Leng Tch'e

Dood door duizend sneden; dat is de letterlijke vertaling van de groepsnaam van deze Belgen. Genoemd naar een Chinees martelritueel waarbij een verdoofd persoon gesneden wordt en dat maar na geruime tijd voelt. Aan duizend incisies zit Leng Tch’e nog niet, maar met zes releases begint de band wel haar weg naar het internationale publiek aan te snijden.

Leng Tch'e



Lekker groovy snijdt de scheermessengrind - zoals de band haar stijl omschrijft - de eerste haartjes weg. Met lange halen zoekt een schichtige riff haar weg tussen een wilde baardgroei aan drums. Lang duurt die scheerbeurt evenwel niet. Regelmatig stokt het extreme samenspel tussen messcherpe vocals, brommende snaren en kletterende drums. Daaruit blijkt al vroeg waar iedereen voor vreest: Leng Tch’e is een kloon van Aborted geworden. Wat je dan krijgt is death metal met een vet label “Powered by Aborted” erop. Geen slecht woord over Belgium's finest, maar voor een grindband is zo’n etiket eerder een vloek dan een zegen.
 
Die wat tragere hamerslagen zijn een uitstekend middel om je haarlijn wat naar voren te bangen, maar qua originaliteit valt dat tegen. Tightrope Propaganda is een voorbeeld van zo’n vermomde grindplaat. Af en toe klettert er een hele hagelbui aan drumonderdelen en snaren op je neer zoals dat grind betaamt, om dan uiteindelijk terug te schakelen naar mid-tempo. Goed voor een flinke mep in je gezicht, maar zo voorspelbaar dat je die slag gemakkelijk afblokt.
 
Op vocaal gebied voldoet brulboei Boris, af en toe bijgestaan door Svencho (drummer, maar vooral bekend als zanger van Aborted) die zich moeilijk kan bedwingen, wél aan de grindnorm. Hij rijgt de diepe knorren en kuchende grunts in de juiste volgorde en frequentie aan elkaar. Onvoldoende is het opvallend tragere drumspel van Sven De Caluwé. Stellen dat hij er de kwaliteit uit haalt is overdreven, maar de grind haalt hij er wel uit. Op de gitaren valt niets af te dingen. Aangenaam groovend schakelen ze vlot in overdrive en als het dan toch mid-tempo moet leveren ze donderend riffwerk af. Getuige daarvan het lekkere Social Disgust.
 
Maar al even snel hervalt een flutnummer als The Divine Collapse in de misdaad. Een vocale ramp, met een grunt die je ook wel eens hoort op een afdeling palliatieve zorg, dompelt de plaat onder in een zee van matigheid. Gitaren die klinken alsof ze net twee emmers bloed verloren hebben en roffels die solliciteren naar een plaats in de locale fanfare. Een zeven op tien, zeg maar, en dat is als death metalband geen rapport om bij de besten van de klas te horen.
 
Dachten we eindelijk een goede opvolger voor Agathocles gevonden te hebben en dan laat die zich vangen aan het meer toegankelijkere death metalgenre. Speel verdorie opnieuw grind en jaag dat tempo de hoogte in. Die groove zit alvast goed.
8 november 2008
Kris Hadermann