De Kift - 'We kiezen niet altijd de makkelijkste weg'

Twintig jaar muziek maken is een hele prestatie. Dat dat dan ook nog eens gebeurt in het Nederlands, maakt het alleen maar indrukwekkender. Om nog te zwijgen over het feit dat De Kift – want daar gaat het over -  altijd, wars van trends, commercieel succes of wat dan ook, zijn eigen koers is blijven varen. Reden genoeg om vaandeldrager Ferry Heijne even aan de tand te voelen. Een gesprek over het verleden, over de toekomst, over het waarom en over het hoe.

'We kiezen niet altijd de makkelijkste weg'



Hoe hebben jullie twintig jaar De Kift overleefd?
"Volhouden, stoïcijns blijven doorwerken en er dagelijks serieus mee bezig zijn."

Als je er nu op terugkijkt en je opnieuw zou moeten beginnen, zou het dan nog lukken? Of zou je het anders aanpakken?
"Ik denk wel dat het nog zou lukken. Twintig jaar geleden begonnen de drummer en ik met de band. We hadden beiden al in andere bands gespeeld, maar toen we in 1988 met De Kift begonnen, hadden we allebei al tien jaar niets meer gedaan. Dat is zowat de enige periode geweest waarin ik niet met mijn ziel onder de arm heb gelopen. En toen we met De Kift begonnen waren, verdween dat gevoel als sneeuw voor de zon."

"In twintig jaar doe je wel wat levenservaring op. Maar als ik terugkijk op het afgelegde traject, zie ik dat het geen slingerend pad is geweest. Het was altijd vrij strak. En we zijn altijd bezig geweest met de voorwaarden die bepaalden of het wel of niet leuk was om in De Kift te zitten. We probeerden ons dusdanig te organiseren dat het voor iedereen leuk is om in de band te zitten. Dus of ik het anders zou doen? Neen."

In Knoeck zeg je : “Het is nog niet afgelopen. Het begint pas.”
(lacht) "Inderdaad ja. Het volgende project loopt intussen alweer: singles met covers van onze nummers. Het is zeker geen afsluitende cd."

Hoe lang doe je erover om een project op poten te zetten?
"We proberen om de twee jaar een nieuwe cd te realiseren, maar dat is echt heel hard werken. Die singles zijn nu een “tussendoording”. We zijn al bezig met het uitdenken en voorbereiden van de volgende cd."

Dat jullie het commercieel overleefd hebben, heeft me altijd verwonderd. Hebben jullie daar een verklaring voor?
"Mij heeft dat ook wel verwonderd. Ik denk dat we met De Kift gewoon van het allereerste begin iets gemaakt hebben dat opviel, iets unieks, iets persoonlijks. Het was – en dat is het nog steeds – iets met een eigen identiteit. Dat is één van de belangrijkste redenen waarom het bestaansrecht heeft."

Jullie hebben bijvoorbeeld heel veel aandacht besteed aan de verpakking van jullie muziek. Factory is aan dergelijke dingen tenondergegaan. Bij jullie lijkt dat geen probleem.
"We doen alles zelf. Wim Ter Weede, onze drummer, is bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor de vormgeving. Met De Kift kiezen we niet altijd de makkelijkste weg. Je probeert een balans te vinden tussen de kwaliteit van de verpakking en wat het kost aan geld en aan mankracht. Wij prijzen ons gelukkig met het feit dat we een grote groep mensen hebben die de cd’s in elkaar plakken. Dat hadden ze bij Factory niet."

[pagebreak]

Jullie zijn begonnen vanuit een zekere punkattitude. Beschouwen jullie zichzelf nog altijd als punk?
"We zijn inderdaad begonnen als punkband. Ik begon muziek te kopen in 1975. Singletjes van Vicky Leandros, Redbone en de Dizzy Man’s Band. Maar niet lang daarna volgden The Stranglers, Sex Pistols en Crass. Vanaf dat moment was ik volledig verkocht. In die tijd was de kraakbeweging al heel groot in Nederland. Toen ik 19 was, ben ik meteen uit huis gegaan. Niet omdat de verhouding met mijn ouders niet goed was, maar omdat ik daar de kans toe had. We hadden toen een pand gekraakt samen met mensen van The Ex, in het dorp waar ik nu nog steeds woon."

"Wat ik daar vooral geleerd heb - en waar ik ook nu nog heel wat aan heb - is het feit dat je samen met een groep mensen (geestesverwanten, vrienden, vriendinnen) daadwerkelijk iets kan realiseren. In ons geval was dat het oprichten van een band en het maken van platen. Dat je daarmee kon optreden in heel Nederland, in Europa zelfs en dat je daarmee ook geld kon verdienen. We zijn nooit rijk geworden van de muziek, maar dat was ook niet de bedoeling. Wat ik inspirerend vond aan de punk was immers die mentaliteit, die manier van denken en werken. En dat geldt nog steeds voor De Kift. Al speelde die energie van de punk ook een belangrijke rol, dat niets ontziende, kale, rechtlijnige van die muziek is ook belangrijk voor De Kift. Maar niet alleen dat. Er moet een balans zijn tussen rust en onrust."

Jullie hebben andere bands gevraagd om een nummer van jullie te coveren. Waarom precies die groepen? Franz Ferdinand, Calexico, Zita Swoon, … 
" ... The Romboats, een van de politieke punkbands van het eerste uur in Nederland. Volgend jaar is het dertig jaar geleden dat ze werden opgericht en onze drummer speelde ook in de Romboats. Ik was toen zeventien of achttien en voor mij waren dat echt wel voorbeelden. Ze hebben heel wat betekend. Ze kwamen uit Rotterdam en ze gaven ook een fanzine uit, dat in heel Nederland gelezen werd. Naar aanleiding van die dertigste evrjaardag wordt trouwens een expositie opgezet en er komt heel wat materiaal van hen uit. Dat was een reden om deze single te maken."

"Calexico kenden we al langer. Die waren fan sinds ‘Vlaskoorts’. En Franz Ferdinand kenden De Kift ook. De drummer van Franz Ferdinand heeft ook in andere bands gezeten, waar onze gitarist (Pim Heijne, red.) dan weer mee heeft gespeeld in vroegere tijden. Het zijn gewoon een stel jongens die een band zijn begonnen. Hun naam heeft een hoge vlucht genomen, maar ze zijn heel benaderbaar. Op een gegeven moment hebben we hun gewoon gevraagd of ze zin hadden om mee te doen met het singleproject."

"Aan Stef Kamil Carlens van Zita Swoon had Wim al eens gevraagd of hij wilde meedenken over cd-verpakkingen. Daar hadden we dus ook al contact mee. Zita Swoon is gewoon een inspirerende band, een band die zijn eigen muziek maakt."

"Monofocus, een Franse groep, hebben we ontmoet op onze laatste tour in Frankrijk. Dat was voor mij de eerste Franse band waarvan ik van het eerste moment dacht dat ze echt goed bij ons passen."

Je zei daarnet al dat je Calexico al wat langer kende. Hoor je dat daarom op ‘Hoofdkaas’ een beetje terug?
"Dat is in elk geval niet bewust gebeurd. Ik haal mijn inspiratie uit de Nederlandse polderfanfare, maar anderzijds spreekt dat meer warmbloedige dat je terughoort bij Calexico en hun blazers mij ook wel aan. We zijn niet direct muzikaal geïnspireerd door Calexico, maar ik snap wel waarom de mensen dat vinden. Anderhalve maand geleden hebben we samen gespeeld in Paradiso. Het voelde gelijk goed aan. Het zijn heel benaderbare, warme, geïnteresseerde mensen. We passen gewoon goed bij elkaar."

[pagebreak]

Het thema van ‘Hoofdkaas’ was voedsel. Toen jullie vorig jaar optraden in de Handelsbeurs in Gent, was er sprake van een combinatie van eten en muziek in een tent. Is dat project ook echt uitgevoerd?
"Dat hebben we inderdaad een aantal keer gedaan. Niet zo vaak als we graag hadden gewild. Praktisch is het immers duurder dan als De Kift alleen optreedt."

"Ik zei net al dat het in de punkperiode mogelijk was om met geestesverwanten iets te realiseren. In ons geval is dat een band geworden. Degene met wie we dit project willen opzetten, Andre Amaro, was in die tijd al met koken bezig. Hij heeft 'het koken' als levensdoel gekozen. Tegenwoordig heeft hij een mobiele keuken en kookt hij op zowat alle grote festivals in Nederland: Lowlands, Parade, North Sea Jazz Festival, …"

"Toen hij op de Parade stond, wilde hij meer op de voorgrond treden met zijn keuken, en dus nodigde hij ons uit in zijn tent. Hij ging koken. Het publiek kon eten en wij gingen spelen. Toen wij klaar waren, gingen we ook eten, waarna we opnieuw een stukje speelden. Het weer werd intussen steeds slechter en op den duur zat die tent tot de nok vol, hetgeen onze performance alleen maar beter maakte. Voor mij is dat zowat ons beste concert van de afgelopen twintig jaar. Met ‘Hoodkaas’ wilden we proberen die avond een aantal keer weer op te roepen. We hebben het nu zes keer gedaan en het is steeds bijzonder. Alleen jammer dat het niet vaker kan."

Heb je het in België al gedaan?
"In België nog niet. In de Handelsbeurs was er sprake van dat we het op de Kouter zouden doen. En op Dranouter gaan we het ook proberen te realiseren."

En dat thema: voedsel?
"Dat had vooral te maken met het idee dat ik net aanhaalde. Het is inderdaad meer voedsel voor de geest dan tastbaar voedsel."

"Ook de verpakking sluit daar dan bij aan. De rode cd is vrij eenvoudig, maar er is ook de speciale editie, verpakt in een tweedehands kookboek. In Noord-Holland hebben we alle rommelmarkten afgeschuimd. We hebben zo’n drieduizend kookboeken verzameld, waarna we die met de groep vrijwilligers uit elkaar getrokken hebben: katernen eruit, ons tekstboek erin, cd erin, alles in elkaar geplakt en Wim die er dan een plasticje omheen liet aanbrengen. Elk exemplaar is dus volledig uniek. De vormgeving van kookboeken is sowieso erg kleurrijk. Dat is eigenlijk vooral de link naar het voedsel."

[pagebreak]

Jullie halen je teksten uit de wereldliteratuur. Hoe weet je wat geschikt is voor een nummer?
"Ik ben degene die 'Kiftgericht' leest. Ik lees nooit meer zomaar een boek. Een aantal boeken wil ik lezen, maar als ik de indruk heb dat ze niet passen binnen het raamwerk dat ik op dat moment in mijn hoofd heb, lees ik ze toch niet. Eigenlijk is dit gewoon helemaal niet leuk, hoor. Zelfs op vakantie heb ik nooit boeken bij me die gewoon ontspannend zijn. Ik lees altijd met in mijn achterhoofd wat we ermee kunnen doen. Voor ‘Hoofdkaas’ begin je met een idee van eten, feesten, er komen mensen naar dat feest, ... Dan ga je lezen en vind je stukken tekst die geschikt zijn. Die verzamel je in een map en als die vol geraakt, ga je teksten selecteren."

Je hebt een voorkeur voor oudere teksten. Is moderne literatuur niet zo geschikt?
"Ik lees ook wel modernere dingen, maar de voorraad aan oudere teksten is gewoon groter dan wat er tegenwoordig geschreven wordt. Het is wel zo dat ik aangesproken wordt door het verleden. Niet dat ik er een hang naar heb. Meer een soort verwondering over het verleden en wat voor licht dat werpt op hoe de dingen nu zijn."

Als je een tekst voor ogen hebt, is de “drieminutengrens” dan geen verschrikkelijke beperking?
"Eigenlijk wel. En we hebben ook wel eens kritiek gekregen omdat de lappen tekst te vermoeiend waren. Dat was het geval met ‘Vlaskoorts’. Zelf vond ik dat helemaal geen bezwaar. Die teksten zijn heel krachtig. Ik put daar heel veel plezier uit."

"We streven er ook naar om die teksten uit te kleden tot de essentie. De teksten van ‘Vlaskoorts’ zijn uit proza gefilterd. Dat maakt wel een verschil. Voor ‘Zeven’ putten we vooral uit poëzie, en dat is gewoon meer geschikt als songtekst. Dan is die drieminutengrens ook geen probleem. Bij proza wordt het verhaal gewoon met meer omhaal geschilderd."

"De gemiddelde popmuziekliefhebber heeft niet meteen behoefte aan veel tekst. Die wil een lekker muziekje en een pakkende melodie. Ook daaraan willen wij wel voldoen. De drieminutenpopsongs moeten er ook bij De Kift tussen zitten. Anderzijds gaat een tekst als die van Knoeck bijvoorbeeld pas werken door de lengte. De herhaling is belangrijk. Je kan die tekst niet inkorten, want dan snij je te veel weg. De kritiek die we toen kregen, heb ik wel ernstig genomen. Die heeft me geholpen om een nog betere balans te vinden tussen tekst en muziek."

Worden teksten aangepast of gebruik je de pure basis?
"Het komt zelden voor dat teksten integraal bruikbaar zijn. Met gedichten gebeurt dat wel eens, maar prozateksten worden versneden en ook gecombineerd. Het is meer een soort van lappendeken. Zelf lees ik meestal vertalingen naar het Nederlands. Engels en Frans gaat ook wel, maar je mist dan bepaalde finesses."

"De teksten van ‘Zeven’ zijn gebaseerd op Russische gedichten. Die heb ik gelezen in de Nederlandse vertaling. Op het tekstvel wilden we ook de Engelse en de Franse vertaling hebben. Daar is onze trompettist Han Hulscher heel erg mee bezig geweest. Hij heeft dagen in de Bibliothèque Nationale zitten zoeken naar de mooiste en meest gepaste vertaling. Intussen kennen we ook een aantal mensen op wie we beroep kunnen doen voor vertalingen."

Chapeau! En veels succes nog!

1 februari 2009
Patrick Van Gestel