David Lemaitre - Als je je droom wil bereiken, moet je reizen

David Lemaitre is nog een jonkie dat op 22 april zijn debuutplaat bij ons uitbracht, maar tijdens het half uur van ons gesprek in het AB-café maakten we kennis met een wereldwijze kerel met een grote dosis gezond verstand en een bewonderingswaardige levenshouding. Hij staat nog maar aan het begin van zijn carrière en toch straalt hij een rust uit die ook uit zijn muziek blijkt. Met zachte stem, dieper dan zijn zangstem, beantwoordt hij enthousiast maar toch rustig al onze vragen. Maak kennis met David Lemaitre.

Als je je droom wil bereiken, moet je reizen



Je speelde al in Antwerpen, Brussel en Gent. In mei zijn er nog eens zes concerten. Voel je je zo thuis hier in België?
Wel, ik hoop dat het zo ver komt tijdens deze intense maand hier. Vorige herfst speelde ik hier voor het eerst in het voorprogramma van Get Well Soon en in mei ben ik support act voor Agnes Obel in kleine clubs en cultuurcentra. Zo leer ik het land wel kennen. Gisteren had ik een dag vrij en heb ik in Brussel wat rondgelopen. Ik hou van de open sfeer die hier hangt. Het lijkt me een echt vriendelijke stad.

Je naam klinkt Frans, maar je bent de zoon van een Boliviaanse vader en een Chileense moeder… Wat is je echte naam?
Ik heet echt David Lemaitre. Als ik een artiestennaam had willen aannemen, had ik wel iets gekozen dat beter in het geheugen blijft hangen dan mijn echte naam. Waarschijnlijk heb ik ergens Franse voorouders, die lang geleden naar Bolivia trokken om zich daar te gaan vestigen.

Op het eerste gehoor blijft je muziek gespeend van Zuid-Amerikaanse invloeden. Enkel de fluit in The Incredible Airplane Party  en de ritmes van sommige songs verraden iets van je achtergrond.
Ik wil ook absoluut geen Latinmuziek maken, maar in mijn muziek zit een onbewuste mix van restjes uit mijn kindertijd en zaken die ik later leerde kennen. Mijn moeder zong vaak traditionele liederen uit Bolivia, Chili en Argentinië, maar via mijn vader leerde ik veel seventiesrock kennen. Later raakte ik geïnteresseerd in elektronische muziek en dat allemaal komt samen in mijn muziek.

Ik hou inderdaad vooral van de ritmische benadering van Latin en durf die te gebruiken als ik met elektronica aan de slag ga. Aan het eind kom ik dan tot wat ik zelf zou classificeren onder "intieme pop”.

Na je studies verhuisde je naar Duitsland, naar Berlijn om precies te zijn. Hoe kwam je daarbij?
Eigenlijk koos Berlijn mij, eerder dan dat ik Berlijn koos. Ik ging als kind naar een Duitste school in Bolivia en toen ik naar Duitsland verhuisde, heb ik eerst in een vijftal andere plaatsen gewoond. Maar al mijn vrienden, de mensen waarmee ik muziek maakte, leken naar Berlijn te trekken en ook ikzelf miste het gevoel van een metropool waar van alles gebeurt.

Berlijn is een zalige stad met een zeer open geest. Je voelt je er overal welkom. Toen ik hier gisteren door de stad liep, herkende ik diezelfde sfeer, maar dan natuurlijk met een andere stijl. Je kan hier en in Berlijn ergens binnenstappen en meteen wordt je opgenomen in wat mensen aan het doen zijn.

Is Berlijn belangrijk voor je muziek zoals het dat eerder was voor illustere voorbeelden als Bowie, U2, Iggy Pop en Lou Reed?
(lacht) Wel, ik heb nog niet met David of Bono gesproken, maar ik weet dat ze een heel intense periode beleefden in Berlijn. En ik wil het zeker niet opblazen tot grote romantische proporties, maar het is wel zo dat er een kleine stroming is van denkers en doeners, van muzikanten en andere kunstenaars en ik heb het geluk die tot mijn vrienden te mogen rekenen.

Ik behoor echt tot die scène. Ik speel muziek met twee vrienden. De ene speelt viool, cello en synthesizer en de andere is creatief met elektronica en bouwde zelf een bassdrum uit een koffer. Die jongens lopen niet op platgetreden paden. Ze bouwen hun instrumenten zelf. Zo maakten ze een synthesizer met oude wijnflessen, die blijven slingeren waren. Mocht Berlijn een leeftijd hebben, dan zou ze nog niet volwassen zijn. Ze zou zo rond de twintig jaar zijn. Zo voelt het en dat voelt goed.

Je bent duidelijk niet bang om te reizen. Wat is je favoriete vorm van transport?
Oh, met stip op één staat de trein. Het is de meest vredevolle manier van reizen ter wereld. Je ziet alles aan grote snelheid voorbijkomen door het raam terwijl je zelf rustig in je zetel zit. Het heeft iets kalmerends.

We moeten ook vaak met de auto rijden, wat ik helemaal niet zo leuk vind. Reizen met het vliegtuig vind ik ook niet leuk met die drukte op de luchthaven. Maar soms komt er wel iets goeds uit. Je verwees al naar The Incredible Airplane Party. Die song schreef ik nadat ik uit een droom wakker werd op een vliegtuig.

Je hebt ook een song over een trein, maar ik denk niet dat Pandora Express een bestaande trein is.
(lacht weer) Inderdaad niet. Pandora Express is een song over een lange-afstandsrelatie, iets wat ik ontelbare keren heb meegemaakt in mijn vriendenkring. Ik ben tot de ontdekking gekomen dat, als je je dromen wil waarmaken, je vaak ergens naartoe moet reizen en dan raak je wel eens verwikkeld in zo’n relatie.

Dat is eigenlijk ook het hoofdthema van de plaat: de afstand tussen mensen. Zelfs als je samenleeft met iemand, blijft er altijd nog een afstand, die je nooit kan overbruggen. Ofwel heb je je familie aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, of je liefje woont in een andere stad. Al die relaties interesseren en inspireren mij en Pandora Express gaat over het streven naar de best mogelijke tijd samen in het besef dat je morgen een trein moet nemen naar ergens ver weg.

Ook met de titel van je album, ‘Latitude’ verwijs je naar iets aardrijkskundigs.
Ja, 'Latitude' kan twee dingen betekenen: het zegt iets over hoe noordelijk of zuidelijk een plaats ligt op de aarde, maar het kan ook verwijzen naar een weidse, open vlakte. Het verwijst dus ook weer naar afstand, maar ook naar het luchtige, weidse karakter van de muziek die ik maak. Ik wil mijn muziek niet dichtplamuren of zwaar maken, maar wel intensiteit creëren in zachter klinkende songs. Ik heb ook meer uptempo songs, maar ik hou van een zekere kalmte en rust. Latitude was een woord waarin al deze dingen gereflecteerd werden voor mij.

In 2010 kwam je ep ‘Valediction’ uit met vijf songs erop, waarvan er vier ook weer opduiken op je debuutalbum. De laatste jaren was je niet echt productief?
(schrikt een beetje) De songs op mijn ep waren de eerste die ik ooit heb opgenomen. Daarvoor speelde ik in kleine cafés en de ep werd opgenomen in een kleine studio waar ik alle instrumenten zelf speelde. Ik begon daarna die ep uit te delen en te verspreiden in die cafés, maar de songs raakten nooit wijd verspreid. Toen we de laatste hand legden aan dit album vond ik dat deze songs deel uitmaakten van de reis die het album voor mij was. Ze pasten niet allemaal, maar het voelde wel coherent aan om zowel de oude als de nieuwe songs bij elkaar te plaatsen. Ik speel die songs ook allemaal nog live en ja, ik wou de mensen tonen wie ik ben en waar ik vandaan kom.

Een van die oudere nummers is Jacques Cousteau. Waarom noemde je die song naar hem. In de tekst heb je het nergens over de zee.
De song gaat inderdaad niet over hem, maar ik vond het wel straf dat die man heel zijn leven doorbracht op een boot en dat hij met zijn onderzeeboot op verkenning ging naar de duistere dieptes van de oceaan en daarbij alsmaar dieper wou gaan. Ik vond dat dan ook een mooie metafoor voor iemand die alsmaar dieper wil gaan in een relatie met iemand anders. Het is dus heel abstract.

Een songtitel bedenken, is zoals een naam bedenken voor een baby die op komst is. De ouders kiezen uit de duizenden namen die er bestaan diegene die voor hen iets betekent, die goed voelt. De naam Jacques Cousteau paste voor mij bij deze song door alle connecties die ik legde tussen het streven van die marine-bioloog en het verhaal van deze song die gaat over een scheiding.

Het album opent met Megalomania, een vrolijk nummer waarin je wel oproept tot revolutie. Wat voor een revolutie hebben wij nodig?
De song gaat over bewustwording, maar ik hou wel van dat contrast met de muziek. Op de radio wordt hij vaak aangekondigd als een zomers nummer, maar in de tekst heb ik het over een kleine storm, die zich opbouwt binnenin. Ogenschijnlijk gaat alles goed en is iedereen gelukkig, maar ergens diep binnenin voel je dat er iets niet klopt. Ook in de clip die binnen een paar weken uitkomt, vertel ik dat verhaal. Ik roep niet op tot een politieke revolutie, maar wel tot een innerlijke revolutie. De song gaat over hoe je jezelf vorm geeft.

In deze tijden waarin iedereen wat op zichzelf gericht is, mis ik iets. Overal waar ik kwam, voelde ik dat. Het zal misschien wat melig klinken, maar op Facebook bijvoorbeeld doen we elke dag zo ons best om ons van onze beste kant te tonen. Ik doe dat ook, maar ergens klopt dat beeld niet met hoe we werkelijk zijn. Daarom koppel ik dat gelukkige gevoel van de muziek aan een zekere triestheid.

In je bio staat dat je geïnspireerd bent door Sylvia Plath en het toeval wil dat ook The Leisure Society nu een song (The Sober Scent Of Paper) aan haar opdroeg.
Werkelijk? Ik speelde nog met hen in Antwerpen eergisteren. Dat wist ik niet. Wat een mooie titel. Ik ga er zeker eens naar luisteren. Weet je, een gedeelte van het album is ook geïnspireerd door… - ik noem het niet graag tragedie – maar Sylvia Plath en Nick Drake hadden een leven waarin melancholie een grote rol in speelde. Deze mensen spraken in hun kunst met een waarachtige, maar droevige stem en toen ik het boek ‘Ariël’ van Sylvia Plath las, ontdekte ik een nieuwe diepte in teksten en ik was echt onder de indruk.

Tegelijk ontdekte ik parallellen tussen haar leven en dat van Nick Drake en daarom wou ik ook een cover van River Man, één van mijn favoriete songs aller tijden op de plaat hebben. In die song hoor je hetzelfde verlangen als dat van Sylvia Plath en ik wil die ook ontwikkelen in mijn eigen muziek.

Je brengt inderdaad een niet voor de hand liggende cover van Nick Drake, voor veel mensen een heilige.
Ja, met Spirals startte ik een gedachte en met River Man kon ik die gedachte afsluiten. De twee songs gaan min of meer over hetzelfde: het verlangen naar schoonheid en de droefheid die daarmee gepaard gaat.

Aan het eind van River Man horen we een vrouw op hoge hakken wegstappen. Waarom gebruikte je die sample?
Ik hou van het geluid van hakken op beton.! Maar eigenlijk is het geen vrouw, maar een van mijn vrienden die laarzen droeg met harde hakken. Hij loopt door het steegje waar wij de plaat opnamen. Ik hou van het beeld van iemand die gaat sterven ("Seeing the river man" verwijst naar de veerman, die overzet op de rivier Styx, een beeld uit de Griekse mythologie) en iemand die gewoon wegwandelt.

Ik heb lang nagedacht over wat het laatste gevoel, het laatste geluid van de plaat moest zijn. Ik wou niet één instrument de plaat laten afsluiten of gewoon een song uitspelen. De uitstervende voetstappen sluiten het album mooi af.

Je beleeft nu een drukke periode om het album overal te gaan promoten, maar wat ga je daarna doen? Je zingt zelf: “Yesterday lies a million years ago” en eens zal deze plaat tot het verleden behoren. Waar zie je jezelf als mens en als artiest over een jaar staan?
Interessante vraag, want mocht je mij dezelfde vraag vorig jaar gesteld hebben, zat ik middenin het opnameproces. En nu ben ik gewoon heel gelukkig en blij dat ik de kans krijg om mijn muziek te laten horen. Eigenlijk kijk ik alweer uit naar de volgende, creatieve periode, maar om eerlijk te zijn: ik neem het leven met kleine hapjes tegelijk. Ik kijk niet echt vooruit. Ik heb geen flauw idee wat ik over twee, drie jaar ga doen. Ik maak geen plannen eigenlijk. Ik probeer echt te genieten van dit moment, van deze plaats. Ik zie wel waar ik uitkom. Het enige waar ik nu mee bezig ben is muziek maken en dat is voor mij een droom die uitkomt.

Tourdata van David Lemaitre vind je hier.

14 mei 2013
Marc Alenus