het podium te gaan staan en de nummers opnieuw te reduceren tot bas en stem. De ‘Sága’-nummers zullen ons ongetwijfeld vergezellen op onze volgende avonturen, we nemen er zeker ook enkele op in ons gewone repertoire.

“Gregory Frateur klinkt als het kind van de duivel en tegelijk als een engel”, zei Steun Meuris ooit over jou. Ook al heb je een geweldig stembereik , toch wordt het nooit een kunstje of een demonstratie van je zangtalent.
Frateur
: ‘Sága’ is een cadeau voor een zanger: alle instrumenten staan ten dienste van mijn stem. Natuurlijk is het dan soms verleidelijk om kunstjes te gaan vertonen. Maar ik denk dat ik wel streng genoeg ben voor mezelf om dat net niet te doen maar om te kiezen voor de manier van vertellen, die het best werkt. Wanneer ik iets in een hoge melodie zong, heb ik me afgevraagd of het ook niet in een ander register kon. Dat deed ik voordien al bij ‘Hilfe Kommt’, waar ik merkte dat het soms beter klonk wanneer ik lager zong. Automated Sun, bijvoorbeeld, zong ik aanvankelijk met mijn kopstem. Ik hield me volledig aan de melodie van Nicolas. Maar toen onze accordeonist de opening de eerste keer speelde, kwam de zanglijn, die er nu in zit, als vanzelf. Die is nog wel gebaseerd op de melodie die Nicolas heeft geschreven, maar heeft een andere invulling gekregen.
Rombauts: Het is leuk om elkaar materiaal aan te reiken, wetende dat de ander er iets mee doet dat het nog beter maakt.

Het openingsnummer Vandaag klinkt bijna filmisch. Het deed ons even denken aan de soundtrack die Nick Cave en Warren Ellis schreven voor de western ‘The Proposition’. Ooit overwogen om zelf filmmuziek te schrijven?
Rombauts
: Dat hebben we net voor het eerst gedaan.
Frateur: Terwijl we aan ‘Sága’ werkten, schreven we muziek voor de Franse film ‘Une Estonienne à Paris’, met Jeanne Moreau in de hoofdrol, die volgend jaar uitkomt. Dat was heel leuk om te doen. We zijn ook heel blij dat we bij ons eerste filmproject gevraagd zijn voor een film met toch een zeker niveau. We hebben op dat vlak nog veel meer ambitie. En ik kan me ook voorstellen dat een instrumentaal nummer als Vandaag perfect bij filmbeelden past.
Rombauts: We hebben altijd al, zonder dat daar concrete beelden bij komen, onze muziek sterk visueel aangevoeld. Dus films graag!

Veronique Branquinho zorgde voor de kostuums. Hoe belangrijk zijn die voor jullie?
Rombauts
: De stoffen zijn zo zacht en licht. Je voelt ze haast niet en toch geeft het dragen van haar kostuums een gevoel van statigheid, bijna een clangevoel ook.
Frateur: Ik vind het resultaat heel schoon en subtiel. De kracht van Veronique zit niet alleen in haar visie, maar ook in de stofkeuze en de details in de snit . De kleding past perfect bij wat we willen oproepen met onze voorstelling en helpt ons ook om helemaal in die wereld te duiken. De eerste keer dat ik het kostuum aantrok voor de première, werd ik ook meteen de verteller en voelde ik me direct op mijn gemak op het podium.

Dez Mona wordt door heel wat muziekliefhebbers terecht een groep met internationale klasse genoemd. Hebben jullie de ambitie om ook het buitenland te gaan veroveren?
Rombauts
: Wij ambiëren dat absoluut en zeker met dit project. ‘Sága’ overstijgt volgens ons het Vlaamse landschap met zijn culturele centra. Met onze vorige plaat ‘Hilfe Kommt’ zijn we internationaal gegaan via de clubs. Nu willen we een andere weg volgen. Dit project past in gerenommeerde huizen, zoals de Singel. In heel de wereld zijn er zulke huizen, daar zouden we graag spelen.
Frateur: Ik wil wel even benadrukken dat het om een ambitie gaat. Zo gemakkelijk is het allemaal niet. We willen onze grenzen verleggen, maar we moeten daar wel voor vechten. We zijn geen populaire groep met hits op de radio. Dat is dan weer geen ambitie (gelach) , maar het maakt het wel moeilijker om de juiste mensen te vinden, die onze muziek begrijpen. Zo evident is dat niet in de huidige muziekbusiness.

Als jullie een internationale artiest zouden mogen uitnodigen om een Ságanummer te vertolken, wie kies je dan?
Frateur
: Daar kan ik meteen op antwoorden: als het om iemand levend gaat, kies ik voor Beth Gibbons (van Portishead, nvdr). Ik vind dat ze één van de beste zangeressen is, in haar eigen muziekstijl weliswaar.
Rombauts: Ik kies PJ Harvey.
Frateur: Die twee madammen dus (gelach). Als het een man moet zijn, dan wordt het moeilijker. Misschien Bill Callahan, die vind ik fantastisch, met zijn lage stem. Ik heb met Stijn Meuris eens nummer van Nick Cave gezongen. Stijn zong heel laag en dat werkte ontzettend goed in combinatie met mijn stem. Dus zo iemand, dat zou ook fantastisch zijn.

Klopt het dat er ook een gelegenheidsgroep in de maak is, waarin je samen met Stijn Meuris covers brengt?
Frateur
: ‘Zware Metalen’ is een project waarmee Stijn en ik, samen met Tom Pintens metal- en hardrocknummers bewerken en er onze eigen versie van brengen. We zijn nu aan het repeteren. De voorstelling gaat begin 2012 in première.

Tot slot: Clarence Clemons zaliger zei ooit over zijn “brotherhood” met Bruce Springsteen dat ze beiden sterk genoeg waren om hun mannelijkheid opzij te zetten en de liefde en het respect voor elkaar toe te laten. En dat ze vanuit die verbondenheid elkaar voortdurend uitdaagden om het beste van zichzelf te geven. Herkennen jullie dat?
Frateur
: Ik denk dat we ons daar wel kunnen in vinden. (Kijkt Nicolas aan). ’Of niet?’(gelach)
Rombauts: Ik denk dat het heel belangrijk is dat we elkaar uitdagen maar tegelijkertijd ook bevestiging geven. En dat we heel eerlijk zijn tegenover elkaar, ook al creëert dat soms moeilijke momenten. Als ik bijvoorbeeld iets maak waarvan Gregory zegt dat het hem niet inspireert, dan is dat zo. Broederschap mag geen broederlijke verplichting worden, waarbij je het gevoel krijgt dat je altijd moet aannemen wat de ander aanreikt. Maar respect en liefde zijn enorm belangrijk.

En positiviteit, natuurlijk. Dat hebben we ook ervaren terwijl we Sága maakten. Er ontstond al snel een broederlijk familiegevoel: samen eten, samen drinken en samen muziek maken. Het was mooi dat de sfeer zo goed klopte met de kerngedachte van ‘Sága’.

Dez Mona voert samen met BOX de opera ‘Sága’ nog uit op 9 februari 2012 in de Vooruit te Gent en op 9 mei 2012 in de stadschouwburg van Kortrijk

2 november 2011
Else Van Doorslaer