Champs - De tweede plaat wordt nog beter dan de eerste

Op tournee doorheen Europa hield Champs even halt in Brussel op het hoofdkwartier van [PIAS]. Daar troffen we David Champion (zijn echte naam), de helft van Champs voor een snelle babbel vooraleer het broederpaar alweer de tourbus op ging richting Duitsland.

De tweede plaat wordt nog beter dan de eerste



Champs is een relatief nieuwe band. Wat moeten we van jullie weten?
David Champion: Champs bestaat uit mijn oudere broer Michael en mezelf. Onze familienaam is Champion, vandaar de bandnaam dus. We zijn afkomstig van The Isle Of Wight, een eiland net voor de zuidkust van Engeland en wonen nabij Ventnor, een klein dorp helemaal in het zuiden van het eiland. We zaten beiden al in bands voor we samen Champs vormden. De muziek die we nu maken, is een mengeling van klassieke leftfieldpop met een melancholische twist en redelijk romantisch.

Een jaar geleden pikten we jullie song St. Peter’s op en vielen direct voor de sound. Was die song jullie “ticket to fame”?
Het was zeker de eerste song, die veel aandacht kreeg. We namen het eigenlijk al heel lang geleden op als demo. Op de een of ander manier was die bij Dermot O' Leary geraakt, een dj bij BBC 2 en hij begon de plaat te draaien zonder dat wij van iets wisten.

Nadat de song een aantal maanden zowat elk weekend werd gedraaid, vroeg iemand ons of we op de hoogte waren dat onze song al een aantal keren op de radio was geweest. Wij hadden dus geen idee.

Nog iets later vroeg diezelfde Dermot O’ Leary ons om een sessie te komen opnemen. Uiteraard gingen wij in op die uitnodiging, ook al hadden we toen nog maar net besloten om samen muziek te gaan maken. Die song was dus zeker een sleutelmoment. Toen we lucht kregen van het enthousiasme van O’ Leary begonnen we te denken dat ons project wel eens interessant genoeg zou kunnen zijn voor velen.

In dezelfde periode kwam er ook interesse van labels die ons voorstelden om een album te maken terwijl we nog niet eens een bandnaam hadden. We bewaarden tot dan toe de songs die we samen schreven op de computer onder het mapje “Champs” omdat dat onze bijnaam was op school. Toen O’ Leary dat hoorde, begon hij ons ook “Champs” te noemen en zo lanceerde hij meteen de naam.

De enige band die ons te binnen schiet, afkomstig van Isle Of Wight, is eightiesband Level 42. Zijn er nog andere bands?
Een muziekscene is er niet echt. Er zijn wel redelijk wat bands, maar op het hele eiland is er geen enkele zaal waar we kunnen spelen. Als we willen optreden, moeten we naar Engeland en nog liefst naar London zoals wij deden.

Er is nog wel een actieve, bekende band: The Bees (ook wel The Band Of Bees genoemd, nvdr). De frontman van die band, Paul Butler, is een heel goede vriend van ons. Samen hangen we veel rond in de artiestenwereld van Ventnor, maar we missen echt een zaal. Als er iemand die zou openen, zouden we er samen optredens kunnen spelen en elkaar muzikaal bevruchten.

 “Champs” is niet meteen de meest dankbare naam om te googlen. Nooit spijt gehad van die keuze?
Nee hoor, als je slim genoeg bent, typ je “Champs official” in. Dan kom je zo waar je moet zijn: op onze Twitteraccount of op onze website die “Champschampschamps” heet.

Op 24 februari komt jullie eerste album ‘Down Like Gold’ uit en afgaande op een playlist op YouTube die jullie maakten, staan daar alvast vier songs op die we al kennen, niet?
Klopt helemaal: St. Peter’s, Savannah, Down Like Gold en My Spirit Is Broken komen alle vier op de plaat. Er komen ook nog een paar bonustracks aan in verschillende vormen: een 7” van een van de bonustracks bijvoorbeeld en andere. We hebben al iets van een vijfendertig songs klaar en willen eigenlijk zo snel mogelijk een tweede album uitbrengen. Door zoveel mogelijk muziek te releasen willen weconstant in de aandacht blijven. Dat is nodig tegenwoordig.

Op Soundcloud vonden we nog een song: Only A Bullet Knows Where To Run. Staat die ook op het album?
Jazeker! Dat is een van de meer abstracte songs, meer een muziekstuk dan een echte song met niet veel meer dan bas, drums en een pianoriff. Het was een heel leuke song om op te nemen in de studio. Het heeft een speciale energie in zich waardoor het een van de meer “ongewone” songs op de plaat is.

En wat met Pretty Much (Since Last November) dat we op Spotify vonden?
Ik denk dat dat ook op het album staat, maar het was oorspronkelijk een b-kantje van een beperkte uitgave van St. Peter’s. We gaan St. Peter’s trouwens opnieuw uitbrengen als single. We maakten er een nieuwe clip bij in de Alpen en we zijn er dolenthousiast over. De song gaat over een periode van oorlog en draagt gevoelens van verlies en verdriet in zich. Het gaat ook over “niet willen vechten”. Beeld je een Russische winter tijdens de oorlog in en je komt in de buurt.

Als het over de onwil tot vechten gaat, is het wel vreemd dat er een bokser op de cover van het album staat. Die is overigens ook geschilderd in de kleuren van de Russische vlag. Toeval?
Ja en nee. Het komt gewoon allemaal mooi samen. Het past gewoon bij het esthetische gevoel, dat de plaat wil oproepen. De bokser is eigenlijk een portret van de grootvader van een van onze vrienden, die kunstschilder is. Zijn grootvader was bokser, maar hij diende ook bij de marine.

Boksen is een gracieuze, nobele sport. We houden niet van geweld, maar als je die wegdenkt, is het een mooie sport. Het is bijna zoals dansen. Het is eerder rondfladderen als een vlinder om dan te steken als een bij.

Jullie fladderen veel rond op sociale media als Facebook, Instagram, Tumblr, Twitter en YouTube. Is de interactie met fans iets dat jullie belangrijk vinden?
We doen het omdat we het leuk vinden, niet omdat iemand gezegd heeft dat het goed voor ons zou zijn. We delen graag waar we mee bezig zijn. We touren graag en nemen dan massa’s foto’s die we dan ook graag delen. Het is dus puur amusement.

Op jullie Tumblr staat een fragment van Mad Girls Love Song van Sylvia Plath, iemand die zelf heel diep in melancholie dook. Net als Nick Drake.
Ik ben blij dat je dat opmerkt. We zijn geweldige fans van beiden, vooral van Drake dan. ‘Pink Moon’ is een van de essentiële albums waar we naar luisterden toen we jong waren. Het was een geweldige plaat die me doorheen een verschrikkelijk saaie winter aan de universiteit hielp.

My Spirit Is Broken en Savannah zijn niet zo traag als St. Peter’s en Down Like Gold  maar ook zij hebben een laag melancholie in zich. Hoe komt dat?
Wij houden zelf van muziek die tegelijk triest en vrolijk is. Het is moeilijk om een combinatie van die twee te vinden die in evenwicht is, maar als het lukt, is het geweldig en bijzonder krachtig. Als je een song kan maken die zowel genietbaar is op een zonnige dag in een cabrio, maar ook goed klinkt als je intriest bent, heb je goud in handen. Daar streven wij naar.

Hoe is de rolverdeling tussen jou en je broer binnen de band?
Michael zingt altijd de eerste stem en is gitarist. Ik doe vooral de harmonieën en speel ook gitaar. Soms spelen we als trio, soms zelfs als kwartet of kwintet, afhankelijk van het soort show dat we willen brengen. Maar op de plaat staan alleen songs die mijn broer schreef in het verleden. Tijdens de opnames begonnen we samen te spelen met andere mensen en schreven we meer songs. Op de tweede plaat zullen hopelijk ook een paar van mijn songs staan.

Jullie touren vrij intensief de laatste tijd en Brussel lijkt jullie te bevallen. Jullie spelen hier namelijk twee shows in februari en in maart zijn jullie alweer terug voor [PIAS] Nites. In Nederland lijken jullie niet te spelen.
Vandaag zijn we in Brussel, net terug uit Parijs. Daarvoor waren we Hamburg en nu gaan we weer terug naar Duitsland, maar we doen dat graag. Hoe meer shows hoe liever. We krijgen leuke plaatsen te zien en ontmoeten interessante mensen.

We spelen ook heel graag op het vasteland. In Londen gaat het publiek meer uit om zich lazarus te drinken en te praten met vrienden. Hier lijken ze meer echt te luisteren, ook al kennen ze ons niet. En we spelen ook in Nederland, hoor. Op 16 maart staan we in Paradiso. Daar kijken we ook naar uit. Vorig jaar stonden we trouwen ook een of twee keer in Nederland.

Elke dag krijgen we tegenwoordig wel festivalnamen op ons bord, maar jullie zijn daar nooit bij. Houden jullie niet van festivals?
Toch wel. We zouden heel graag op het Pitchfork Festival staan in Parijs en Lowlands lijkt ons ook wel wat. In augustus staan we in Duitsland op het Haldern Pop Festival en even daarvoor spelen we op Secret Garden Party in Engeland. Daar hebben we al veel goede dingen over gehoord.

Ook op The Isle Of Wight hebben we een festival: Bestival. Daar stonden we al eerder en we hopen er weer te staan. Organisatoren mogen ons trouwens altijd bellen. We hopen nog heel wat festivals aan ons lijstje toe te voegen.

Waar zal Champs staan over een jaar?
Wie weet? Hopelijk houden de mensen van ons debuutalbum en kopen er een paar mensen de plaat ook echt. We willen tegen dan ook nog altijd gevraagd worden voor liveshows en vooral niet meer als voorprogramma dienen. Tegen dan zullen de opnameplannen voor de tweede plaat hopelijk al heel concreet zijn. Die wordt nog beter dan de eerste, dat staat al vast.

Champs staat op 15 maart op [PIAS] Nites. Een dag later staan de broers dus in Paradiso.

Luister hieronder naar Champs:

'Down Like Gold'-playlist.

O'Leary sessie voor BBC 2

Soundcloud pagina van Champs

5 maart 2014
Marc Alenus