De Kreuners - Zestig is het nieuwe veertig

Goed nieuws voor de fans van De Kreuners: de legendarische Vlaamse rockgroep stelde onlangs een gloednieuw best of-album voor! Op de dubbel-cd vind je de allergrootste hits onder de noemer 'De Singles'. En dat was niet het einde van de goednieuwsshow. Al snel kondigde de band een Vlaamse tournee aan met een aantal try-outs en een reeks prachtige zomerfestivals. Tijd voor een gesprek met Walter Grootaers, één van de meest charismatische frontmannen in het Vlaamse muzieklandschap.

Zestig is het nieuwe veertig

 

Als je al die singles op één cd ziet, word je dan overvallen door een gevoel van trots?
Als ik het lijstje bekijk, dan zijn er toch een pak nummers die veel waarde hebben voor ons, maar ook voor het publiek. Soms zijn het liedjes waar je als groep lang aan gewerkt hebt, maar er zijn ook songs die per toeval zijn ontstaan en die dan verder werden uitgewerkt. Aan Ik Wil Je bijvoorbeeld is heel lang gesleuteld omdat we niet onmiddellijk tevreden waren. Op het eind hebben we die verschillende lagen boven elkaar gelegd en plots werd het toch interessant. Die hit is niet het meest eenvoudige nummer. We hebben daar verschillende refreinen op geprobeerd en als dat klaar was, zijn we gaan zoeken naar de meerstemmigheid. We hebben er veel tijd in gestoken met een resultaat waarvan we erg tevreden zijn.

 

Heb je zelf een lievelingsnummer in dat grote repertoire van De Kreuners?
Er zijn altijd liedjes die je zelf graag zingt. Layla heeft duidelijk de tand des tijds doorstaan; dat voel je heel goed. Ik Wil Je spelen we graag live omdat het altijd zo’n unieke sfeer oproept. Maar er zijn nog enkele andere songs waaraan ik iets speciaals kan koppelen.

 

Layla schreef je voor je dochter die nu ook in de entourage van de groep zit. Blijft dat nummer ook voor haar speciaal?
Absoluut! Het is altijd een bijzonder nummer geweest voor haar. Het is mooi in haar eenvoud, maar vooral sterk en eerlijk. Dat is ook niet onbelangrijk.

 

Als je een balans wil opmaken van veertig jaar De Kreuners, hadden jullie ooit durven hopen te staan waar je nu nog steeds staat met de groep?
Daar ben je nooit mee bezig, zeker niet in het begin, in 1978. Ik dacht dat de interesse na een paar jaar zou overwaaien, maar we zijn nummers blijven maken en hadden altijd plezier in het spelen. We hebben hoogte- en dieptepunten gekend, en dat is heel normaal. Elke groep heeft die. Dat is de rode draad. Veertig jaar geleden kon je onmogelijk voorspellen wat er van De Kreuners zou worden.

 

Er is veel veranderd in muziekland. Wat is voor jullie het grootste verschil met vroeger?
Op technische vlak is er veel veranderd, maar ten goede. Het is alleen maar eenvoudiger geworden. Je kan nu gemakkelijker muziek laten horen met de Spotify’s en iTunes van deze wereld. Het is tegenwoordig simpel om je songs aan het publiek te laten horen.

 

Komen er nog nieuwe Kreuners-nummers?
We zijn de voorbije maanden alleen gaan spelen en na de tour in september gaan we bekijken of er nog nieuwe liedjes komen. We gaan de koppen bij elkaar steken. Erik en Jan hebben nog enkele ideeën in de schuiven liggen. We gaan zien of we nog plezier vinden in het maken van nieuwe songs. Alles mag, maar niks moet; dat is onze grote luxe.

 

Is het podium nog steeds jullie favoriete plek, meer dan de studio?
De voorbije veertig jaar stonden we het liefst op een podium en dan bij voorkeur op een festival. We hebben een paar try-outs voor deze tour gedaan in kleine zaaltjes, maar vanaf eind juni tot begin september spelen we alleen maar festivals. Optreden op zulke events geeft ons nog altijd drive en motivatie. We zijn er telkens weer dankbaar voor, als we het enthousiasme zien bij het publiek Dat heeft met de nummers te maken, maar ook met de energie die zit in onze muziek. Dat is onvoorstelbaar plezant om te doen.

 

Zijn er nog dromen die je koestert?
Ik ben drieënzestig; dan kan je moeilijk nog spreken van grote ambities. Het is gewoon een kwestie van te doen wat je graag doet en dat met heel veel plezier; anders doen we het beter niet. Om mezelf in vorm te houden doe ik ook oefeningen om mijn fysiek op peil te houden. Drie serieuze cardiotrainingen per week. Nadien voel ik me telkens goed en klaar voor de tour. Met die gezondheid valt het allemaal dus best mee. Ik zie daar geen problemen in. Zestig is het nieuwe veertig (schatert).

 

Repeteren jullie nog veel?
We overdrijven daarin niet. We kiezen bewust voor enkele try-outs voor een goede plaatsing van de nummers. Sommige songs spelen we ook helemaal anders. Denk maar aan Meisje Meisje. Naar die eerste repetitie keken we erg uit. Ik hou enorm van de sound van een Fender Telecaster. In de jaren tachtig lag die gitaar Erik allerminst; hij kon daar niet op spelen, zei hij. Toen we de eerste keer repeteerden had Jan die toch wel bij, zeker. Dat geeft een enorme klank. Onze sound klinkt nog briljanter. Iemand als Springsteen speelt ook op Telecasters. Tijdens de eerste oefensessies zat ik vaak meer te luisteren naar die sound in plaats van mee te zingen. Op de concerten zullen we trouwens met die gitaar een cover brengen Police On My Back van The Clash (Het origineel was van The Equals, nvdr).

 

Tot slot nog even wat voetbal. Hoe heb jij de teloorgang van de club van jouw hart, SK Lierse, beleefd?
Ik heb het met lede ogen zien aankomen. Aan de ene kant ben ik enorm triest dat het zo moest eindigen, maar aan de andere kant wacht een nieuwe toekomst. Er zijn verschillende initiatieven om in lagere afdelingen te beginnen. Geen idee of ze ooit nog op het hoogste niveau terug komen. Maar daar waar ik kan helpen, zal ik dat zeker doen.

 

De Kreuners spelen op 16 juni in Wingene, op 19 juni in de AB en op 20 juni in Sint-Niklaas. Alle concerten en info : www.dekreuners.be.

24 mei 2018
Steven Verhamme