Crystal Fighters - Wij kunnen niet doen alsof

Bizar, mysterieus, extatisch, energiek en intens. De muziek van Crystal Fighters is lastig te omschrijven. Vernieuwend, dat zeker. Hun debuutalbum ‘Star Of Love’ overtuigt door een briljante mix van dromerige kampvuurmuziek (The Plage) en keiharde dubstep-techno (I Love London). Live vertaalt zich dat in een zweterige show vol hedendaagse dancemuziek en traditionele Baskische instrumenten. Maar zo energiek ze op een podium staan, zo rustig zijn de mannen van Crystal Fighters ernaast. Amper twee uur voor hun optreden in een uitverkochte AB-Club hadden wij een gesprek met zanger Sebastian Pringle en gitarist Graham Dickson, die samen met Gilbert Vierich de vaste kern van Crystal Fighters vormen. Van zenuwen is er geen sprake.

Wij kunnen niet doen alsof



Vanavond spelen jullie voor tweehonderdvijftig man. Het wordt een intiem concert. Spelen jullie niet liever voor zoveel mogelijk mensen?
Graham
Dickson: Ik vind het juist geweldig als we in een kleine zaal spelen. Ik hou er enorm van wanneer er niet echt een scheiding is tussen ons en het publiek. Dat je de mensen kan tellen, dat je hun gezichten kan zien, de emoties van hun gelaat kan aflezen.
Sebastian Pringle: De laatste tijd hebben we niet alleen het aantal toeschouwers, maar ook de beleving van ons publiek zien toenemen. De mensen kennen de nummers, kunnen de teksten meezingen… Een tijd terug speelden we in Glasgow voor niet meer dan honderd man. Dat moet zowat de kleinste show geweest zijn sinds de release van ons album.
Dickson: Spelen voor een heel groot publiek op een enorm podium, geeft natuurlijk een kick, maar de band die je met het publiek kan opbouwen in kleine plaatsen zoals hier maakt het echt boeiend. Niet zo lang geleden stonden we op de PIAS Nites in Tour & Taxis: een superavond in het gezelschap van onze vrienden van PIAS. Een ongelooflijke plek ook, die loods. Maar het publiek stond zo ver!

Wij omschreven jullie na dat optreden als hippies, die in de verkleedkasten van 'Pirates Of The Caribbean' hebben zitten snuisteren. Vanwaar die vreemde outfits?
Dickson: Het hoort bij het verhaal dat we als Crystal Fighters brengen: een bizar, eigenzinnig verhaal over de aard van het bestaan en de betekenis van liefde. We hebben heel wat te zeggen, en we doen dat graag theatraal. Het moet boeiend blijven voor de mensen.
Pringle: Wij staan op een podium om de mensen te entertainen, om hen de tijd van hun leven te geven. Het hele plaatje moet kloppen. We combineren traditionele, Baskische folkmuziek met hedendaagse dansmuziek. Van zodra we onze kostuums aantrekken, worden we Crystal Fighters. Dat is onze passie, ons leven! Om het verhaal geloofwaardig te laten overkomen, dienen we er geloofwaardig uit te zien. Om de sound geloofwaardig te laten klinken, dienen we de typische instrumenten uit het Baskenland te gebruiken, zoals de Txalaparta.

Wat is eigenlijk het verhaal achter die Txalaparta? Is het echt een instrument? Het ziet er eerder uit als twee stokken waarmee je op houten balken slaat.
Pringle
: (lacht) Nee hoor, het is echt een authentiek, traditioneel instrument uit het Baskenland. Het ontstaan van het instrument moet in de wereld van de cider gezocht worden. Vroeger - misschien nu nog - maakten ze veel appelcider in de bergen van het Baskenland. Om de appels te pletten, gebruikten ze twee houten stokken. En als de cider klaar was, moesten de inwoners van het heuvelachtig landschap verwittigd worden. Dat deden ze door met die stokken op houten tonnen te kloppen. Dat zijn de stokken die wij nu gebruiken om onze typische, ietwat Kuduro-achtige, Afrikaanse oergeluid te creëren. Maar het was dus eerst een communicatiemiddel voor het een instrument werd.

Wat opvalt, is de rol die Gilbert live vertolkt. Door zowel gitaar en Txalaparta te spelen als de synth en computer te bedienen, lijkt hij de verpersoonlijking van de unieke sound van Crystal Fighters te zijn.
Pringle
: Zo had ik het nog niet bekeken: Gilbert als uithangbord van Crystal Fighters. Ja, waarom niet? Maar het is waar dat we traditionele, Baskische instrumenten verenigen met de nieuwste genres in de dancemuziek. Dat is ons handelsmerk geworden, onze sound.

Brussel is de eerste stop van jullie Europese tour. Vanaf vandaag tot midden juni spelen jullie bijna elke avond. En dan moeten de festivals nog komen. Staan jullie nooit op met de gedachte: "Fuck it, vandaag heb ik er echt geen zin in."?
Pringle
: Zelfs als dat het geval zou zijn, verdwijnt dat direct als we op het podium stappen. Wat wij doen is onze passie. De energie die we elke keer in onze show steken, komt uit het publiek. Dat zijn mensen die speciaal voor ons daar zijn. Dat is niet niets. We hebben ook geen andere keuze dan voluit te gaan. Iedere keer opnieuw. Want als we goed willen klinken, moeten we alles geven. Onze muziek eist dat. We kunnen de emoties niet faken, niet doen alsof. Wij spelen opzwepende, emotionele, exotische, energieke dancemuziek. Die kan je niet lusteloos brengen.

Jullie hebben intussen ook een drummer aangetrokken voor de liveshows. Voelen jullie je nu meer een echte band?
Dickson: Zeker! In het begin zochten we vooral naar interessante, computergedreven beats. Daarop probeerden we dan wat te rappen. I Love London is daar een mooi voorbeeld van. Dat nummer is gemaakt in de beginperiode. Het is zelfs het eerste nummer dat we hadden. Vandaar dat het een buitenbeentje is op het album. Nadien zijn we geëvolueerd naar echte songs, naar een eigen stijl. Een drummer tijdens de liveshows geeft ons veel meer ruimte om onze nummers live te brengen zoals wij dat willen. En er is extra variatie mogelijk. We denken nu veel meer als band dan vroeger.
Pringle: Op de plaat hebben verschillende gastzangeressen meegewerkt. Dat gebeurde min of meer vanzelf. Wij worden in ons dagelijks leven continu omringd door talentvolle muzikanten. Het zou zot zijn om daar geen gebruik van te maken. Ze zijn bronnen van inspiratie, én ze brengen iets bij. Natuurlijk kunnen we niet iedereen meenemen op tour, dus daar moeten we keuzes maken.

Klopt het dat jullie samen onder één dak wonen?
Dickson: Ik ben net verhuisd! Sinds gisteren, dus dit is exclusief nieuws. Als je samen muziek maakt, aan nummers werkt en repeteert, is samenwonen fantastisch. Maar nu ons album uit is en we continu samen onderweg zijn om te touren, wordt het toch wat veel. Als je de hele dagen samen op de tourbus zit, wil je wat tijd en plaats voor jezelf bij thuiskomst. Het leek mij het beste om apart te wonen, mijn eigen plekje te hebben. We zijn als broers voor elkaar, maar ik wou vermijden dat de Crystal Fighters tot Fighting Brothers zouden verworden.

Tot slot: mocht je één plek op aarde mogen kiezen om te spelen, waar zou je dan graag een show geven?
Pringle
: In de jungle in Afrika! Dat moet echt geweldig zijn. Onze muziek heeft iets dierlijks, iets aards. Spelen in het midden van de natuur, dat moet fantastisch zijn!
Dickson: Maar dan wel na middernacht. Ik hou ervan als het donker is wanneer we spelen. Bovendien komt er dan iets los bij de mensen, al dan niet met behulp van externe middelen, waardoor ze sneller uit de bol gaan op onze muziek!

Crystal Fighters staat op zaterdag 20 augustus op Pukkelpop.

1 juni 2011
Micha Pycke