dEUS - Artistieke vrijheid als lucht

In platenwinkel 'Tune Up' op de Antwerpse Melkmarkt heerst een gezonde bedrijvigheid wanneer we daar aankomen. Er wordt een fotoshoot van de vijfkoppige band gehouden en iedereen loopt er dan ook frisgewassen bij. Het nieuwe album van dEUS lijkt heel wat persjongens op de been te brengen. Tussen de statieven en visagisten door, slaan we Klaas Janszoons (viool, keyboards) en Alan Gevaert (bass) aan de haak.

Artistieke vrijheid als lucht



Hoe kijk je naar zo’n nieuw album wanneer het uiteindelijk een afgewerkt product is geworden?
Alan Gevaert: We hebben er zeer lang en zeer hard aan gewerkt en ik heb nu even een periode nodig om het van mij af te kunnen zetten. Ik heb even afstand nodig om er weer met frisse ogen naar te kunnen kijken. Twee weken hoop ik er niet naar te moeten luisteren. Maar ja, soms hoor je dan toch nog iets passeren op de radio natuurlijk.
Klaas Janszoons: Ik probeer dat ook te doen, maar gisteren zat ik naar VT4 te kijken en voor de vooruitblik naar CSI Miami gebruikten ze Constant Now (de nieuwe single, nvdr.). Er is geen ontsnappen meer aan, vrees ik (lacht).
Gevaert: Ik heb gelukkig geen televisie dus ik probeer nog neutraal te blijven.

Lukt dat wel met de komende tour in het vooruitzicht?
Gevaert: We moeten inderdaad beginnen repeteren voor die komende tour. De muziek moet uiteraard geoefend worden, maar dat geldt ook voor de visuals. Het zal er toch anders uitzien dan de vorige shows. Nog een pak werk, maar we zijn zo goed als klaar, hoor.

Wat al een paar keer naar voren is gekomen, is dat jullie voor ‘Keep You Close’ er een andere aanpak zouden op nagehouden hebben. Hoe anders was dat voor jullie om dit album helemaal met zijn allen te maken?
Janszoons: In het verleden werkten we ook al zo hoor. Alleen stonden er dan altijd wel een paar nummers op die van Tom alleen waren en die wij dan van arrangementen hebben voorzien. Voor ‘Keep You Close’ waren er ook zo’n paar nummers in the running, maar we hebben er uiteindelijk toch voor gekozen om de nummers te brengen die we met zijn allen hebben gemaakt.
Dat waren dan jamsessies waaruit die ideeën ontstonden. Iedereen ging ook op zoek naar refreinen en akkoorden. Niet in elk nummer is ieders aandeel even groot natuurlijk, maar over het algemeen heeft iedereen hier evenveel werk in gestoken. Het duurt alleen wel een pak langer.
Gevaert: Het duurt langer omdat het de eerste keer is. Als we de volgende plaat op dezelfde manier maken, dan gaat dat waarschijnlijk een pak sneller gaan. Nu zijn we ook nog op een paar jams, die de plaat niet gehaald hebben, aan het werken, maar misschien gaan we daar toch nog iets mee doen.

Alan, jij speelde in het verleden ook al bij Arno en andere bands. Hoe anders is het om in een dEUS te zitten?
Gevaert: Ik heb heel veel verschillende zaken gedaan, van jazz tot latin. Maar meestal draaide het wel rond een “personage” zoals Chris Whitley of Arno. Zij zijn de hoofdfiguren en verder bestaat er niet echt een groep. Met Whitley zijn we toch voor één album als groep naar buiten gekomen, maar daar was de platenfirma dan weer niet tevreden mee. Voor hen was het interessanter om die ene figuur uit te spelen.
Nu, voor dEUS, is het wel de eerste maal dat het voor mij als een echte groep aanvoelt. Het is niet alleen op de zanger gericht. Dat is het grote verschil. En eigenlijk is het de eerste maal in mijn muzikantenbestaan dat ik dat voel.

Is dat spontaan gebeurd of was dat toch een bewuste keuze?
Janszoons: Ik heb daar toch een ander gevoel bij. Tom (Barman, nvdr.) heeft natuurlijk de groep opgericht, maar de input van anderen is toch altijd heel belangrijk geweest. De band is begin jaren negentig als groep vertrokken, maar volgens mij is de pers door de jaren heen steeds meer de focus gaan leggen op Tom en hebben zij op die manier dat beeld gecreëerd.
Daarna is dat een soort self fulfilling prophecy geworden en is Tom zich ook zo gaan profileren. Eigenlijk zijn we nu terug naar de roots gegaan als groep. Zoals Wannes Van de Velde ooit zei: "Een zanger is geen groep." Of was dat omgekeerd? (lacht).

Hoor je dat aan het album?
Janszoons: Je hoort natuurlijk een verschil, maar, zoals ik al zei, zijn in het verleden ook al heel wat nummers op die manier ontstaan.
Gevaert: De vrijheid van het musiceren is enorm belangrijk en dat is ook de reden waarom ik in deze groep zit. Als iemand mij heel de tijd zou zeggen wat voor baslijntjes ik moet spelen, dan zou ik er al lang mee gestopt zijn. Die artistieke vrijheid is voor mij als lucht. Ik heb dat nodig.
Janszoons: Dat werkt ook zo in de andere richting. Als jij zo’n bassist zou zijn, dan hadden we je er al lang uit gezet (lacht).

Volgens Tom Barman ging dit album warmer en intiemer klinken. Denken jullie daar ook zo over?
Gevaert: Altijd moeilijk om te zeggen. Sommigen gaan dat beamen, anderen dan weer niet. Ik vind wel dat dit album warmer... (zoekt het juiste woord, nvdr.) rolt. Voor mij is de groove warmer dan op andere albums. Maar wat andere mensen daarvan gaan denken is nog een verrassing.

In een vorig interview vertelde je dat je meer op de teksten van Tom ging letten, Klaas. Dat had je voor ‘Vantage Point’ blijkbaar nog niet echt gedaan. Waar gaat deze plaat nu over?
Janszoons: Ik heb op de teksten gelet, maar waar ze juist over gaan is mij nog steeds een raadsel (lacht). Ik nodig bij deze het publiek uit om het zelf te ontdekken.

Ik heb ook wel de indruk dat jij als onder andere violist en geluidsbricoleur meer naar voor komt in de band.
Janszoons: Ik ben als zeventienjarige hierin gerold en ik moest nog heel veel leren natuurlijk. Ondertussen heb ik ook nog piano leren spelen en ben ik strijkersarrangementen beginnen schrijven en dat neemt ook heel wat tijd in beslag. Dus na al die jaren voel ik wel dat ik mijn plek in de groep heb gevonden. Dat gevoel had ik ook al bij de vorige plaat, maar ik merk wel dat dat elke keer nog verbetert.

dEUS is tegenwoordig op meer radiostations te horen, wordt uitgenodigd op één en staat in heel wat magazines. Is jullie sound toegankelijker geworden of is de smaak van het publiek verbreed?
Gevaert: Dat heeft natuurlijk deels met onze muzikale evolutie te maken, maar ik denk dat er nog andere factoren zijn. De evolutie van de groepsleden is er daar uiteraard één van. Ik was er zelf niet van in het begin bij, maar ik merk wel bij mezelf dat ik nu totaal anders in de wereld sta dan toen ik twintig was. Dus als het dEUS van nu nog steeds hetzelfde zou klinken als het dEUS van toen, dan zou de band een covergroep van zichzelf zijn.
Janszoons: Ik denk dat de buitenwereld ook wel opener staat tegenover andere muziekstijlen. Wat wij toen deden werd afgeschilderd als experimenteel. Nu kan dat blijkbaar zelfs op de commerciële radio. Het publiek is ook gewoon toleranter geworden voor andere muziekstijlen. En eigenlijk, zo’n rare muziek maken wij nu ook niet. (lacht)
Gevaert: Maar het aanbod aan muziek is in vergelijking met vijftien jaar geleden ook vertiendubbeld. Radio’s zijn groter geworden, hebben een groter bereik en er is meer geld mee gemoeid. En dan is er nog de snelheid waarmee alles verandert. Gelukkig heb ik twee zonen die mij nog wat dingen leren kennen, anders kon ik al lang niet meer volgen.

Blijft het dan nog gemakkelijk om in een band te zitten en constant te repeteren en te touren?
Janszoons: Sommige aspecten zijn moeilijk te combineren met een sociaal leven, zeker met kinderen erbij. Maar er moet ook gewerkt worden. Al vind ik dit doorgaans niet echt werken hoor. Maar in een band zitten is nog steeds even plezant. Alleen kan je fysiek niet alles even goed aan als twintig jaar geleden. Ik heb mijn dosis alcohol moeten aanpassen aan mijn leeftijd (lacht). Maar ik sta niet op het podium als een oude vent. Integendeel, ik heb het gevoel dat ik dat zelfs compenseer en dat het allemaal veel intenser aanvoelt.
Gevaert: Ik moet mij meer inhouden tegenover de maatschappij, zeker nu ik papa ben. Maar als je dan het podium op kruipt, dan komt dat weer volledig los. En af en toe je eens goed kwaad maken helpt ook (lacht). Ik ga misschien wel nooit zo volwassen worden als van mij verwacht wordt.
Janszoons: Voor jou is het is nu toch te laat om nog volwassen te worden.

Maar gaan jullie dan minder optreden? Bij 'Vantage Point' hoorde nog een volledige clubtour en deze keer staan jullie enkel in de Lotto Arena en in Vorst Nationaal. Uitgerekend de twee grootste zalen van België.
Janszoons: Nu doen we eigenlijk meer optredens hoor. Die clubtour hebben we gedaan omdat we daar nog eens zin in hadden en anders inderdaad alleen maar in Vorst of  Lotto zouden spelen. Maar we kunnen dat uiteraard niet elke keer doen want onze tijd is beperkt en de wereld groot. We willen ook in de Baltische staten en in Australië geraken.

Is Australië gelukt? Jullie willen daar al lang naartoe.
Janszoons: Dat is uiteindelijk bevestigd.
Spelen jullie graag in de grote zalen als Lotto en Vorst?
Janszoons: Dat is niet per se leuker, maar het is wel kicken natuurlijk. Je speelt ook op een heel andere manier. Grootser.
Gevaert: De sound is ook volledig anders: veel bombastischer. Dat geeft een ander soort kick dan in een kleine club. Verder ben ik toch meer een voorstander van bijvoorbeeld de Ancienne Belgique omdat dat toch intiemer aanvoelt.

Op twee nummers op 'Keep You Close' horen we Greg Dulli, zanger van de gesplitte Amerikaanse rockband Afghan Whigs. Hoe kwamen jullie bij hem terecht?
Janszoons: Tom kwam hem toevallig tegen in Antwerpen, ging er een pint mee drinken en nodigde hem uit om 's anderendaags naar de studio te komen. 's Morgens hebben we dan als gekken zitten werken om nog iets af te krijgen zodat hij iets had om te zingen. We hadden toen zelfs nog geen tekst. Maar toen hij begon te zingen, zat alles meteen goed. We hebben hem dan ook nog een ander nummer laten doen.

Dat zijn ook net twee nummers waarin jullie heel hard contrasteren tussen intiem en bombastisch.
Gevaert: Toen Twice net af was, was ik niet helemaal overtuigd. Na dat intieme kwam dat hele stevige veel te snel naar mijn smaak. Ik gooi zoiets dan in de groep en als daar dan anders over beslist wordt, dan is dat ook niet erg. Als ik alleen maar mijn ideeën wil doorvoeren, dan moet ik maar een eigen groep beginnen en de mensen inviteren die mijn gedacht kunnen uitvoeren.

Heb je plannen in een bepaalde richting?
Gevaert: Euh, concrete plannen zijn er nog niet, maar ik ben ze wel aan het maken.

Je zei daarstraks dat er meer nummers in the running waren dan de negen die op de plaat terecht kwamen. Krijgen we nog iets extra's geserveerd binnenkort?
Gevaert: We zijn nu nog aan een viertal composities aan het werken...
Klaas: ...maar we weten nog niet of en hoe dat naar buiten gaat komen. En dan moeten we nog tijd vinden om het op te nemen. Het is wel zo dat we een aantal nummers hebben, die bijna klaar waren en niet op de plaat terecht gekomen zijn. Zoals ik al zei vertrekken we meestal vanuit jams en soms klinken die echt heel cool. Die hebben niet echt een songstructuur en vaak ontbreekt daar nog een refrein, maar dat kan wel een knap stuk muziek zijn. Dus het idee was om daar ook iets mee te doen, maar we gaan daar geen beloftes over maken.

Klinkt zeer psychedelisch.
Gevaert: Het groovet enorm. Echt super.

Je maakt ons waterachtig. Niet te lang mee wachten!

13 september 2011
Koen Van Dijck