Augustines - Bevrijd

Net voor hun optreden in het voorprogramma van Noel Gallagher & His High Flying Birds in Vorst Nationaal hadden we een gesprek met Bill McCarthy en Eric Sanderson van Augustines. Normaal heb je voor een interview een pak vragen nodig, maar deze twee bleken even openhartig in de zetel van de backstage als op het podium en we kregen dan ook heel wat informatie los over het komende album ‘This Is Your Life’.

Bevrijd



De openingszin van het album is “Are we alive? Or are we just kidding ourselves?" Is de vraag gericht aan de dame in de song Are We Alive? of zit er meer achter?
Bill McCarthy: Het is een mooi thema, vind ik. Het gaat over verwondering over ons leven, ons lichaam, maar ook over de politieke toestand in de States. Gebeurt het allemaal echt?

Eric Sanderson: Het is echt interessant. Als je om je heen kijkt en je ziet hoe alles evolueerde sinds we begonnen aan de plaat en nu, dan stellen we ook zelf vast dat deze plaat verschillende betekenissen kreeg. Toen we er aan begonnen, was ik vooral bezig met het effect dat sociale media op ons hebben. Ik zag overal mensen die hun leven op hun telefoon leefden en niet op de plaats waar hun lichaam zich bevond.

Gaandeweg kreeg de plaat een politieke lading. Als we het succes zien van Donald Trump, dan hebben we zoiets van: hé, wordt eens wakker! Leven jullie wel? Kan dit echt? En dan is er ook het thema van eenzaamheid dat doorheen de plaat zit als een rode draad. Bill schrijft alle teksten, maar het is interessant om te ontdekken dat zelfs ik er soms een totaal andere betekenis aan geef. Dat is eigenlijk heel mooi, want dat betekent dat iedereen er iets in kan vinden dat voor hem / haar belangrijk is.

We zouden alleen over Trump en Obama al een middag kunnen praten, maar laat ons bij de plaat blijven. In the video voor Are We Alive introduceren jullie een zekere Jeffrey Johns, die mij deed denken aan onze “festivalman”.  Waarom kreeg deze zonderling de hoofdrol in jullie clip?
McCarthy: Jeffrey Johns zou ik omschrijven als een “one-man sold out show”. Toen we bezig waren met het thema van “je leven ten volle leiden”, moesten we denken aan Johns die ons onmiddellijk voor de geest kwam als de meest levendige persoon die we kenden.

Johns daagde al op vanaf de eerste live shows in Bristol en telkens we daar speelden, was hij present. De eerste keer speelden we voor amper dertig mensen, maar deze gigant vulde heel de zaal met zijn aanwezigheid. Iedereen, die achter hem staat, ziet niets van de show, maar iedereen tolereert hem. En wij begonnen ons af te vragen: wie is die kerel? Bleek hij elke avond naar een optreden te gaan: zeven dagen op zeven, driehonderddrieënzestig shows per jaar. Ongelooflijk!

Gaandeweg, terwijl we naar de top streefden als band, beseften we: er is niets aan de top. Het leven gaat over tevreden zijn met wie je bent. En als je dat streven naar de top vergeet en je kijkt om je heen, dan zie je mensen als Jeffrey. En je weet: hij heeft problemen, net als iedereen, maar hij koos voor iets positiefs als muziek om daar helemaal in op te gaan en dan weet je: wij zijn net als hij.

Nogal wat songs gaan op het eerste gehoor over liefde, maar zoals je al zei, lijkt er een diepere betekenis in te zitten. Streef je daar bewust naar?
McCarthy: Woorden zijn als verf. Je hebt alle kleuren. En hoe krijg je al die kleuren? Door te leven. Je zet je antenne op en stelt jezelf open voor alle indrukken. En als je dan die woorden gebruikt om een verhaal te schrijven dat je na aan het hart ligt, zoals over een relatie of zo, dan heeft dat voor jou een betekenis. Maar dezelfde kleuren betekenen iets anders voor iemand anders. Ze zien hun eigen schilderij.

Ons eerste album bevatte thema’s als blijven en weggaan. En dat leek romantisch, maar eigenlijk ging het over de dood van mijn broer, over mijn moeder en over New York, dat een heel kapitalistische stad is. Ik ging daar wonen, maar ik voelde me verloren in de wereld van Wall Street en het grote geld. Je probeert vol te houden, maar je voelt je weggeduwd worden in ofwel het water ofwel Queens. Veel mensen eindigen er in de goot.

‘Rise Ye Sunken Ships’ ging dus eigenlijk over overleven als een muzikant en over mijn familie. Als je naar die plaat luistert als een moeder in plaats van als een verliefd iemand, hoor je er dan ook helemaal andere dingen in. En ja, ik vind het de verantwoordelijkheid van een tekstschrijver om weg te blijven van niet te voor de hand liggende dingen.

Jullie eerste album was zeker het meest persoonlijke, maar ook deze derde heeft een paar songs waarop je je hart uitwringt. Zullen jullie ooit een vrolijk album maken?
McCarthy: Dat proberen we eigenlijk elke keer weer! (lacht) We houden bijvoorbeeld heel erg van wereldmuziek. We luisterden onlangs naar Bob Marley. En dat is zo’n iconische figuur dat je hem eigenlijk onderschat. Je vergeet hoe belangrijk hij is geweest. Zijn teksten gaan over het getto, zijn gemeenschap, armoede, de wereld in het algemeen en hoe we elkaar slecht behandelen. Maar zijn muziek klinkt feestelijk! En die spreidstand vind ik heel interessant.

In Westerse muziek heb je dat niet zo, maar als je naar blues luistert, dan klinkt die vaak opgewekt terwijl de teksten over de diepste shit gaan die je je maar kan voorstellen. Die tegenstelling zit ook in onze muziek. Wij zijn eigenlijk vrolijke Fransen die enthousiast zijn over cultuur en muziek. Ik ben bijvoorbeeld enorm blij met de manier waarop Eric bas speelt op deze plaat. Het vereist enorm veel ervaring om te doen wat hij deed op deze plaat en hij zorgt ervoor dat je echt zin krijgt om te dansen.

En toch, zoals je al zei, gaan de teksten vaak over eenzaamheid, je verloren voelen, geïsoleerd zijn. Er spreekt ook een gevoel van hoop uit, maar dan wel alsof het berustend is. Alsof het de enige optie is.
Sanderson: Hmm, interessant. Ja, eenzaamheid en isolatie zijn overal en relevant dezer dagen met ons online leven en onze pc’s. Geen mens in de wereld met een computer die het gevoel niet kent van zich alleen te voelen terwijl hij eigenlijk verbonden is met miljoenen.  Door het verzamelen van reacties en vind-ik-leuks proberen ze dat gevoel te verjagen, maar dat lukt niet.

Eenzaamheid heeft altijd bestaan, maar tegenwoordig heeft het zo’n dimensie aangenomen dat het overal is. Wij proberen dat te kaderen. Op onze eerste plaat kwamen we uit de kast, bijna zoals iemand die homo is en zegt: dit ben ik; aanvaard het maar; ik heb de moed om mezelf te zijn. Op de tweede was onze boodschap meer iets van: kijk, we zijn genezen. We zijn gelukkig! En twee jaar later beseften we dat dit niet het geval was. We kampen nog altijd met gevoelens van onzekerheid en eenzaamheid.

Op deze plaat gaat het van: ok, zo zit het leven dus gewoon in elkaar. Geluk en verdriet horen erbij. Het leven is verwarrend. We aanvaarden het. In Hold Me Loneliness schreef Bill daarover. Het heeft geen zin om dat te verbloemen door een fake, online leven op de sociale media, door te vluchten in verslaving of zoiets. Leef in het moment! Ben je verdrietig op dit moment? Dat is ok. Dat hoort er soms bij. Ben je gelukkig op dit moment? Geniet ervan. We zijn mensen.

Interessant, inderdaad. Hier bij ons hebben we een filosoof, Dirk De Wachter, die net hetzelfde zegt: we moeten stoppen met het streven naar het absolute geluk. Dat bestaat niet.
McCarthy: Die moeten we leren kennen!
Sanderson: Klinkt als een coole kerel. (lacht)

Op ‘Augustines’, jullie tweede album, introduceerden jullie Afrikaanse ritmes. Dat doen jullie opnieuw op deze derde plaat met May You Keep Well en Running In Place.
McCarthy: Eigenlijk is dit ons vaarwel-album. Vanaf nu willen we alleen nog wereldmuziek spelen (lacht). Nee grapje. Als we die invloeden gebruiken, is dat uit pure bewondering voor de Afrikaanse cultuur. Het westen denkt - grappig genoeg - dat zijn cultuur oppermachtig is, maar als je niet-westerse muziek bestudeert, merk je hoe complex die ritmes zijn.

Het westen lijkt zich op te sluiten in zijn eigen kleine buurt en kijkt niet vaak over de grens, omdat dat veilig en comfortabel lijkt, maar wij vinden dat daar heel veel te beleven en te ontdekken valt. Joe Strummer dacht daar ook zo over, zoals blijkt uit de documentaire die ik over hem zag. We voelen ons heel erg verwant met hem. Niet alleen omdat hij ook verkondigde dat een muzikant maar een gewoon mens is zoals iedereen in zijn publiek, maar ook omdat hij als dj bij een vrije radio het westen heeft laten kennis maken met muziek van over heel de wereld.

Sanderson: Ik woonde een tijd in Ghana en, als je luistert naar die muziek, dan kan je die alleen maar bewonderen.

McCarthy: In de VS is het erg gesteld. Ook wat films betreft bijvoorbeeld. OK, Audrey Tautou kennen ze misschien wel, maar Pedro Almodóvar niet. En eens je de schoonheid ontdekt van bijvoorbeeld een Kurosawa of een Edith Piaf, dan kan je gewoon niet terug! Er is zoveel moois buiten je vertrouwde wereld! En dat is iets wat Eric en ik al vroeg ontdekten.

Sanderson: Men vergeet ook dat muzikanten gewoon muzikanten zijn. Ze worden vaak bekeken als grote sterren. Maar de meeste muzikanten groeiden op als nerds die in de muziek een uitlaatklep, een mogelijkheid om te ontsnappen aan het grijze bestaan van elke dag ontdekken. En het enige wat ze willen doen, is dieper te duiken in die wonderlijke wereld.

Heel wat rockmuziek ontstond uit slavenmuziek, uit blues. En rijker kan het niet worden. Maar de meeste mensen graven niet zo diep. Er was zelfs een tijd dat eendimensionale hairmetal populair was! Kan je dat geloven! Als je dan muziek uit West-Afrika, Colombia, Jamaica of van eender waar hoort, dan ontdek je zo’n rijkdom! Onvoorstelbaar. Sommige West-Afrikaanse muziek kan ik zelfs niet nazingen, zo complex is die. Het duurt echt een tijd eer je die ritmes en die gelaagdheid gewend bent. Wij hopen dat we een beetje van die rijkdom kunnen laten doorklinken in onze songs.

McCarthy: Ik was eens op vakantie in Afrika, Kenia  en Oeganda. Op een dag reed ik met mijn motor door de Nandiheuvels van Kenia en plots hoorde ik iets wat ik niet thuis kon brengen. Het bleek een vrouwenkoor te zijn dat aan het zingen was voor een video voor hun kerk. Het was zo onwerelds! Het veranderde mijn leven. Ik heb niets tegen AC/DC (ook al treden ze nu op met Axl Rose), maar toch… (lachen).

Een verschil met jullie eerdere platen is dat er dit keer meer keyboards en synthesizers op te horen zijn. Is dat de invloed van producers Joe Chiccarelli en Peter Katis?
McCarthy: ik denk dat we eerder een producer hebben gekozen in functie van het idee dat we zelf al hadden over hoe de plaat zou moeten gaan klinken.

Sanderson: We wilden dit keer de zaken duidelijker stellen. Zowel thematisch als qua sound. We wilden minder lagen en de songs laten zijn zoals ze zijn. Tijdens het opnameproces en bij het uitwisselen van ideeën, raakten de gitaren wat op de achtergrond. Dat kwam omdat we niet in de repetitieruimte zaten en de songs bijschaafden, maar gewoon aan de koffie. We luisterden naar de demo’s op onze iPods en niet met de gitaar in de hand.

McCarthy: We zijn op een punt in onze carrière gekomen dat we niemand meer hoeven te imponeren. We kunnen gewoon onszelf zijn. We treden nu op samen met Noel Gallagher, iemand waar we vroeger met veel bewondering naar keken op tv.

In de tourbus en de studio vieren we gewoon de muziek en we luisteren naar alle soorten muziek, ook de jaren tachtig. En net zo goed als naar Tom Petty als Abba en Tom Jones. De indiewereld ziet zichzelf als progressief en open minded, maar ook daar gelden regels die soms conservatief, elitair en bekrompen zijn. Wij zijn nu zo ver gekomen dat we alle regels overboord kunnen gooien en gewoon doen waar we zin in hebben. We zijn bevrijd op deze plaat. 

Sanderson: Al van toen we pas begonnen als Augustines, net nadat Pela, onze vorige band gesplit was, gebruikten we alles wat we konden. We speelden zelfs met een drumbeat van op onze telefoon als ondersteuning en ik kocht mijn eerste sampler. De technologie is gewoon mee geëvolueerd en we geven ze wat meer ruimte. Er zijn nog songs die Bill componeerde op gitaar en die het klassieke Augustinesgevoel hebben, maar heel wat van het materiaal klinkt anders omdat we startten van op de sampler.

McCarthy: Er is ook niets mis met vernieuwing en technologie. Zelfs Mozart was al een vernieuwer in zijn tijd. Ik ben begonnen als straatmuzikant: ik zong zo luid als ik kon en begeleidde mezelf op de gitaar, maar ik kon daar toch niet blijven steken, toch? Dus zocht ik naar extra’s en, startend van een simpele drummachine, gebruikte ik ook al van bij het begin nieuwigheden om te incorporeren in mijn muziek. Iedereen doet dat, van Pink Floyd over Bob Marley tot Radiohead.

Technologie is gewoon een belangrijk onderdeel van muziek. Voor deze plaat experimenteerde ik zelf ook wat met technologie in plaats van te wachten op Eric zoals vroeger. Toen we samenkwamen, waren we zoals vissers die hun vangst op de tafel gooiden. Dat was nieuw bij deze plaat omdat we bij de vorige twee samen van nul begonnen bij elke song.  

Jullie gooiden dus alle regels, verwachtingen en conventies overboord.
Sanderson: Ik had één regel: elke werkdag van negen tot vijf. Of ik zin had of niet. Dat waren de uren dat ik aan de muziek werkte en verder niet. En dat werkte. Ik wou deze manier van werken eens proberen. Stravinsky werkte zo en ik wou dat eens proberen. We hadden net uitgebreid getourd. En ik wist dat het niet lang zou duren eer het hele proces weer opnieuw zou beginnen. Dus dacht ik: waarom niet meteen beginnen en songs schrijven op het ritme van een arbeider of een bediende? En het werkte! In plaats van shows te spelen, schreef ik liedjes. Ik voelde me een professioneel muzikant.

McCarthy: Springsteen zei ooit: "De twee gelukkigste dagen van mijn leven zijn de dag waarop ik mijn gitaar voor het eerst opnam en de dag waarop ik leerde hoe ik ze los moest laten."

Sanderson: Dat was een belangrijk aspect van mijn werkdag. Om vijf uur legde ik mijn pen neer en ik wist: ik heb gewerkt vandaag. Ik heb mijn best gedaan om die akkoordenwissel te vinden en het lukte niet, maar ik heb mijn hoofd tegen de muur gebonkt en nu ben ik klaar voor vandaag. Morgen is er nog een dag.

En zo leerde ik: je komt altijd wel met een resultaat. Het is dan alleen de vraag: past het bij deze plaat of niet. En dat is zo fantastisch aan Bill. Ik liet hem wel dertig demo’s horen, die ik allemaal fantastisch vond, maar als ze hem niets deden, dan zegt hij dat ook. En over sommige had ik twijfels en dan zei hij: "Nee, dat heeft wel iets. Laat ons dat uitwerken." Zoals met The Forgotten Way. Ik had geen idee hoe dat tot een echte song moest groeien, maar hij liet het bloeien.

McCarthy: En met May You Keep Well had Eric al de basis gelegd. En ik schreef er een tekst bij, maar het werkte niet. Toen reed ik met mijn moto naar Mexico en de wind teisterde mijn oren en overstemde bijna de muziek die door mijn oortjes klonk en plots begreep ik het. Ik wist: als we dit tot een goed einde kunnen brengen, wordt het fantastisch. Die song gaat heel diep en nu is het mijn favoriete track van de plaat.

Mijn motor is belangrijk voor onze muziek. Wanneer je naar je eigen muziek luistert, kan je vaak niet zeggen of het goed of slecht is. Zoals je ook niet weet of je eigen adem stinkt of niet. Maar op mijn moto ben ik met het verkeer bezig en vergeet ik soms dat ik aan het luisteren ben en net dan ontdek ik vaak wat goed is of niet. Soms laat ik bevriende cafébazen wel eens een demo afspelen van onze muziek en dan let ik op de reactie van de gasten. Ook zo krijg ik feedback, maar op mijn moto kan ik het zelf uitvogelen wat goed is en wat niet.

Sanderson: In de studio ben je fel bezig met de details, maar wanneer mensen jouw muziek horen, is het vaak in een situatie dat ze die details niet opvangen. Ook dan moet je muziek krachtig en goed genoeg zijn. De fundering  moet stevig genoeg zijn. Tegenwoordig luistert bijna iedereen naar muziek via zijn telefoon of op de lamentabele speakers van zijn computer en dat verandert de manier waarop mensen naar muziek luisteren. Je kan dat als muzikant vervelend vinden, maar zo is het nu eenmaal. Als je probeert muziek te maken vol subtiliteiten, dan is dat fantastisch, maar je moet je wel realiseren dat bijna niemand ze zal horen. Tot op zeker niveau moet je je als muzikant ook aanpassen aan de zaal waarin je zal spelen. Als wij vanavond hier in Vorst op het podium zouden gaan staan met akoestische gitaren en zonder versterking, dan zouden de mensen ook vreemd opkijken. Het moet goed klinken, toch?

Jullie speelden al verschillende keren het voorprogramma voor Noel Gallagher. Hebben jullie daar iets van geleerd?
Het is heel interessant om te kunnen touren met een icoon, met zo’n unieke persoonlijkheid. Het is niet dat we onze vrije tijd delen met hem, maar om hem en zijn crew - die toch wel de beste zijn in de hele muziekindustrie - bezig te zien, dat is echt als naar school gaan. En ten tweede hebben we geleerd dat wij best wel ok zijn. Noel heeft hardcore fans en wij hadden toch wel wat schrik van hen. We dachten dat niemand van hen geïnteresseerd zou zijn in ons en dat we flessen naar ons hoofd zouden krijgen, maar we stonden ons mannetje. We hebben al vaker voor grote mensenmassa’s gespeeld, maar dit is toch wel een soort van nichepubliek. En als zij zich op onze muziek amuseren, dan is dat toch wel een bewijs dat we nog zo slecht niet zijn.

Komen jullie nog eens terug naar Europa als hoofdact?
McCarthy: In de herfst komen we terug en onze muziek komt ook goed tot zijn recht in de openlucht en we zullen dus ook op heel wat Europese festivals spelen. We voelen ons soms superman. We worden zelfs gevraagd in Australië. En dus vliegen we van hot naar her.

In afwachting daarvan genieten wij wel van jullie plaat en deze derde single.

11 juni 2016
Marc Alenus