King Dick – ‘New King Dick’

Lo-fi, trash en pop; ziedaar de basisingrediënten waarmee het Antwerpse King Dick, het soloproject van Wim De Busser, op het debuut (uit via King Dick Records) aan de slag gaat.

King Dick – ‘New King Dick’

De Busser (Zita Swoon Group, The Colorist, The Baboons) is een bijzonder polyvalente muzikant. In de legendarische kroeg De Muze is hij vaak te zien met verschillende projecten, medemuzikanten (Simon Lenski, Nicolas Rombouts) en in verschillende gedaanten. Bovendien is de bar één van de relatief weinige speelplekken voor muzikanten in de Antwerpse binnenstad. Na verschillende uitstapjes en (muziek- en theater)projecten besloot hij in 2015 zich te richten op een eigen project. Dat werd King Dick, waarbij hij omringd wordt door gitarist Michele Morgante (Rocket Fire, Isle Of The Sky), drummer Jeroen Stevens (Gruppo Di Pawlowski, Ultima Vez), die ook op keys te horen is, en bassist-keyboardspeler Yorgos Tsakiridis (Hicky Underworld, Bed Rugs).

Debuut 'New King Dick' bevat tien nummers, volledig geschreven, opgenomen en gemixed door De Busser zelf, die een intrigerende visie op (pop)muziek heeft. Dat merk je al aan bijzondere artwork waarop Pikachu, een dinosaurus, een schare beperkt geklede jongedames en een met een pornosnor voorziene tennisser figureren.

Muzikaal gaat het album echt alle richtingen op. De Busser trekt zich dan ook geen King Dick aan van eender welke commerciële verwachting. Het gaat om fun, speelplezier, vrijbuiterij en bovenal te gekke, creatieve wendingen. 'New King Dick' verrast vooral door de ongewone geluiden en maakt gaandeweg brandhout van de malaise, waarin mainstream popmuziek zit.

Toch is dit album poppy, al zit het plezier vooral in de dwarse weerhaakjes die ruimschoots aanwezig zijn. Er zit veel variatie in en talloze structuren kunnen opgebouwd dan wel afgebroken worden. Opener Ben Bananas klinkt bijvoorbeeld alsof Manu Chao een handvol drugs toegestopt kreeg. Het sfeervolle We Don't Sleep heeft dan weer westerninvloeden en valt op door de fijn schipperende gitaargroove, aangevuld met psychedelische keyboardsounds.

Catatafish doet het net als onze favoriet Slow Kane Freeze met een rauwe, akoestische gitaarriffje.  En dan is er Chuck No, dat de synthgroove van Soulwax Any Minute Now koppelt aan panfluiten en zo een intergalactische trip doorheen tijd (negen minuten!) en ruimte bewerkstelligt. De popfactor duikt op in de levensbevestigde punkrock van Daddy Goodlife. En in Taco Song duiken dan weer Latijns-Amerikaanse invloeden en een zacht wiegend reggaeritme - denk aan Gregory Isaacs' Night Nurse - op. En met het te gekke For A Moment I Was Gone And Now I'm Dead, alweer goed voor een trip where no man or woman has gone before, wordt dit te gekke album afgesloten.

King Dick heeft zich bij de creatie van dit album bijzonder goed geamuseerd. Wij ook bij het beluisteren ervan. Nu u nog.

9 juni 2017
Philippe De Cleen